Kruisverwijzing
heilig
| lemma | meaning |
|---|---|
| ageuma-上げ馬 | strijdros met boogschutter tijdens ceremonieën in heiligdommen |
| amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
| anchisuru-安置する | een boeddha beeld, e.d. plaatsen op een ereplaats in een tempel of heiligdom |
| asei-亜聖 | een heilige [wijze] van de tweede rang [orde] (zoals Mencius of Yen Hui) |
| beato-ベアト | heilige; gezegende |
| betsugū-別宮 | ondergeschikte schrijn (binnen een shinto heiligdom) |
| bōtoku-冒涜 | godslastering; blasfemie; heiligschennis; schending |
| chadokoro-茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| den-殿 | tempel (gebouw); heiligdom (gebouw) |
| dendō-殿堂 | tempel; heiligdom |
| dōsha-同社 | hetzelfde Shinto heiligdom; dat heiligdom |
| eishin-詠進 | het opdragen van aan gedicht aan het keizerlijk hof [aan de keizer; aan een tempel of heiligdom] |
| ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
| fudasho-札所 | ruimte in een tempel [heiligdom] waar de gelovigen ofuda kunnen kopen |
| gejin-外陣 | buitenste hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
| gejō-下乗 | verbod om te paard [in een voertuig] het terrein van een tempel [schrijn; heiligdom] op te gaan |
| gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
| gekū-外宮 | de buitenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur) gewijd aan Toyouke no ōmikami (god van landbouw en industrie) |
| gentaku-玄沢 | goedheid van een keizer [heilige]; keizerlijke deugdzaamheid |
| gizen-偽善 | hypocrisie; huichelarij; schijnheiligheid |
| gongenzukuri-権現造り | een shinto heiligdom waarbij het hoofdgebouw en de hal voor erediensten verbonden zijn door een overdekte gang |
| gōshi-合祀 | de verering van twee of meer goden in een shinto heiligdom [schrijn] |
| gōshi-合祀 | de verering van eenzelfde god in meerdere shinto heiligdommen [schrijnen] |
| gū-宮 | (in kanji combinaties) paleis; heiligdom; vorst (keizer; keizerin) |
| gūji-宮司 | hoofd priester van een shinto-heiligdom |
| haiden-拝殿 | een buitenste gebedshal [oratorium] van een shintō heiligdom (voor de hoofdschrijn) |
| hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
| haro-ハロ | stralenkrans; nimbus; aureool (op schilderijen van heiligen) |
| harō-ハロー | stralenkrans; nimbus; aureool (op schilderijen van heiligen) |
| harowīn-ハロウィーン | Halloween, feest op de avond voor Allerheiligen |
| hasu-蓮 | Heilige lotus; Indische lotus (Nelumbo nucifera) |
| hatasu-果たす | bezoeken van een tempel of heiligdom ter dankbetuiging |
| hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
| heiden-幣殿 | offerhal tussen de gebedshal en het hoofdschrijn (van een shintō heiligdom) |
| honden-本殿 | hoofdschrijn in een shintō heiligdom |
| hongū-本宮 | hoofdschrijn (binnen een shinto heiligdom); oorspronkelijke schrijn |
| honsha-本社 | belangrijkste heiligdom [schrijn; tempel] |
| honsha-本社 | dit [hier genoemde] bedrijf [heiligdom] |
| hōshi-奉祀 | in een heiligdom plaatsen; (een heiligdom) toewijden [opdragen] aan |
| hotoke-仏 | een heilige |
| ishigami-石神 | een heilige steen [rots] (waarvan men gelooft dat er een godheid in woont)) |
| izumonokami-出雲の神 | godheid van het Izumo heiligdom (wordt gezien als god van het huwelijk) |
| izumotaisha-出雲大社 | Izumo heiligdom [schrijn] (Shimane prefectuur) |
| jichinsai-地鎮祭 | de ceremonie van het zuiveren van een bouwterrein bij de aanvang van de bouw van een Shinto heiligdom |
| jingi-神器 | heilige schat (m.n. de drie heilige schatten van de keizerlijke troon, het zwaard, het juweel, de spiegel) |
| jingū-神宮 | (lett. paleis van de goden) een shinto schrijn [heiligdom] |
| jisha-寺社 | (boeddhistische) tempel en (shintō) heiligdom [schrijn] |
| kaichō-開帳 | het openen (op bepaalde dagen) van de gordijnen of deuren van een heiligdom, zodat het publiek het verborgen Boeddhabeeld kan zien |
| kamioroshi-神降ろし | de uitnodiging [aanroeping] aan een god om naar een heiligdom te komen |
| kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
| kanjin-勧進 | het inzamelen van donaties voor de bouw en reparatie van heiligdommen, tempels, e.d. |
| kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
| kanpeichūsha-官幣中社 | kanpei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanpeishōsha-官幣小社 | kanpei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanpeitaisha-官幣大社 | kanpei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom) |
| karimiya-仮宮 | een tijdelijk heiligdom [paleis] |
| kegasu-汚す | onteren; ontheiligen; bezoedelen; aantasten |
| keidai-境内 | binnen het terrein [complex] van een tempel [heiligdom] |
| keiten-経典 | heilige geschriften in een religie (zoals de Bijbel, de Koran, e.d.) |
| kengyō-検校 | toezichthouder bij administratieve zaken van een heiligdom of tempel |
| ken'ei-献詠 | het opdragen van een gedicht aan een vorst, heiligdom, e.d. |
| ken'ei-献詠 | een gedicht opgedragen aan een vorst, heiligdom, e.d. |
| kifu-寄付 | schenking; donatie (aan tempels, heiligdommen, kerken, scholen, etc.) |
| kisha-喜捨 | een (charitatieve) donatie (m.n. aan een tempel of heiligdom); aalmoes |
| kishin-寄進 | donatie [schenking; gift] aan een tempel of heiligdom |
| kōhai-光背 | nimbus; aura; aureool; stralenkrans; heiligenkrans |
| kokuheichūsha-国幣中社 | kokuhei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
| kokuheishōsha-国幣小社 | kokuhei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom van een prefectuur) |
| kokuheitaisha-国幣大社 | kokuhei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
| komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
| kuge-供花 | het offeren van bloemen (bij een heiligdom, graf, e.d.); bloemenoffer; geofferde bloemen |
| kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
| kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| kyō-経 | heilig geschrift; bijbel |
| kyōka-供花 | het offeren van bloemen (bij een heiligdom, graf, e.d.); bloemenoffer; geofferde bloemen |
| kyōten-経典 | heilige geschriften van een religie (zoals de bijbel, de koran, e.d.) |
| madonna-マドンナ | Madonna (de heilige Maagd Maria) |
| mandō-万灯 | (boeddh.) rijen hangende lantaarns rondom een heiligdom tijdens het lantaarnfestival |
| maria-マリア | (de heilige Maagd) Maria (moeder van Jezus) |
| mitarashi-御手洗 | een plaats waar pelgrims voorafgaand aan het bezoek van een heiligdom hun handen en mond reinigen. |
| mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
| mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| mitarashigawa-御手洗川 | een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
| mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
| miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
| monzenmachi-門前町 | tempelstad (een stad gebouwd voor de poorten van heiligdommen en tempels) |
| motomiya-元宮 | de hoofd-schrijn binnen het shinto heiligdom |
| naijin-内陣 | binnenste [heiligste] hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
| naikū-内宮 | de binnenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur), gewijd aan Amaterasu-ōmikami (godin van de zon) |
| nekokaburi-猫被り | hypocrisie; huichelarij; schijnheiligheid; |
| nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
| nyūmetsu-入滅 | het bereiken van het Nirvana; het overlijden van een Boeddha of heilige |
| ochasho-御茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| ofuda-御札 | amulet of talisman die men kan kopen bij een heiligdom of tempel |
| okunoin-奥の院 | het binnenste [heiligste] heiligdom |
| omairi-御参り | het bezoeken van een heiligdom [tempel; graf] |
| omizutori-御水取り | het putten van water, een ceremonie in het Nigatsudō-heiligdom van het Tōdaiji tempelcomplex in Nara (op 12 maart) |
| oyashiro-小社 | klein heiligdom |
| rakkei-落慶 | viering van de voltooiing van de bouw of verbouwing van tempels [heiligdommen] |
| reiboku-霊木 | heilige boom |
| reichi-霊地 | heilige grond |
| reichō-霊鳥 | heilige (mythische) vogel |
| reijō-霊場 | heilige grond |
| reijū-霊獣 | heilig dier [beest] |
| reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
| reiki-霊気 | spirituele [heilige; mysterieuze] sfeer |
| reizan-霊山 | heilige berg (waar goden zijn) |
| ressei-列聖 | canonisatie; heiligverklaring; zaligverklaring |
| ryōnagare-両流れ | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| ryōnagarezukuri-両流造 | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| ryūtō-竜灯 | een lantaarn gewijd aan een heiligdom |
| saijin-祭神 | (shintō) godheid van een heiligdom |
| saisenbako-賽銭箱 | donatiekist voor geldoffers (aan tempels, heiligdommen, e.d.) |
| sandō-参堂 | bezoek aan een tempel of heiligdom |
| sandō-参道 | de toegangsweg naar een tempel [heiligdom] |
| sankeisha-参詣者 | bezoeker (pelgrim, bedevaartganger, gelovige, etc.) van een tempel [heiligdom] |
| sankuchuari-サンクチュアリ | heiligdom; heilige plaats |
| sanpai-参拝 | bezoek aan een heiligdom of tempel |
| sanpaikyaku-参拝客 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
| sanpaisha-参拝者 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
| sansei-三聖 | drie heiligen van de wereld (Boeddha, Confucius en Christus; Laozi, Confucius en Boeddha, e.a.) |
| sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| santa-サンタ | heilig; de heilige |
| santa・maria-サンタ・マリア | de heilige maagd Maria |
| seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
| seichi-聖地 | heilige plaats; heilige grond |
| seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
| seichijunrei-聖地巡礼 | bedevaart naar een heilige plaats [het heilige Land] |
| seidō-聖堂 | tempel; (dom)kerk; kathedraal; heiligdom; schrijn |
| seiiki-聖域 | heiligdom |
| seiiki-聖域 | gewijde grond; heilige plek [plaats] |
| seija-聖者 | een heilige |
| seijin-聖人 | sint; heilige |
| seijitsu-聖日 | heilige dag (Christelijke feestdag) |
| seika-聖火 | heilige vlam [fakkel]; heilig vuur |
| seikyō-聖教 | de heilige leer; Confucianisme; Boeddhisme |
| seisan-聖餐 | heilige communie; het Laatste Avondmaal; Eucharistie |
| seisatsu-制札 | een informatiebord met verordeningen en voorschriften (bij tempels en heiligdommen) |
| seiseki-聖跡 | heilige plaatsen [overblijfselen] |
| seisen-聖戦 | heilige oorlog; kruistocht |
| seishoku-聖職 | een heilig ambt [beroep] |
| seisui-聖水 | wijwater; doopwater; heilig water |
| seitai-聖体 | het (heilige) lichaam van Christus; Corpus Christi; hostie |
| seiten-聖典 | heilig geschrift [boek] (met woorden en daden van heiligen) |
| seiza-聖座 | de Heilige Stoel (het pauselijk gezag) |
| sengū-遷宮 | installatie of verplaatsing van een heilig beeld [voorwerp] in een (nieuwe of verbouwde) tempel |
| senkotsu-仙骨 | heiligbeen; sacrum |
| senshafuda-千社札 | votief kaart [strook; aanplakbiljet] in klein formaat (achtergelaten na een bezoek aan een heiligdom) |
| sento-セント | heilige (Eng.: Saint) |
| sento・pōru-セント・ポール | de heilige Paulus, de apostel |
| shaden-社殿 | hoofdgebouw van een shinto heiligdom |
| shagōhyō-社号標 | pilaar [aanduiding] met de naam van een shinto heiligdom |
| shahō-社宝 | kunstbezit van een (shintō) heiligom |
| shaji-社寺 | shintō heiligdom [schrijn] en boeddhistische tempel |
| shamei-社名 | de naam van een bedrijf [organisatie, vereniging, heiligdom, e.a.) |
| shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
| shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
| shinboku-神木 | heilige boom; boom op het terrein van een heiligdom |
| shinbutsubunri-神仏分離 | (1868) de scheiding van Shinto en Boeddhisme (van shinto goden en boeddha's, van boeddhistische tempels en shinto heiligdommen) |
| shinden-神殿 | shinto heiligdom [schrijn] |
| shinden-神田 | een rijstveld bij [van] een heiligdom (waar de opbrengst heengaat) |
| shinjin-神人 | (in Okinawa) een meisje die in een Shintō-heiligdom werkt |
| shinka-神火 | heilige vlammen; heilig vuur |
| shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| shinkyō-神橋 | een brug op het terrein van een (shinto) heiligdom |
| shinme-神馬 | heilig paard (in een shinto schrijn) |
| shinsei-神聖 | heiligheid |
| shintai-神体 | heilig voorwerp (dat wordt aanbeden) in een Shinto tempel |
| shintō-神灯 | heilig [goddelijk] licht |
| shisei-四聖 | de Vier Wijzen [Heiligen] (Boeddha, Christus, Confucius en Socrates) |
| shōden-昇殿 | (met toestemming) de gebedshal van een heiligdom betreden |
| shōnin-上人 | hoge priester; heilige |
| shōsha-小社 | klein heiligdom |
| shōshi-小祠 | kleine schrijn; klein heiligdom |
| shugoseijin-守護聖人 | beschermheilige; patroonheilige; schutspatroon |
| shushin-主神 | oppergod; belangrijkste god van een heiligdom; koning der goden |
| susuharai-煤払い | verwijdering van roet van heiligdommen in december (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
| taisei-大聖 | vooraanstande wijsgeer; verheven heilige (met een deugdzaam leven) |
| taisha-大社 | Izumo heiligdom [schrijn] (Shimane prefectuur) |
| torii-鳥居 | toegangspoort tot een Shintō heiligdom |
| tōsha-当社 | dit [mijn; ons] bedrijf; dit heiligdom |
| tsukimairi-月参り | een bezoek aan een heiligdom of tempel één keer per maand op een vaste dag |
| ujiko-氏子 | parochiaan [gemeentelid] van een shinto heiligdom |
| ushinotokimairi-丑の時参り | bezoek aan een heiligdom (om ca. 2 uur in de ochtend) om een vervloeking te doen door een effigie (strooien pop) van iemand aan een boom te spijkeren |
| wakamiya-若宮 | heiligdom voor de zoon van de god van de hoofdtempel |
| waniguchi-鰐口 | een Japanse platte (ronde, holle) metalen gong (in tempel of heiligdom, met een touw waarmee de gelovigen de gong kunnen laten klinken) |
| yashiro-社 | een shinto heiligdom [schrijn] |
| yuya-湯屋 | openbaar [publiek] badhuis; gebouw (bij een tempel of heiligdom) met badhuis |
| zenjō-禅定 | (shugendo) ascetisme door heilige bergen te beklimmen |