Kruisverwijzing
bot
| lemma | meaning |
|---|---|
| akaiwashi-赤鰯 | (spottende term voor) een roestig, bot zwaard |
| amimoto-網元 | aanvoerder [leider] van (een vereniging van) vissers; eigenaar van visnetten en vissersboten |
| andoroido-アンドロイド | een androïde (robot in sciencefiction) |
| atsureki-軋轢 | conflict; strijd; botsing; onenigheid |
| baraniku-肋肉 | ribstuk zonder bot (m.n. van varkens- of rundvlees); uitgebeend ribstuk |
| batā-バター | boter |
| batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
| binbīru-瓶ビール | flessenbier; gebotteld bier |
| bōgaikōsaku-妨害工作 | sabotage |
| bōgaikōsakuin-妨害工作員 | saboteur |
| bōgaisha-妨害者 | saboteur |
| bokunenjin-朴念仁 | lomperik; botterik; stommeling; domoor; domkop |
| bonresu・hamu-ボンレス・ハム | stuk ham zonder bot |
| bōtohausu-ボートハウス | botenhuis; boothuis |
| bōtoru-ボートル | boter |
| bōto・dekki-ボート・デッキ | sloependek (dek waar de reddingsboten zich bevinden) |
| botsurinusuchūdoku-ボツリヌス中毒 | botulisme |
| botsurinusukin-ボツリヌス菌 | Clostridium botulinum (bacterie die botulisme veroorzaakt) |
| botsuwana-ボツワナ | Botswana (republiek in Afrika) |
| bukkirabō-ぶっきら棒 | bruut [bot; bruusk] zijn |
| busshari-仏舎利 | de overblijfselen (as, botten) van Boeddha |
| butsukeru-ぶつける | slaan; stoten; botsen |
| danseishōtotsu-弾性衝突 | elastische botsing |
| dōkyū-撞球 | kettingreactie; kettingbotsing |
| dontō-鈍刀 | een bot [stomp] zwaard |
| funadaiku-船大工 | scheepstimmerman; botenbouwer; scheepsbouwer |
| funaya-船屋 | botenhuis [boothuis; schuitenhuis] aan een meer (al dan niet met woongedeelte erboven); visserhut (tijdens bevriezing op of aan het water) |
| funayado-船宿 | botenverhuurder |
| funkotsu-粉骨 | (lett. botten tot poeder vermalen) je uiterste best (doen) |
| gara-がら | kippenbotjes (b.v. voor de soep) |
| gekitotsu-激突 | (harde) botsing; hevig gevecht; harde confrontatie; duel |
| gikochinai-ぎこちない | ongemakkelijk; onhandig; onbeholpen; stijf; ruw; bot |
| gyotō-漁灯 | vuur [lamp] op vissersboten om 's nachts vissen te lokken (en te vangen) |
| gyūraku-牛酪 | boter |
| habu-波布 | habu (een giftige slang, Protobothrops flavoviridis) |
| hachiawase-鉢合わせ | frontale botsing |
| hai-杯 | (woord voor het tellen van boten) |
| hakaikōsakuin-破壊工作員 | saboteur |
| haneru-撥ねる | botsen |
| hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
| hone-骨 | bot; been |
| honemi-骨身 | botten en vlees; het hele lichaam |
| ichiyō-一葉 | een telwoord voor kleine boten |
| ijōsekkin-異常接近 | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| ikotsu-遺骨 | botten die na crematie overblijven |
| inkeikotsu-陰茎骨 | (bij zoogdieren) penisbeen; penisbot; baculum |
| isaribi-漁り火 | vuur [lamp] op vissersboten om 's nachts vissen te lokken (en te vangen) |
| itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
| jinzōningen-人造人間 | androïde; kunstmatige mens; robot |
| jōtatsu-上達 | (het doorgeven van de wensen [meningen]) van ondergeschikten naar superieuren (bottom-up beleidsstructuur, met inspraak) |
| kaien-開園 | de opening (van een dierentuin; park; botanische tuin, etc.) |
| kenmohororo-けんもほろろ | kortaf; lomp; bot; bruusk |
| kinkotsu-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
| kinpōge-金鳳花 | boterbloem (Ranunculus japonicus) |
| kippari-きっぱり | resoluut; beslist; botweg; direct; eerlijk; duidelijk |
| kobone-小骨 | (klein) botje; kleine botten |
| kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
| koppen-骨片 | botfragment |
| koshibone-腰骨 | heupbeen; heupbot |
| kossetsu-骨折 | botbreuk; beenfractuur |
| kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kotsubako-骨箱 | kist [doos] met de as [botten] van een overledene; doos waarin een urn wordt bewaard |
| kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kotsuka-骨化 | beenvorming; botvorming |
| kotsumitsudo-骨密度 | botdichtheid; botmineraaldichtheid |
| kūchūshōtotsu-空中衝突 | een botsing in de lucht |
| kyōtei-競艇 | speedbootrace; wedstrijd met raceboten |
| maikotsu-埋骨 | (na de crematie) bijzetting van de urn met gecremeerde botten in het familiemausoleum |
| majikku・hando-マジック・ハンド | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
| manipyurētā-マニピュレーター | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
| mappiragomen-真っ平御免 | botte weigering; genoeg hebben van |
| matehan・robotto-マテハン・ロボット | (material handling robot) industriële robot, die wordt gebruikt voor het transporteren van materialen, onderdelen, etc. |
| mebuku-芽吹く | ontkiemen; ontluiken; uitbotten |
| mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
| moederu-萌え出る | ontkiemen; ontluiken; uitbotten; uitlopen |
| mujinhansōsha-無人搬送車 | automatische geleid voertuig; onbemand (robot)voertuig |
| nagura-名倉 | (hist.) familie van osteopaten (m.n. voor de behandeling van botbreuken) |
| namaru-鈍る | bot worden |
| niamisu-ニアミス | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| nibui-鈍い | bot zijn |
| nibui-鈍い | bot (fig.); gevoelloos; traag van begrip |
| niburu-鈍る | bot worden |
| nikukoppun-肉骨粉 | diermeel (van vlees en botten) |
| nyūkō-入港 | aankomst in een haven (van boten en schepen); (het) binnenvaren |
| ohyō-大鮃 | heilbot (Hippoglossus stenolepis) |
| ōpun・sando-オープン・サンド | open sandwich (belegde boterham) |
| ōpun・sandoitchi-オープン・サンドイッチ | open sandwich (belegde boterham) |
| pikata-ピカタ | een Italiaans gerecht van plakjes kalfsvlees of kip (in een saus met citroensap, boter en kappertjes) |
| ribu・rōsu-リブ・ロース | vlees (rib-eye) aan een bot (Eng.: rib roast) |
| robotto-ロボット | robot |
| rōku-老躯 | oud lichaam; oude botten |
| runba-ルンバ | roomba (merknaam van een robotstofzuiger) |
| sabo-サボ | sabotage; staking; stiptheidsactie; langzaamaanactie |
| sabotāju-サボタージュ | sabotage; staking; stiptheidsactie; langzaamaanactie |
| saradana-サラダ菜 | botersla |
| seki-隻 | woord gebruikt om (relatief grote) boten te tellen |
| sekkotsu-接骨 | osteopatie; behandeling [genezing] van botten en gewrichten |
| senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
| shokubutsuen-植物園 | botanische tuin |
| shokubutsugaku-植物学 | botanie; botanica; plantkunde |
| shōmenshōtotsu-正面衝突 | frontale botsing [aanrijding] |
| shōtotsu-衝突 | botsing |
| shūgyotō-集魚灯 | een lamp op vissersboten om vissen te lokken |
| shukkō-出港 | vertrek uit een haven (van boten en schepen); (het) uitvaren |
| sokkenai-素っ気ない | bot; nors; kortaf |
| sujibone-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
| tajūshototsu-多重衝突 | kettingbotsing |
| takemitsu-竹光 | (een spottende term voor) een bot zwaard |
| tamatsuki-玉突き | kettingreactie; kettingbotsing |
| tamatsukijiko-玉突き事故 | kettingbotsing |
| teiko-艇庫 | botenhuis; boothuis |
| tonkotsu-豚骨 | varkensbotten |
| tonkotsu-豚骨 | bouillon getrokken van varkensbotten |
| tsuitotsu-追突 | kop-staartbotsing |
| tsukkomu-突っ込む | (snel of hard) induiken; invliegen; inrammen; opbotsen; bestormen; aanvallen |
| watashiba-渡し場 | veerhaven; landingsplaats voor veerboten |
| zukazuka-ずかずか | (onomatopee) direct (zonder plichtplegingen); bot; grof |