Kruisverwijzing
ziekte
lemma | meaning |
---|---|
a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
abata-痘痕 | pok; pokput (litteken van de pokziekte); pokdalig zijn |
adajio-アダジオ | adagio (muziekterm) |
adājo-アダージョ | adagio (muziekterm) |
ajitāto-アジタート | agitato (muziekterm) |
aku-悪 | het kwaad [de slechtheid] (van natuur, zoals ziekte, natuurrampen, etc.); ondeugd |
akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
akuchi-悪血 | slecht bloed (bloed dat door ziekte een verkeerde samenstelling heeft) |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akusei-悪性 | (med.) maligniteit; kwaadaardigheid (van een ziekte) |
akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
andante-アンダンテ | andante (muziekterm: rustig) |
anisakisushō-アニサキス症 | haringwormziekte (anisakiasis) |
areguretto-アレグレット | allegretto (muziekterm) |
areguro-アレグロ | allegro (muziekterm) |
aria-アリア | (muziekterm) aria |
arupejio-アルペジオ | arpeggio (muziekterm) |
aruto-アルト | alto (muziekterm) |
arutsuhaimābyō-アルツハイマー病 | de ziekte van Alzheimer |
arutsuhaimāgatachihō-アルツハイマー型痴呆 | de ziekte van Alzheimer |
assai-アッサイ | assai (muziekterm) |
atenpo-アテンポ | a tempo (muziekterm) |
bakkaku-麦角 | moederkoren (ziekte in granen) |
basedōbyō-バセドー病 | ziekte van Basedow |
basedōshibyō-バセドー氏病 | ziekte van Basedow |
bēchettobyō-ベーチェット病 | ziekte van Behçet |
biburāto-ビブラート | vibrato (muziekterm) |
bī・esu・ī-ビー・エス・イー | gekkekoeienziekte (BSE) |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
burū・nōto-ブルー・ノート | blue note (muziekterm) |
byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
byōbotsu-病没 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
byōchūgai-病虫害 | gewasschade door ziekte of ongedierte [insecten] |
byōgai-病害 | schade aan (landbouw) gewassen door plantenziekten |
byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
byōgenkin-病原菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
byōjō-病状 | ziekteverschijnsel; ziektebeeld; ziekteproces; ziekteverloop |
byōki-病気 | ziekte; kwaal |
byōkin-病菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
byōnan-病難 | (lijden aan) een ziekte |
byōshi-病死 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
chinko-沈痼 | langdurige ziekte [kwaal; aandoening] zonder genezing |
dainiminamatabyō-第二水俣病 | Niigata Minamataziekte (de tweede minimataziekte) |
daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
da・kāpo-ダ・カーポ | (muziekterm) da capo (d.c.); nog eens van het begin af aan |
dekuresshendo-デクレッシェンド | (muziekterm) decrescendo (zwakker wordende toon) |
densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
diminuendo-ディミヌエンド | (muziekterm) diminuendo (eleidelijk afnemend in toonsterkte) |
dōbyō-同病 | dezelfde ziekte |
ferumāta-フェルマータ | fermate (muziekterm) |
forute-フォルテ | (muziekterm) forte (krachtig) |
forutishimo-フォルティシモ | fortissimo; zeer luid (muziekterm) |
funayoi-船酔い | zeeziekte |
furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
ganbyō-眼病 | oogziekte |
ganshitsu-眼疾 | oogziekte; oogkwaal; oogaandoening |
gappeishō-合併症 | complicatie (bij een ziekte) |
getsuyōbyō-月曜病 | maandagziekte (moeite om na het vrije weekend weer aan het werk te gaan) |
hakkōbyō-発酵病 | zymotische ziekte [waarbij een organisme of virus in het lichaam als een ferment optreedt] |
hansenbyō-ハンセン病 | (ziekte van Hansen) lepra; melaatsheid |
hassei-発生 | het ontstaan; voortkomen; uitbraak (van een natuurramp, ziekte etc.) |
hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
hasshō-発症 | de aanvang [het begin; de eerste symptomen] van een ziekte |
hatake-疥 | (huidziekte) schurft; psoriasis |
heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
hifubyō-皮膚病 | huidziekte; dermatose |
hokinsha-保菌者 | een drager van een bacterie [ziekte] |
honenashi-骨無し | rachitis; Engelse ziekte; iem. die lijdt aan rachitis |
hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
hossa-発作 | aanval (v.e. ziekte); attaque; toeval |
hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
itatsuki-労 | ziekte; aandoening |
itazuki-労き | ziekte; aandoening |
izuminetsu-泉熱 | Izumi koorts (infectieziekte vergelijkbaar met roodvonk) |
jikomen'ekishikkan-自己免疫疾患 | auto-immuunziekte |
jinshō-腎症 | (symptomen van) nierziekte; nefropathie |
jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
jūbyō-重病 | ernstige ziekte [aandoening] |
jūkan-重患 | ernstige ziekte [aandoening] |
jūshō-重症 | ernstige ziekte [aandoening] |
jūtai-重態 | kritieke [levensbedreigende] toestand (letsel, ziekte, e.d.) |
kadentsa-カデンツァ | cadens (muziekterm) |
kaiyu-快癒 | volledig herstel (van ziekte) |
kaizen-快然 | herstel na een ziekte |
kanon-カノン | (muziekterm) canon; beurtzang |
kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
kansensuru-感染する | geïnfecteerd worden; ontstoken raken; een ziekte oplopen |
kantsōne-カンツォーネ | canzone (muziekterm) |
kanzōgaku-肝臓学 | hematologie (wetenschap van leverziekten) |
kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
kebyō-仮病 | het simuleren [veinzen] van een ziekte |
keikai-軽快 | (van ziekte, pijn, e.d.) verlichting; verbetering; herstel |
keishō-軽症 | milde ziekte; licht geval; milde aandoening |
kekkanshikkan-血管疾患 | vaatziekte; vasculaire ziekte |
kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kibyō-奇病 | zeldzame ziekte (waarvan oorzaak en geneesbaarheid niet bekend zijn) |
kin'en-禁厭 | spreuken voor het voorkomen van ziekten en rampen |
kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
kishōshippeiyōiyakuhin-希少疾病用医薬品 | weesgeneesmiddel (een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte) |
kojiraseru-拗らせる | verergeren [erger maken] (van een ziekte) |
kojirasu-拗らす | verergeren [erger worden] (van een ziekte) |
kojireru-拗れる | erger worden; verergeren (van ziekte, e.d.) |
kokochi-心地 | zich ziek voelen; ziekte |
kokuhanbyō-黒斑病 | sterroetdauw (een schimmelziekte op planten) |
kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
koshitsu-痼疾 | een chronische aandoening [ziekte] |
kōzanbyō-高山病 | hoogteziekte; bergziekte |
kuresshendo-クレッシェンド | (muziekterm) crescendo (sterker wordende toon) |
kuroitsuferuto・yakobubyō-クロイツフェルト・ヤコブ病 | Ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
kurōnbyō-クローン病 | ziekte van Crohn |
kurumayoi-車酔い | wagenziekte |
kyōgyūbyō-狂牛病 | gekkekoeienziekte; BSE |
kyūbyō-急病 | plotseling ziek worden; plotselinge ziekte-aanval |
makkishōjō-末期症状 | terminale ziekte |
manbyō-万病 | allerlei ziekten [kwalen; aandoeningen] |
manseishikkan-慢性疾患 | chronische ziekte |
meniērubyō-メニエール病 | de ziekte van Ménière |
menuetto-メヌエット | (muziekterm) menuet |
mezoforute-メゾフォルテ | mezzo forte (muziekterm: matig sterk) |
mezopiano-メゾピアノ | mezzo piano (muziekterm: matig zacht) |
minamatabyō-水俣病 | Minamataziekte, een neurologisch syndroom (veroorzaakt door een zware kwikvergiftiging) |
mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
nagawazurai-長患い | landurige ziekte |
nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
nefurōze-ネフローゼ | nefrose (nierziekte) |
netsu-熱 | een ziekte die gepaard gaat met) hoge koorts |
netsubyō-熱病 | ziekte met hoge koorts |
norimonoyoi-乗り物酔い | bewegingsziekte; reisziekte |
oburigāto-オブリガート | (muziekterm) obbligato |
ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
okiagaru-起き上がる | weer op [hersteld] zijn (na een ziekte) |
ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
otafukukaze-お多福風邪 | de bof (ziekte) |
pesuto-ペスト | pest (ziekte) |
pianishimo-ピアニシモ | pianissimo; zeer zacht (muziekterm) |
pichikāto-ピチカート | pizzicato; (snaren) tokkelend (muziekterm) |
porutamento-ポルタメント | portamento (een muziekterm die aangeeft dat een toon zonder onderbreking moet overlopen in een andere toon) |
puresuto-プレスト | presto (muziekterm); snel |
rarugetto-ラルゲット | larghetto (muziekterm) |
rarugo-ラルゴ | largo (muziekterm) |
reibōbyō-冷房病 | airconditioning ziekte; ziekte door airconditioners |
rento-レント | (muziekterm) lento |
ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
ribyō-罹病 | besmetting; het oplopen (van een ziekte) |
rikan-罹患 | het oplopen [krijgen] van een ziekte; het ziek worden |
rikansuru-罹患する | een ziekte oplopen [krijgen]; ziek worden |
rinbyō-淋病 | gonorroe (geslachtsziekte) |
rindoku-淋毒 | gonorroea; gonorroe (geslachtsziekte) |
rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
ritarudando-リタルダンド | ritardando (Italiaanse muziekterm met de betekenis: steeds langzamer) |
rōjinbyō-老人病 | ouderdomsziekte; ouderdomskwaal |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
seibyō-性病 | geslachtsziekte |
seikansenshō-性感染症 | seksueel overdraagbare aandoening; geslachtsziekte |
seikatsushūkanbyō-生活習慣病 | levensstijl gerelateerde ziekte |
seikōikansenshō-性行為感染症 | seksueel overdraagbare aandoening (soa); geslachtsziekte |
seishinshōkai-精神障害 | geestesstoornis; psychische aandoening; geestesziekte |
senbyōshi-戦病死 | aan het front overlijden door ziekte |
senbyōshisha-戦病死者 | iemand die door ziekte aan het front overlijdt |
senkoku-宣告 | (van een ziekte door een dokter) bekendmaking; afkondiging; verklaring |
shibyō-死病 | een fatale [dodelijke] ziekte |
shihyakushibyō-四百四病 | elk soort ziekte; alle verschillende ziekten |
shikkan-疾患 | ziekte; aandoening; kwaal; stoornis |
shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
shinkekkanshikkan-心血管疾患 | cardiovasculaire aandoeningen; hart- en vaatziekten |
shinkōsei-進行性 | (van ziekte) progressiviteit; voortwoekering |
shinzōbyō-心臓病 | hartziekte; hartaandoening |
shippei-疾病 | ziekte; aandoening; kwaal |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
shōbyō-傷病 | verwondingen en ziekten |
shōkō-小康 | een (tijdelijke) verbetering in het ziekteverloop |
shokugyōbyō-職業病 | beroepsziekte |
shōnibyō-小児病 | kinderziekte |
shorō-所労 | ziekte |
shukua-宿痾 | chronische ziekte |
soin-素因 | aanleg; vatbaarheid (voor ziekten) |
sukerutso-スケルツォ | (muziekterm) scherzo |
sutakkāto-スタッカート | (muziekterm) staccato |
tahatsuseikotsuzuishu-多発性骨髄腫 | multipel myeloom (ziekte van Kahler) |
taibyō-大病 | een ernstige [levensbedreigende] ziekte |
taikan-大患 | zware [ernstige] ziekte |
tekiyaku-適薬 | het juiste [specifieke] medicijn; passende remedie (voor een bepaalde ziekte) |
tenki-転帰 | het resultaat [gevolg] van een ziekte; de laatste fase van een ziekteproces |
tenpo-テンポ | (muziekterm) tempo |
tenūto-テヌート | (muziekterm) tenuto |
tōbyō-闘病 | de strijd tegen een ziekte |
tōbyōsuru-闘病する | strijden [vechten] tegen een ziekte |
tōji-湯治 | een warmwaterbehandeling; ziektebehandeling met warmwaterbron |
tokoage-床上げ | herstel van een ziekte |
tokobanare-床離れ | het weer beter [hersteld] zijn (van een ziekte) |
tokobarai-床払い | genezing; herstel (van een ziekte) |
tōnyōbyō-糖尿病 | diabetes; suikerziekte |
toremoro-トレモロ | tremolo (muziekterm) |
toriru-トリル | triller (muziekterm) |
toritsuku-取り付く | bezeten [geobsedeerd] zijn; ten prooi vallen aan; het slachtoffer worden van (een ziekte, etc.) |
tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsukurou-繕う | het behandelen van een wond [ziekte] |
tsūsōteion-通奏低音 | (muziekterm) basso continuo |
wairubyō-ワイル病 | ziekte van Weil (vorm van leptospirose) |
wazurai-患い | ziekte |
yamai-病 | ziekte; aandoening; kwaal |
yamiagari-病み上がり | genezing; herstel (van ziekte) |
yogo-予後 | herstel (van ziekte) |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
zenchi-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
zenchisuru-全治する | volledig herstellen (van een ziekte) |
zenji-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
zenkaiiwai-全快祝い | viering van beterschap [van volledig herstel van ziekte] |
zōaku-増悪 | verergering; verslechtering (van een ziekte) |