Kruisverwijzing
vroeg
| lemma | meaning |
|---|---|
| acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
| akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
| anata-彼方 | eerder; vroeger; voorheen |
| asadachi-朝立ち | het vertrekken in de vroege ochtend |
| asagaeri-朝帰り | het 's ochtends vroeg thuiskomen (na de hele nacht te zijn weggeweest) |
| asagake-朝駆け | het paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagake-朝駆け | een verrassingsaanval op de vijand vroeg in de ochtend |
| asagake-朝駆け | iem. vroeg in de morgen thuis lastig vallen voor een interview |
| asagakesuru-朝駆けする | paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagakesuru-朝駆けする | vroeg in de ochtend een verrassingsaanval op de vijand uitvoeren |
| asagakesuru-朝駆けする | iem. vroeg in de ochtend thuis lastig vallen voor een interview |
| asagata-朝方 | vroeg in de ochtend |
| asahi-朝日 | vroegrijpe appelsoort |
| asai-浅い | kortstondig; vroeg |
| asakai-朝会 | theeceremonie op een vroege zomerochtend |
| asama-朝間 | (vroeg) in de ochtend |
| asamadaki-朝まだき | vroeg in de ochtend; vlak voor zonsopgang; bij het krieken van de dag |
| asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
| asaoki-朝起き | het vroeg opstaan |
| asaoki-朝起き | iemand die vroeg opstaat |
| asappara-朝っぱら | heel vroeg in de ochtend; voor dag en dauw; in alle vroegte |
| asaren-朝練 | oefeningen (voor speciale schoolactiviteiten) in de vroege ochtend voordat de school begint |
| asuka-飛鳥 | Asuka, plaats in de prefectuur Nara (vroegere keizerlijke hoofdstad, 538-710 n.Chr.) |
| banchō-番長 | (vroeger) (staats)dienaar met militaire of politie taken |
| bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
| chisōjikan-遅早時間 | gemiste werkuren door te laat komen of vroeger weggaan |
| dojin-土人 | oorspronkelijke bewoner; inboorling; inlander; autochtoon (vaak denigrerend gebruikt, vooral vroeger) |
| edokko-江戸っ子 | (vroeger) iemand die in Edo was geboren en opgegroeid |
| ehō-恵方 | gunstige [geluksbrengende] richting (vroeger de richting van waaruit de nieuwjaarsgoden kwamen) |
| ekisha-駅舎 | (vroeger) de halteplaats voor postkoetsen, paarden, koeriers en reizigers (diende tevens als herberg) |
| furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
| futaba-二葉 | eerste begin; vroeg stadium |
| giyaman-ギヤマン | vroegere naam voor geslepen glas (dat met een diamant werd bewerkt) |
| hantoki-半時 | (vroeger, in oude eenheid van tijd, een half uur) nu ca. een uur |
| harusaki-春先 | het begin van de lente; het vroege voorjaar |
| hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
| hatsuaki-初秋 | vroege herfst; het begin van de herfst |
| hatsuarashi-初嵐 | eerste storm (in de vroege herfst) |
| hatsufuyu-初冬 | de vroege winter; het begin van de winter |
| hatsuharu-初春 | de vroege lente; het begin van de lente |
| hatsunatsu-初夏 | vroege zomer; vroeg in de zomer; in het begin van de zomer |
| haya-早 | vroeg; al; reeds; snel |
| hayabamai-早場米 | vroege rijst(oogst) |
| hayaban-早番 | vroege werktijd; vroege (ploegen)dienst; ochtenddienst |
| hayabaya-早早 | vroeg; eerder; snel; spoedig |
| hayadachi-早立ち | vroeg vertrek; vroege start; vertrek 's morgens vroeg |
| hayade-早出 | vroeger (dan normaal) gaan werken [op kantoor komen] |
| hayahiru-早昼 | een vroege lunch |
| hayai-早い | vroeg |
| hayajimai-早仕舞い | vroege (winkel)sluiting; vroeg stoppen met werken |
| hayajimo-早霜 | vroege vorst; vorst vroeg in de herfst |
| hayajini-早死に | vroegtijdige dood; te vroege dood |
| hayajinisuru-早死にする | vroegtijdig [te vroeg] sterven |
| hayaku-早く | vroeg; bijtijds |
| hayamaki-早蒔き | vroeg (in het seizoen) zaaien |
| hayamaru-早まる | vervroegd [versneld] worden |
| hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
| hayameru-早める | vervroegen; versnellen |
| hayane-早寝 | het vroeg naar bed gaan |
| hayanesuru-早寝する | vroeg naar bed gaan |
| hayaoki-早起き | het vroeg opstaan |
| hayaokisuru-早起きする | vroeg opstaan |
| hayatemawashi-早手回し | vroege voorbereiding(en) |
| hayaumare-早生まれ | geboren tussen 1 januari en 1 april ( de datum van schoolbegin); vroege leerling |
| hayazaki-早咲き | vroege bloei |
| hayazaki-早咲き | vroegbloeier |
| heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
| hitomukashimae-一昔前 | lange tijd geleden; vroeger |
| hōga-萌芽 | een vroeg teken; het begin (van) |
| ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
| izen-以前 | vroeger; voorheen |
| izure-何れ | hoe dan ook, wat er ook van zijn mag; uiteindelijk; vroeg of laat |
| jakunen-若年 | (vroege) jeugd; jonge jaren |
| jingasa-陣笠 | strohoeden die vroeger door gewone voetsoldaten werden gedragen i.p.v. helmen |
| jōbako-状箱 | doos met brieven die vroeger werd meegegeven aan een bode |
| jumokui-樹木医 | boomverzorger (vroeger aanduiding voor boomchirurgie en boomchirurg, heden voor boomkwakzalverij) |
| jūrai-従来 | voorheen; vroeger; tot nu toe; conventioneel; traditioneel |
| kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanbai-寒梅 | vroegbloeiende pruimenboom |
| katatataki-肩叩き | in een bedrijf iemand met een schouderklopje aansporen om vervroegd met pensioen te gaan [ ontslag te nemen] |
| katsute-嘗て | eens; eerder; vroeger; voorheen; ooit |
| keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
| kikuban-菊判 | standaard Japans papierformaat (huidig: 150 x 220 mm; vroeger: 636 x 939 mm) |
| kinsei-近世 | de (vroeg)moderne tijd |
| kiō-既往 | het verleden; verleden tijd; vroegere tijden |
| kōgun-皇軍 | het keizerlijke leger (vroeger de algemene benaming voor leger en marine van Japan) |
| kokin-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kokon-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
| koshikata-来し方 | het verleden; vroeger; in vroeger tijd |
| koshimino-腰蓑 | traditionele Japanse kilt [rok] van stro of gras (vroeger gedragen door jagers en vissers) |
| kumaso-熊襲 | Kumaso (vroegere provincie, nu de prefectuur Miyazaki) |
| kuriageshōkan-繰上償還 | vervroegde aflossing |
| kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
| kyōfu-教父 | kerkvader; vroegchristelijke theoloog |
| kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
| kyūshō-旧称 | oude naam [vroegere benaming] (voor) |
| madaki-未だき | heel kort geleden; (in) een vroeg stadium; (op) een vroeg moment |
| mae-前 | voor; eerder; vroeger |
| mankimaehensaihoshōryō-満期前返済保償料 | obligatielening met vervroegde aflossing |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| mijukuji-未熟児 | prematuurtje; te vroeg geboren kind |
| mijukujishussan-未熟児出産 | vroeggeboorte; vroegtijdige geboorte |
| mōshū-孟秋 | het begin van de herfst; het vroege najaar |
| mōshun-孟春 | begin van de lente; vroege lente |
| mōtō-孟冬 | begin van de winter; de vroege winter |
| mukashi-昔 | vroeger; in het verleden |
| mukashinagara-昔ながら | traditioneel; onveranderd; net als vroeger |
| nanatsu-七つ | werd vroeger gebruikt voor tijdsaanduidingen: ca. 4 uur in de morgen of middag |
| natanezuyu-菜種梅雨 | lange periode van regen in de vroege lente |
| natsu-夏 | zomer (in Japan tegenwoordig van juni tot augustus, vroeger toen men uitging van de maankalender was het van april tot juni) |
| natsugo-夏蚕 | een zijderups, die vanaf de vroege zomer wordt gekweekt |
| nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
| nendai-年代 | vroeger tijdperk; oudheid |
| nishijin-西陣 | de naam van een wijk in Kyoto, vroeger het centrum van de zijdeweverij |
| nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
| ōji-往事 | eerdere [vroegere] gebeurtenissen [voorvallen] |
| ōjitsu-往日 | vroegere tijd; oude tijden |
| ōko-往古 | vroeger; lang geleden; oudheid |
| ōnen-往年 | eens; voorheen; vroeger; voorbije jaren |
| oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
| osokarehayakare-遅かれ早かれ | vroeg of laat |
| penihi-ペニヒ | pfennig (vroegere Duitse munt, 1/100 mark) |
| peseta-ペセタ | peseta (vroegere Spaanse munteenheid) |
| rekidai-歴代 | opeenvolgende generaties; van vroeger tot nu; |
| rōtaikoku-老大国 | een land dat vroeger heel machtig was, maar nu niet meer; een ooit machtige natie in verval |
| rōtīn-ローティーン | vroege tienerjaren (10 t/m 14) |
| sakibashiru-先走る | op de zaken vooruit lopen; te snel handelen; te vroeg starten; voor de troepen uitlopen (fig.) |
| saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
| samidare-五月雨 | vroege zomerregen |
| seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
| seki-昔 | (in kanji combinaties) vroeger; in het verleden; lang geleden |
| sekijitsu-昔日 | vroegere tijd; oude tijden |
| senmyōtai-宣命体 | schriftsysteem uit de Nara- (710–794) en vroege Heian-periode (794–1192) (met kleinere karakters voor grammaticale elementen dan voor lexicale) |
| sennō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| sentetsu-先哲 | oude [vroegere] wijze man [wijsgeer] |
| sen'ō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| shā-シャー | Shah (vroegere Perzische heerser) |
| shigure-時雨 | korte (zware) regenbui (in late herfst of vroege winter) |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
| shiringu-シリング | shilling (vroegere Engelse munt) |
| shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
| shishiodoshi-鹿威し | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| shoka-初夏 | vroege zomer; vroeg in de zomer; in het begin van de zomer |
| shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
| shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
| shoshū-初秋 | de vroege herfst; het begin van de herfst |
| shoshun-初春 | de vroege lente; het begin van de lente |
| shotō-初冬 | de vroege winter; het begin van de winter |
| shusshinsha-出身者 | afgestudeerde; alumnus; vroegere inwoner |
| sō-早 | (in kanji combinaties) vroeg; spoedig; snel |
| sōbai-早梅 | vroege pruimenbloesems |
| sōchō-早朝 | de vroege ochtend |
| sōkei-早計 | vroegtijdigheid; voorbarigheid |
| sōki-早期 | in een vroeg stadium |
| sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
| sōsei-早生 | snelle groei; vroegrijpheid; prematuur |
| sōseiji-早生児 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; te vroeg geboren baby |
| sōshun-早春 | vroeg in de lente; in het vroege voorjaar |
| sōzan-早産 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; prematuur |
| sōzu-添水 | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| taigaku-退学 | het vroegtijdig de school [universiteit] verlaten (de opleiding niet afmaken) |
| tsutoni-夙に | vroeg in de morgen [ochtend] |
| ubazakura-姥桜 | een vroeg bloeiende kersenboom |
| wakahage-若禿 | vroegtijdige kaalheid; kaalheid op jonge leeftijd |
| wakajini-若死に | vroege dood; jong overleden |
| wakajinisuru-若死にする | jong [vroeg] overlijden [sterven] |
| wakashiraga-若白髪 | vroeg grijs; grijs haar op jonge leeftijd |
| wase-早稲 | rijstvariëteit die vroeg rijpt; vroeg rijpende gewassen [vruchten] |
| wase-早稲 | vroeg volwassen worden |
| yoi-宵 | de vroege avond; het begin van de avond (net na zonsondergang) |
| yoinokuchi-宵の口 | de vroege avond; net na zonsondergang |
| yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
| yūgata-夕方 | schemering; (vroege) avond |
| yūkei-夕景 | schemering; vroege avond |
| yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| yuna-湯女 | een vrouw die vroeger voor badgasten zorgde in een onsen (warmwaterbron) |
| yūseidaijin-郵政大臣 | vroeger: Minister van post en telecommunicatie, tegenwoordig: Minister van binnenlandse zaken en communicatie |
| yūseishō-郵政省 | vroeger: Ministerie van post en telecommunicatie, tegenwoordig geïntegreerd in Mnisterie van binnenlandse zaken en communicatie |
| zendai-前代 | vorige generatie; vroeger [eerder] tijdperk |
| zenjin-前人 | voorganger; mensen uit vroegere tijden; voorouders |
| zenko-前古 | vroeger; oude tijden; oudheid |
| zenkushōjō-前駆症状 | vroege [voorafgaande] symptomen (voordat de ziekte zich openbaart) |
| zensha-前者 | de eerstgenoemde; voormalige; vroegere |