Kruisverwijzing
strijd
lemma | meaning |
---|---|
aguresshibu-アグレッシブ | agressief; strijdlustig |
aianman・rēsu-アイアンマン・レース | triatlon wedstrijd |
aibeya-相部屋 | een wedstrijd tussen sumoworstelaars van dezelfde stal |
aitedoru-相手取る | de strijd aangaan met; iemand uitdagen [aanklagen] |
akusen-悪戦 | het vechten onder ongunstige omstandigheden; zware gevechten; een wanhopige strijd |
akusenkutō-悪戦苦闘 | een verwoed [wanhopig] gevecht met de rug tegen de muur (tegen een sterke tegenstander); een zware strijd onder moeilijke omstandigheden |
akusensuru-悪戦する | een zware strijd leveren |
anbibarensu-アンビバレンス | ambivalentie; tegenstrijdigheid |
anbibarento-アンビバレント | ambivalent; tegenstrijdig |
anchinomī-アンチノミー | antinomie; tegenstrijdigheid; tegenspraak |
anchitēze-アンチテーゼ | antithese; tegenstelling; tegenstrijdigheid |
antōsuru-暗闘する | een geheime [verborgen] strijd voeren (tegen) |
aramusha-荒武者 | woeste [meedogenloze; onbevreesde; dappere] strijder [krijger] |
arasoi-争い | strijd; gevecht; ruzie; conflict |
arasou-争う | strijden; vechten; wedijveren; ruzie maken |
arasou-争う | bestrijden; betwisten |
atekko-当てっこ | het spelletje [een wedstrijd] waarbij men iets naar een bepaald doel probeert te gooien |
atemono-当て物 | een prijs; prijzenwedstrijd; loterij |
atomearasoi-跡目争い | strijd [ruzie] over de opvolging [erfenis] |
atsureki-軋轢 | conflict; strijd; botsing; onenigheid |
baiasuron-バイアスロン | biatlon (combinatie van ski- en schietwedstrijd) |
batoru・roiyaru-バトル・ロイヤル | battle royale (wedstrijdtype bij worstelen en computergames) |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
bu-武 | strijder; krijger |
bujin-武人 | militair; strijder; soldaat |
chanpionshippu-チャンピオンシップ | voorvechter zijn; strijd voor (iets) |
chiagāru-チアガール | cheerleader (bij sportwedstrijden) |
chiarīdā-チアリーダー | cheerleader (bij sportwedstrijden) |
chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
chintsū-鎮痛 | pijnbestrijding; pijnverlichting |
chokudai-勅題 | het onderwerp [thema] voor de Nieuwjaars poëziewedstrijd |
chūkyori-中距離 | middellange afstand (wedstrijden) |
dābī-ダービー | derby (sportwedstrijd) |
daburuheddā-ダブルヘッダー | (honkbal) twee wedstrijden na elkaar tegen dezelfde tegenstander |
daidasha-代打者 | pinch-hitter, (honkbal) (sterke) vervangende slagman (in kritieke fase van de wedstrijd) |
daisō-代走 | (honkbal) pitch runner, (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
daru・gēmu-ダル・ゲーム | een saaie wedstrijd |
deddo・bōru-デッド・ボール | (honkbal) een dode bal (het stilleggen van de wedstrijd door de scheidsrechter (b.v. als de slagman wordt geraakt door de worp van de pitcher) |
deddo・hīto-デッド・ヒート | gelijkspel; onbesliste wedstrijd; gelijk gefinisht |
deddo・hīto-デッド・ヒート | felle strijd [competitie]; hevige concurrentie |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
desu・matchi-デス・マッチ | een strijd op leven en dood |
dē・gēmu-デー・ゲーム | wedstrijd gespeeld overdag (bij daglicht) |
dokutā・sutoppu-ドクター・ストップ | (in opdracht van een arts) het staken van een wedstrijd (b.v. boksen); een technische knockout |
doraibingu・kontesuto-ドライビング・コンテスト | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
dorakon-ドラコン | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
dorō-ドロー | (sportwedstrijd) gelijkspel; remise |
eirei-英霊 | geesten [zielen] van overleden strijders [soldaten] |
ekishibishon-エキシビション | demonstratie(wedstrijd) |
ekishibishon・gēmu-エキシビション・ゲーム | demonstratiewedstrijd |
ēru-エール | yell (supportersstrijdkreet) |
fainaru-ファイナル | finale; eindwedstrijd; eindexamen |
fainaru・gēmu-ファイナル・ゲーム | eindwedstrijd; finale |
faitā-ファイター | vechter; strijder; bokser |
faitingu・supiritto-ファイティング・スピリット | vechtlust; strijdlust |
faito-ファイト | wedstrijd in vechtsporten, zoals boksen, etc. |
faito-ファイト | vechtlust; strijdvaardigheid |
faito・manē-ファイト・マネー | prijsgeld bij een vechtwedstrijd |
funsō-紛争 | dispuut; conflict; strijd; geschil |
fusenpai-不戦敗 | (judo) verlies door niet verschijnen [komen opdagen] bij een wedstrijd |
fu'itchi-不一致 | onenigheid; verschil; inconsistentie; tegenstrijdigheid |
geiha-鯨波 | strijdkreet; oorlogskreet |
gekiron-激論 | woordenstrijd; verhitte [felle] discussie [woordenwisseling] |
gekisen-激戦 | hevige [felle] strijd; zwaar gevecht |
gēmusetto-ゲームセット | (game set and match) einde van de wedstrijd (tennis) |
gigun-義軍 | (leger voor) een goede, rechtvaardige strijd [oorlog] |
gun-軍 | leger; krijgsmacht; strijdmacht; troepen |
gunba-軍馬 | legerpaard; strijdros; oorlogspaard |
gunkoku-軍国 | leger en staat; strijdkrachten en landsbestuur |
guntai-軍隊 | strijdkracht; leger; troepen |
gunzei-軍勢 | strijdkrachten; militaire troepen; manschappen |
guran・puri-グラン・プリ | Grand Prix; Grote Prijs (belangrijke sportwedstrijd) |
hāfutaimu-ハーフタイム | rust; pauze (tussen de eerste en de tweede helft van een wedstrijd) |
haigeki-排撃 | verwerping; afkeuring; afwijzing; aanval; bestrijding (in woord en geschrift) |
haigun-敗軍 | verloren strijd [slag] |
haihan-背反 | tegenstrijdigheid |
haisen-敗戦 | nederlaag (in een oorlog, strijd, e.d.) |
hanappashi-鼻っぱし | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hanappashira-鼻っ柱 | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hārā・dābī-ハーラー・ダービー | (honkbal) de strijd om de werper met de meeste overwinningen in het seizoen te worden |
hattotorikku-ハットトリック | (sport) drie doelpunten in een wedstrijd van één speler |
heiba-兵馬 | cavalerie; manschappen; strijdkrachten |
heiryoku-兵力 | troepenmacht; strijdkrachten; militaire kracht |
hiteiteki-否定的 | negativiteit; tegenstrijdigheid |
hōmuran・dābī-ホームラン・ダービー | (Major League Baseball) jaarlijkse wedstrijd om wie de meeste homeruns slaat |
hōmu・gēmu-ホーム・ゲーム | thuiswedstrijd |
hotto・wō-ホット・ウォー | gewapende strijd |
hyōgo-標語 | motto; slagzin; strijdkreet; slogan |
hyōtan-氷炭 | contradictie; tegenstelling; onverenigbaarheid; strijdigheid |
ichimei-一命 | (China) heer; man van beschaving; overheidsdienaar; krijgsman; strijder |
ierō・kādo-イエロー・カード | (in sportwedstrijden) gele kaart |
iken-違憲 | in strijd met de grondwet [ongrondwettig] zijn |
ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) partij; schaakspel; wedstrijd |
ikusa-戦 | oorlog; (veld)slag; gevecht; strijd; militaire campagne |
inbitēshonmatchi-インビテーション・マッチ | sportwedstrijd op uitnodiging |
infaitingu-インファイティング | (verborgen) machtsstrijd; stammenstrijd; heimelijke concurentie |
inpurē-インプレー | het spel [de wedstrijd] is aan de gang (sport) |
intāhai-インターハイ | sportwedstrijden tussen middelbare scholen |
ipponshōbu-一本勝負 | wedstrijd om één gewonnen punt |
itabasami-板挟み | dilemma; tweestrijd |
itamiwake-痛み分け | gelijkspel in een sumo wedstrijd, omdat de tegenstander een verwonding heeft opgelopen |
jijitsumukon-事実無根 | ongegrond [ongefundeerd] zijn; in strijd zijn met de feiten |
junkesshōsen-準決勝戦 | halvefinale-wedstrijd (in een toernooi) |
kabadi-カバディ | (Hindi: kabaḍḍī) kabaddi, een nationale sport in India (waarbij 2 teams van 7 spelers tegen elkaar strijden) |
kachiikusa-勝ち戦 | overwinning; gewonnen veldslag [strijd; oorlog] |
kachinukisen-勝ち抜き戦 | wedstrijd in de knockout-fase van een sporttoernooi |
kachitoru-勝ち取る | (iets) verkrijgen [verwerven; behalen] (na inspanning of strijd); winnen |
kaikyūtōsō-階級闘争 | klassenstrijd |
kaisō-壊走 | het op de vlucht slaan (na een strijd); vlucht; aftocht |
kangun-官軍 | regeringsleger; keizerlijk leger; strijdkrachten [troepen] van de regering [keizer] |
kansen-観戦 | toeschouwing van een wedstrijd [competitie] |
kantō-完投 | (honkbal) dezelfde werper gedurende de hele wedstrijd |
katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
kenpōihan-憲法違反 | handelen in strijd met de grondwet; ongrondwettig [inconstitutioneel] handelen |
kesshōsen-決勝戦 | finale(s); beslissende wedstrijd |
kiai-気合い | kreet; schreeuw; strijdkreet; aanmoedigingskreet |
kigai-気概 | wilskracht; pit; lef; durf; strijdlust |
kiken-棄権 | opgeven (bij een wedstrijd) |
kirimusubu-切り結ぶ | duelleren; de degens kruisen (met); strijden |
kisou-競う | wedijveren; strijden (om een titel, trofee, etc.) |
kōgekiteki-攻撃的 | agressief; aanvallend; strijdlustig |
kogunfuntō-孤軍奮闘 | een eenzame strijd; gevecht in je eentje |
kōhansen-後半戦 | tweede helft van een wedstrijd [gevecht] |
kokusaijōri-国際場裡 | het internationale strijdperk; de internationale arena |
kokusaishiai-国際試合 | internationale wedstrijd [competitie]; ; internationaal toernooi |
konpe-コンペ | competitie; wedstrijd |
konpetishon-コンペティション | competitie; wedstrijd |
konsen-混戦 | onoverzichtelijke [verwarrende] strijd; gevecht met een onvoorspelbare afloop |
kōron-口論 | woordenwisseling; woordentwist; ruzie; woordenstrijd |
kōrudo・gēmu-コールド・ゲーム | een honkbalwedstrijd die is gestaakt of beëindigd (om verschillende redenen) |
kōrudo・wō-コールド・ウォー | koude oorlog (ongewapende strijd) |
kōsen-交戦 | (gewapend) conflict; oorlog(voering); (onderlinge) strijd (met wapens) |
kōshikisen-公式戦 | reguliere wedstrijd; competitiewedstrijd; kampioenswedstrijd; play-offs; eindronde (honkbal) |
kubihiki-首引き | het met elkaar wedijveren [strijden] |
kubitsuka-首塚 | begraafplaats [grafheuvel] voor de hoofden van gevallen strijders of veroordeelden |
kuichigau-食い違う | niet bij elkaar passen; onverenigbaar [strijdig] zijn (met) |
kujo-駆除 | verdelging; uitroeiing; bestrijding |
kurairon-位論 | het dispuut [de strijd; de twist] om de positie de van keizer |
kurashikku・rēsu-クラシック・レース | klassieker (race; wedstrijd) |
kurosukantorī・rēsu-クロスカントリー・レース | veldloopwedstrijd |
kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
kurosu・kantorī・rēsu-クロス・カントリー・レース | veldloop wedstrijd; langlauf wedstrijd |
kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
kusen-苦戦 | zware [wanhopige] strijd |
kyappusū-キャップ数 | aantal interlandwedstrijden (Eng.: caps) van een speler |
kyōdōkunren-共同訓練 | (van strijdkrachten) gemeenschappelijke training [oefening] |
kyōei-競泳 | zwemwedstrijd |
kyōgō-競合 | rivaliteit; wedijver; strijd |
kyōsōsuru-競争する | wedijveren; strijden; concurreren |
kyōtei-競艇 | speedbootrace; wedstrijd met raceboten |
kyūmin-救民 | rampenbestrijding; hulp aan mensen in nood |
makeikusa-負け戦 | nederlaag; verloren veldslag [strijd; oorlog] |
makkōshōbu-真っ向勝負 | frontale strijd; directe confrontatie |
matchi・purē-マッチ・プレー | (golf) matchplay (wedstrijd tussen twee spelers of twee teams) |
mein・ibento-メイン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
mēn・ibento-メーン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
miritarī-ミリタリー | leger; krijgsmacht; strijdkrachten |
misu・kontesuto-ミス・コンテスト | missverkiezing; schoonheidswedstrijd |
mosa-猛者 | een dappere [sterke] man; een heldhaftige strijder |
mujun-矛盾 | tegenstelling; discrepantie; tegenstrijdigheid; inconsistentie |
mujunsuru-矛盾する | tegenstrijdig [inconsistent] zijn; conflicteren |
mukaeutsu-迎え撃つ | de strijd aangaan (met de vijand) |
mukaibi-向かい火 | vuur dat wordt aangestoken om bosbranden te bestrijden |
mukōiki-向こう意気 | vechtlust; strijdlustigheid; strijdvaardigheid |
munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
nage-投げ | zich overgeven (bij wedstrijd of spel) |
naisen-内戦 | burgeroorlog; binnenlandse oorlog; interne strijd |
naitā-ナイター | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
naito・gēmu-ナイト・ゲーム | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
nawabariarasoi-縄張り争い | territoriumgevecht; strijd [oorlog] onder criminele groepen |
nessen-熱戦 | een felle strijd; hevig gevecht |
nettō-熱闘 | felle strijd; fel bevochten wedstrijd |
ninja-忍者 | een ninja (geheime strijder in het feodale Japan) |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
nōgēmu-ノーゲーム | (honkbal) gestaakte wedstrijd (b.v. vanwege regen) |
nōhittonōran-ノーヒットノーラン | (honkbal) een wedstrijd waarin geen van beide teams een honkslag hebben geslagen |
nōsaido-ノーサイド | (rugby, e.d.) eindsignaal; einde van de wedstrijd |
nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
ōbātaimu-オーバータイム | (extra) verlenging (sportwedstrijd) |
ochimusha-落ち武者 | een verslagen strijder [samoerai] op de vlucht |
ochiyuku-落ち行く | wegvluchten (van een strijdperk, slagveld, etc.) |
oiesōdō-お家騒動 | machtsstrijd (binnen een bedrijf of organisatie) |
okamehachimoku-岡目八目 | het (gunstige) uitkijkpunt van omstanders; toeschouwers kunnen een wedstrijd beter overzien dan de spelers zelf |
ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
oozumō-大相撲 | een sumo wedstrijd [sumo toernooi] (op hoog niveau) |
ōpunsen-オープン戦 | demonstratiewedstrijd (voorseizoenswedstrijd) |
ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
otokodate-男伊達 | iemand die opkomt [strijdt] voor de zwakkeren (in de samenleving) |
otokodate-男伊達 | het opkomen [strijden] voor de zwakkeren (in de samenleving) |
pāfekuto・gēmu-パーフェクト・ゲーム | perfecte wedstrijd (een honkbalwedstrijd waarin de tegenstander geen enkele run heeft gemaakt) |
paruchizan-パルチザン | partizaan; verzetsstrijder; guerrillastrijder |
penanto・rēsu-ペナント・レース | kampioensvlag-race (de laatste wedstrijd om het kampioenschap van de competitie, met name in honkbal) |
pinchihittā-ピンチヒッター | (honkbal) (sterke) vervangende slagman in kritieke fase van de wedstrijd |
pinchirannā-ピンチランナー | (honkbal) (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
pī・kēsen-ピー・ケー戦 | (penalty kick shoot-out) strafschoppenserie om een wedstrijd te beslissen |
purē-プレー | wedstrijd |
purēofu-プレーオフ | beslissingswedstrijd |
purēofu-プレーオフ | een serie wedstrijden om het kampioenschap |
purē・bōru-プレー・ボール | (honkbal, tennis, etc.) aankondiging dat een wedstrijd kan beginnen |
rabu・ōru-ラブ・オール | (Eng.: love all) (score bij sportwedstrijd, b.v. tennis) 0-0; nul-nul; (bij bridge) niemand kwetsbaar |
rangun-乱軍 | strijdgewoel; krijgsgewoel; mêlee |
ransen-乱戦 | strijdgewoel; krijgsgewoel; mêlee |
raundo-ラウンド | ronde (van wedstrijd, onderhandelingen, e.d.) |
rikitō-力闘 | hard gevecht; felle strijd |
ringu-リング | boksring; piste; arena; strijdperk |
rinsen-臨戦 | deelname aan de strijd [oorlog]; zich klaarmaken om te vechten [strijden]; het betreden van het slagveld |
rinsentaisei-臨戦態勢 | klaar voor de strijd; in staat van paraatheid (voor de oorlog) |
rōdo・gēmu-ロード・ゲーム | uitwedstrijd |
rōdo・rēsu-ロード・レース | wegrace; wegwedstrijd; autorace op de (openbare) weg |
ronpa-論破 | bestrijding van een theorie, opvatting e.d.; het met tegenargumenten komen |
rōshi-老師 | oorlogsmoeheid (van strijdkrachten) |
sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
saikuru・hitto-サイクル・ヒット | (hitting for the cycle) een cycle slaan (bij honkbal, het slaan van een honkslag, een dubbeslag, een driehonkslag en een homerun in één wedstrijd) |
sakusen-作戦 | strategie; tactiek; strijdplan |
samurai-侍 | samoerai; strijder |
sanbonshōbu-三本勝負 | 3 game [best of three] wedstrijd; wedstrijd om drie punten |
sangun-三軍 | het gehele leger; de gezamenlijke strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht) |
sansen-参戦 | deelname aan een oorlog; het ten strijde gaan [trekken] |
sansensuru-参戦する | ten strijde trekken; deelnemen aan een oorlog |
sasupendeddo・gēmu-サスペンデッド・ゲーム | gestaakte wedstrijd |
seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
seikensōdatsu-政権争奪 | strijd om de (politieke) macht |
seiseidōdō-正正堂堂 | een eerlijk gevecht; met open vizier strijden |
seizonkyōsō-生存競争 | de strijd om het bestaan |
sekkō-拙攻 | slecht opgezette [voorbereidde] aanval; zwak offensief (bij sportwedstrijden) |
sen-戦 | strijd; oorlog; gevecht |
senchi-戦地 | slagveld; oorlogsgebied; strijdtoneel; front |
senjō-戦場 | strijdperk; slagveld; strijdtoneel; oorlogsgebied; oorlogsterrein; front |
sensha-戦車 | (arch.) strijdwagen (met twee of vier paarden) |
sentōteki-戦闘的 | strijdlustig |
sen'yū-戦友 | strijdmakker; wapenbroeder; krijgsmakker |
setto-セット | set (in sportwedstrijden) |
shiai-試合 | wedstrijd; gevecht; strijd; competitie |
shiaikyū-試合球 | wedstrijdbal |
shīsō・gēmu-シーソー・ゲーム | een heen-en-weer gaande strijd; getouwtrek om de overwinning; strijd waarbij dan weer de ene partij de overhand heeft, dan weer de andere |
shitten-失点 | (in een spel of wedstrijd) een verloren punt; een punt dat men zomaar weggeeft |
shōbō-消防 | het blussen van branden; de brand bestrijden |
shōbu-勝負 | wedstrijd; kamp; gevecht |
shōbugoto-勝負事 | wedstrijd; competitie |
shokkiri-初っ切り | komische act van sumoworstelaars van lagere rang (bij demonstratiewedstrijden) |
shosen-初戦 | de eerste wedstrijd; het eerste treffen; de eerste slag [strijd] |
shūban-終盤 | eindspel; laatste fase (van een wedstrijd, verkiezingen, e.d.) |
shūbansen-終盤戦 | eindstrijd; het einde [de laatste fase] (van een verkiezingscampagne, wedstrijd, e.d.) |
shuppatsugakari-出発係 | starter (bij een wedstrijd, degene die het startschot geeft) |
shura-修羅 | felle strijd; bloedbad; slachtpartij |
shutsujō-出場 | deelname (aan een wedstrijd etc.) |
sōdatsu-争奪 | competitie; wedijver, strijd; vechtpartij |
sodatsusen-争奪戦 | strijd; gevecht; competitie; wedijver; wedstrijd |
sōhan-相反 | tegenstrijdigheid; tegenspraak; contradictie |
sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
sōkensuru-総見する | met een grote groep een wedstrijd [voorstelling] bezoeken |
sōkoku-相克 | tegenstrijdigheid |
sōzei-総勢 | de hele groep [partij]; de hele strijdmacht |
sōzokuarasoi-相続争い | strijd [ruzie] over de opvolging [erfenis] |
suijōkyōgitaikai-水上競技大会 | watersportevenement; zwemwedstrijd |
sūpā・bouru-スーパー・ボウル | de Super Bowl (de kampioenswedstrijd tussen de twee winnende teams van resp. de American Football Conference en de National Football Conference) |
surōgan-スローガン | motto; slagzin; strijdkreet; slogan |
sutātā-スターター | starter (persoon die het startsein geeft, bij sportwedstrijden) |
sutātingu・menbā-スターティング・メンバー | (sport) deelnemer die meedoet aan het begin van een wedstrijd (in de startopstelling) |
tachiuchi-太刀打ち | gevecht; strijd; het duelleren; de degens kruisen (met) |
tachiuchi-太刀打ち | twist; woordenstrijd; onenigheid |
tachiuchisuru-太刀打ちする | duelleren; de degens kruisen (met); strijden; vechten |
tagu・matchi-タグ・マッチ | professionele worstelwedstrijden van tagteams |
taisen-対戦 | strijd; gevecht; confrontatie; tweestrijd |
taisen-対戦 | competitie; wedstrijd |
taitoru・matchi-タイトル・マッチ | titelwedstrijd; titelgevecht; titelstrijd |
tatakai-戦い | oorlog; gevecht; strijd |
teawase-手合わせ | wedstrijd; partij |
tekitaisuru-敵対する | vijandig staan (tegenover); strijden; vechten |
tesuto・doraibā-テスト・ドライバー | testrijder |
tōbyō-闘病 | de strijd tegen een ziekte |
tōbyōsuru-闘病する | strijden [vechten] tegen een ziekte |
tōgōsanbōhonbu-統合参謀本部 | de gezamenlijke stafchefs (van de Amerikaanse strijdkrachten) |
tokusen-特選 | eervolle onderscheiding (door een jury tijdens een wedstrijd) |
tokyōsō-徒競走 | hardloopwedstrijd; wedloop |
toriau-取り合う | concurreren; strijden |
torikumi-取り組み | (in sport) partij; wedstrijd |
torikumu-取り組む | worstelen (met een tegenstander); strijden |
tōshi-闘士 | vechter; strijder (b.v. in een oorlog of een maatschappelijke beweging) |
tōshi-闘志 | vechtlust; strijdlust |
tōsō-闘争 | gevecht; conflict; oorlog; strijd |
uchidome-打ち止め | einde van een wedstrijd [optreden; sessie] |
uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
utaawase-歌合わせ | waka-gedichtenwedstrijd |
wakamusha-若武者 | jonge krijger; jonge strijder |
wansaido・gēmu-ワンサイド・ゲーム | eenzijdige wedstrijd (wedstrijd waarin een partij veel sterker is) |
wari-割り | een sumo partij; programma van sumo wedstrijden |
yariau-遣り合う | wedijveren; strijden; vechten; ruziën (met) |
yosen-予選 | voorronde; kwalificatiewedstrijd; selectiewedstrijd |
yūsen-勇戦 | dappere [moedige] strijd |
yūshi-勇士 | dappere [moedige] krijger [strijder]; held |
yūshōhai-優勝杯 | wedstrijdbeker; trofee |
zenhansen-前半戦 | eerste helft van een wedstrijd [gevecht] |
zenshō-全勝 | alle wedstrijden gewonnen hebben; het behalen van een volledige overwinning zonder verliespunten |
zenshōsen-前哨戦 | voorronde; oefenwedstrijd |
zessen-舌戦 | woordenwisseling; verbale strijd |