Kruisverwijzing
sluiten
| lemma | meaning |
|---|---|
| aihansuru-相反する | contrasteren; conflicteren; in tegenspraak zijn; elkaar wederzijds uitsluiten |
| ainakabasuru-相半ばする | in evenwicht zijn; salderen; sluitend zijn (balans); tegen elkaar afstrepen |
| akeshime-開け閉め | het openen en sluiten |
| aketate-開け閉て | het openen en sluiten |
| aru-有る | bevatten; omvatten; insluiten |
| ayumiyoru-歩み寄る | een compromis sluiten; halfweg tegemoet komen |
| chōkā-チョーカー | korte [nauwsluitende] halsketting |
| daku-抱く | omhelzen; omarmen; in de armen sluiten [dragen] |
| dakyōsuru-妥協する | een compromis sluiten; schikken |
| danketsuken-団結権 | het recht van arbeiders om zich te verenigen [zich aan te sluiten bij een vakbond] |
| danzuru-断ずる | besluiten; beslissen; bepalen |
| dōfūsuru-同封する | bijsluiten; insluiten; bijvoegen |
| fūjikomeru-封じ込める | insluiten; opsluiten; iets ergen indoen en afsluiten [verzegelen] |
| fujin-不尽 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| fūjiru-封じる | verzegelen (v.e. brief, e.d.); afsluiten; vastzetten |
| fusagu-塞ぐ | sluiten (ogen, mond, e.d.) |
| fushitsu-不悉 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| genpū-厳封 | het verzegelen; afsluiten |
| genpūsuru-厳封する | verzegelen; (compleet; stevig) afsluiten |
| hairu-入る | lid worden (van); zich aansluiten bij; zich in een bepaalde wereld [kring] begeven |
| haitateki-排他的 | uitsluitend; exclusief |
| haizansuru-廃山する | een mijn sluiten [verlaten] |
| hazusu-外す | losmaken; openmaken; ontsluiten; afdoen; uitdoen |
| heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
| heimon-閉門 | het sluiten van de poort |
| heisasuru-閉鎖する | afsluiten; opheffen; stopzetten |
| heisokusuru-閉塞する | blokkeren; afsluiten; belemmeren; verhinderen |
| hikeru-引ける | sluiten; voorbij [uit; afgelopen] zijn |
| hitoeni-偏に | volledig, uitsluitend; geheel |
| honshiken-本試験 | eindexamen; afsluitend examen |
| i-囲 | (in kanji combinaties) insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten; belegeren; omgeving; omtrek |
| josuru-除する | verwijderen; elimineren; uitsluiten |
| kaihei-開閉 | het openen en sluiten |
| kakomu-囲む | insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten |
| kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
| kanban-看板 | het sluiten (van een winkel, restaurant, e.d.); sluitingstijd |
| kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
| kanyūsuru-加入する | toetreden; zich aansluiten; lid worden |
| karamitsuku-絡みつく | (om)strengelen; omvatten; omsluiten |
| keigu-敬具 | Hoogachtend (formele standaarduitdrukking om een brief af te sluiten) |
| keiyakusuru-契約する | contracteren; een contract afsluiten |
| kesshinsuru-決心する | beslissen; besluiten; zich voornemen |
| ketsumei-結盟 | het aangaan van een alliantie [bondgenootschap]; het sluiten van een verbond |
| ketteisuru-決定する | beslissen; besluiten; vaststellen |
| kimeru-決める | beslissen; vaststellen; besluiten |
| kingokusuru-禁獄する | gevangen zetten; opsluiten |
| kirinō-切り能 | vijfde en laatste (afsluitende) stuk van een dagvoorstelling in het Nō-theater |
| kisuru-期する | besluiten; (vooraf) beslissen; een besluit nemen |
| kōkansuru-交歓する | beleefdheden uitwisselen; verbroederen; vriendschap sluiten |
| komoru-籠る | zichzelf opsluiten [afzonderen]; binnen blijven |
| kumu-組む | (zich) verenigen; samengaan; aansluiten (bij) |
| kurikomu-繰り込む | bevatten; insluiten; inbegrepen zijn |
| kuru-繰る | (open)schuiven; (één voor één) openen [sluiten] (luiken, e.d.) |
| mippei-密閉 | hermetische afsluiting; het goed [hermetisch; luchtdicht] afsluiten |
| misejimai-店仕舞い | het voorgoed sluiten van [stoppen met] een winkel [zaak; bedrijf] |
| misejimai-店仕舞い | het sluiten van een winkel (op een bepaalde tijd van de dag) |
| missen-密栓 | het afdoppen [hermetisch afsluiten; verzegelen]; luchtdichte stop |
| missensuru-密栓する | afdoppen; (hermetisch) afsluiten; verzegelen |
| nakagiri-中限 | transactie waarvan de leveringsdatum is in de volgende maand na het sluiten van het verkoopcontract |
| nakamairi-仲間入り | het zich aansluiten bij [toetreding tot] (een groep) |
| nareau-馴れ合う | vriendschap sluiten; goed kunnen opschieten met elkaar; intiem worden; een geheime relatie aangaan |
| naritatsu-成り立つ | (een deal) sluiten; voltooien; afronden; tot een overeenkomst komen |
| nikuhaku-肉薄 | het dichterbij komen; dicht benaderen; insluiten; achtervolgen; inhalen |
| nokeru-退ける | uitsluiten; wegnemen; weglaten |
| nozoku-除く | uitzonderen; uitsluiten; weglaten; overslaan; (fig.) aan de kant zetten |
| nyūshin-入信 | het zich bij een geloof aansluiten; zich bekeren; bekeerd worden |
| nyūtō-入党 | het zich aansluiten bij [toetreden tot] een politieke partij |
| oikomu-追い込む | ergens in jagen; insluiten |
| okura-お蔵 | het annuleren [sluiten; beëindigen] van een project, productie, toneelvoorstelling, etc. |
| omoitatsu-思い立つ | bedenken; van plan zijn; besluiten; beslissen; een besluit [beslissing] nemen |
| oriau-折り合う | een overeenkomst bereiken; tot een akkoord komen; een compromis sluiten |
| oshikomeru-押し込める | instoppen; induwen; inpersen; stouwen; opsluiten |
| oshikomu-押し込む | inproppen; insteken; instoppen; binnenduwen; opsluiten |
| oshimai-お仕舞い | het sluiten; beëindigen |
| pakupaku-ぱくぱく | (onomatopee) herhaaldelijk openend en sluitend (van de mond); naar lucht happend |
| patchi-パッチ | strakke [nauwsluitende] broek |
| raku-絡 | (in kanji combinaties) verbinding; verband; verstrengelen; bij elkaar blijven; aansluiten |
| rokku-ロック | slot; op slot doen; afsluiten |
| sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
| seiyaku-成約 | het afsluiten van een contract |
| setsuzokusuru-接続する | verbinden; aansluiten; samenvoegen; vastmaken |
| settoōru-セットオール | gelijke stand in sets bij tennis, tafeltennis, e.d. (waarna een afsluitende set wordt gespeeld om een winnaar aan te wijzen) |
| shikekomu-しけ込む | zich ergens terugtrekken; zichzelf opsluiten [afzonderen] |
| shimaru-閉まる | dichtgaan; (zich) sluiten |
| shimau-仕舞う | sluiten; ophouden (met) |
| shimeru-閉める | dichtdoen; dicht maken; sluiten; beëindigen |
| shīsu・shiruetto-シース・シルエット | recht [nauwsluitend] silhouet (van kleding) |
| taito-タイト | strak; nauwsluitend |
| tanrakusuru-短絡する | kortsluiten |
| tojikomeru-閉じ込める | opsluiten |
| tojikomoru-閉じ籠もる | zich afzonderen; zich opsluiten |
| tojimari-戸締まり | (af)sluiting; vergrendeling; het sluiten; op slot doen |
| tojiru-閉じる | sluiten; dichtdoen; afsluiten |
| torikomeru-取り籠める | (iem.) opsluiten; insluiten |
| torimaku-取り巻く | omringen; omcirkelen; insluiten |
| torimusubu-取り結ぶ | beëindigen; afsluiten |
| torinokeru-取り除ける | uitsluiten; uitzonderen; een uitzondering maken |
| tsubomu-窄む | smaller worden; samentrekken; krimpen; zich sluiten |
| tsumahajikisuru-爪弾きする | schuwen; mijden; ontlopen; uitsluiten; minachten; verwerpen; versmaden |
| uchidasu-打ち出す | afsluiten; beëindigen |
| zashikirō-座敷牢 | (hist.) een cel [kamer] (bedekt met tatami matten) voor het opsluiten van een krankzinnige persoon |