新日蘭辞典・新蘭日辞典 | Japans-Nederlands Nederlands-Japans Woordenboek: Zoeken息

Login om te bewerken ...

息いき iki

1 adem; ademhaling

2 harmonie; eensgezindheid; eendracht

3 stoom; damp

Zie ook: 息(そく)

息

lemma	meaning
ademtekort	息切れ
antiastmamiddel	抗喘息薬
asfyxiatie	窒息死
astma	喘息
astmatisch	息切れした
benauwen	不安にする; 息苦しくする
habitat	生息地
immigrantenzoon	移民の息子
inademen	息を吸う
inademing	息をすうこと; 吸引
kortademig	息切れした
kortademigheid	息切れ
ontspanning	息抜き; 気晴らし
relaxatie	くつろぎ; 息抜き; 気晴らし
rust	休み; 休息; 休養
rustdag	休日; 安息日; 休養日
rusten	休む; 休息する; 休養する
sabbat	安息日
sabbatsjaar	休暇年; 安息年; サバティカルイヤー
schoonzoon	義理の息子
sjabbes	安息日
sonde	ゾンデ; 消息子
stiefbroer	継父の息子
stiefbroer	継母の息子
stiefzoon	継息子; 義理の息子
uitademen	息を吐き出す
vader-zoon	父子; 父息子
vader-zoonrelatie	父息子関係
vader-zoonverhouding	父息子関係
vakantiejaar	休暇年; 安息年; サバティカルイヤー
verpozen	休息する; 休養する
verstikkingsdood	窒息死
zondagsrust	安息日
zondagsrust	日曜の安息
zoon	息子
zucht	溜め息; 吐息
zuchten	溜め息をつく; 吐息をつく