Kruisverwijzing
plank
| lemma | meaning |
|---|---|
| agebuta-上げ蓋 | loopplank (over greppel, modder, e.d.) |
| agebuta-上げ蓋 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
| ageita-上げ板 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
| ageita-上げ板 | loopplank (over greppel, modder, e.d.) |
| airondai-アイロン台 | strijkplank |
| akashio-赤潮 | rode vloed; rood zeewater (veroorzaakt door roodachtig fytoplankton) |
| ategi-当て木 | een steunplank; lat; balk; spalk |
| ban-板 | (in kanji combinaties) plank; plaat |
| bangi-板木 | slagplank [slagbord] om brand te melden of om in boeddhistische tempels een bijeenkomst aan te kondigen |
| bodībōdo-ボディーボード | kleine surfplank (waarop je liggend voortbeweegt) |
| bōdo-ボード | plank; plaat; schoolbord |
| bōdosēringu-ボードセーリング | het plankzeilen; windsurfen |
| butai-舞台 | (toneel) podium; (op de) planken |
| chadana-茶棚 | plank om theegerei op te bergen |
| chigaidana-違い棚 | planken die niet precies boven (of naast) elkaar zijn gemonteerd maar verspringen (deels overlappend) |
| ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
| esadai-餌台 | voederplank; voerplateau (voor vogels, e.d.) |
| fumikiriban-踏切板 | springplank |
| funaita-船板 | spant; scheepshout; scheepsplank |
| fushiana-節穴 | kwastgat; knoestgat (in een plank hout) |
| gedan-下段 | onderste [laagste] rij [trede; plank; plaats] |
| gentei-舷梯 | tijdelijke trap of plank (voor het in- en uitstappen van vliegtuigen en schepen); vliegtuigtrap; loopplank, valreep |
| goemonburo-五右衛門風呂 | (ijzeren) badkuip met een plank die in het water zakt als je erop gaat staan (genoemd naar Ishikawa Goemon, die in kokend water geëxecuteerd werd) |
| hondana-本棚 | boekenkast; boekenplank |
| ita-板 | paneel; plank; plaat |
| ita-板 | snijplank; hakblok |
| itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
| itabari-板張り | beplanking; lambrisering; met panelen bekleed |
| itago-板子 | scheepsplank |
| itajiki-板敷き | een plankenvloer; houten vloer |
| itamae-板前 | de plek in de keuken waar de snijplank gebruikt wordt |
| itame-板目 | de naad tussen (twee) planken |
| itazai-板材 | (houten) plank |
| jōdan-上段 | bovenste rij [trede; plank; plaats]; ereplaats |
| kazaridana-飾り棚 | uitstal plank |
| kiseipurankuton-気生プランクトン | aeroplankton; luchtplankton (in de lucht zwevende micro-organismen) |
| kubikase-首枷 | schandpaal; schandplank |
| manaita-俎板 | snijplank |
| naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
| neriita-練り板 | kneed plank [plaat] |
| nobeita-延べ板 | brede plank die wordt gebruikt om dingen op uit te rekken (b.v. voor het uitrollen van noedels) |
| noru-載る | op een plank [podium] kunnen zetten; ergens ingeladen kunnen zijn |
| purankuton-プランクトン | plankton |
| raidingu-ライディング | rijden op de golven staande op een surfplank |
| sāfubōdo-サーフボード | surfplank |
| sandō-桟道 | een pad van houten planken (langs een steile berghelling) |
| san'ita-サン板 | droogplank |
| seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
| seizai-製材 | gezaagd hout; planken |
| shodana-書棚 | boekenplank; boekenkast |
| shoka-書架 | boekenkast; boekenplank; boekdepot (in een bibliotheek) |
| sotoba-卒塔婆 | grafplank (houten plank met inscriptie op graven) |
| supuringubōdo-スプリングボード | springplank; duikplank |
| supuringubōdo-スプリングボード | gelegenheid; kans; springplank (fig.) |
| takatobikomi-高飛び込み | het schoonspringen (van een duikplank) |
| tana-棚 | plank; schap |
| tanaage-棚上げ | (fig.) het op de plank houden; in de wacht zetten; uitstellen (van plannen, e.d.) |
| tanaage-棚上げ | het op de plank houden [tijdelijk niet verkopen] (van producten) |
| tanazarashi-棚晒し | onverkoopbare [niet verkochte] winkelvoorraad; producten die op de planken zijn blijven liggen |
| tarappu-タラップ | loopplank; valreep; verrijdbare trap; ladder |
| tobidai-飛び台 | springplank; duikplank |
| tobiita-飛び板 | springplank; duikplank |
| tobikomidai-飛び込み台 | (hoge) duikplank; springtoren |
| tsuridana-吊り棚 | een hangend schap [rek] (met één of meerdere planken) |
| watariita-渡り板 | loopplank (van een schip) |
| yasatsu-野冊 | plantenpers (twee bamboe plankjes waartussen bladeren en bloemen geperst worden om ze te drogen) |