Kruisverwijzing
periode
| lemma | meaning |
|---|---|
| acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
| agemai-上米 | belastingheffing in rijst bij de krijgsadel (ter verlichting van de financiële nood tijdens de Tokugawa periode) |
| agemaki-揚巻 | dameskapsel uit de Meiji-periode |
| ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
| aisukageryū-愛洲陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] (ontstaan in de Muromachiperiode) |
| aizakari-愛盛り | heel erg schattig [lief; snoezig]; de periode dat een kind het schattigst is |
| akahon-赤本 | (kusasōshi) prentenboekje uit Edo periode |
| akamon-赤門 | bijnaam voor de Universiteit van Tokio, waar de oude rode poort (de Goshudenpoort 御守殿門 uit de Edo periode) zich nu bevindt |
| akijikan-空き時間 | vrije tijd; rustperiode; adempauze |
| akutō-悪党 | de naam van een groep gewapende opstandelingen tegen de [幕府] bakufu regering in de Kamakura periode |
| ango-安居 | varsika (een term voor Boeddhistische training en meditatie gedurende een periode van 90 dagen) |
| ankokujidai-暗黒時代 | een donkere [moeilijke; zware] tijd [periode] |
| anna-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| anwa-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| an'ei-安永 | de naam van een jaarperiode (van 16-11-1772 tot 04-02-1781) |
| apure・gēru-アプレ・ゲール | na-oorlogse periode; naoorlogs |
| atebumi-宛文 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
| ategaibuchi-宛行扶持 | de afgepaste hoeveelheid rijst die een baas betaalde als loon aan zijn knechten (Edo periode) |
| ateokonaijō-充行状 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
| bakumatsu-幕末 | slotperiode van het Tokugawa shogunaat |
| bakushin-幕臣 | vazal van de Shogun (Edo-periode) |
| bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
| banki-晩期 | laatste fase [stadium]; laatste periode |
| ban'ya-番屋 | (Edo periode) hok [kot; kennel] van een waakhond |
| bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
| battōtai-抜刀隊 | een speciale (met Japanse zwaarden bewapende) politie-eenheid (Meiji-periode) |
| benkei-弁慶 | Benkei, een beroemde krijger uit de Kamakura-periode |
| beru・epokku-ベル・エポック | belle époque (culturele periode ca. 1890-1910) |
| betsugo-別後 | de periode [gebeurtenissen] na een afscheid [scheiding; uit elkaar gaan] |
| bijin-美人 | Chinese hofdame (Han-periode) |
| bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
| bugyō-奉行 | (Edo-periode)| magistraat van de shogun |
| buin-無音 | een lange stilte; lang zonder contact (b.v. briefwisseling, e.d.); het niets van zich laten horen gedurende een lange periode |
| bunjinga-文人画 | literator schilderkunst (schilderkunst als nevenactiviteit van een literator, in China en later ook in Japan vanaf de Edo periode) |
| bunkintakashimada-文金高島田 | kapsel van ongehuwde vrouwen in de Edo-periode (tegenwoordig nog gebruikt bij bruiloften) |
| bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
| chinpei-鎮兵 | (Nara-Heian periode) verdedigingsleger (voor de provincies Mutsu en Dewa in Japan) |
| chūki-中期 | middellange termijn; middelste periode |
| chūko-中古 | de (hist.) de Middeleeuwen (Heian periode in Japan) |
| chūshin-忠臣 | (vanaf de Heian periode, een ander woord voor 准大臣) iemand die de taken van de hoofdstaatsdienaar kan behartigen |
| chūu-中有 | (in Japans boeddhisme) transitieperiode van 49 dagen tussen overlijden en wedergeboorte |
| dai-代 | generatie; tijdperk; dynastie; regeringsperiode; heerschappij |
| daikan-大寒 | het midden van de winter; de koudste periode van de winter |
| daimyō-大名 | daimyo (leenheer in de Edo periode) |
| danjiki-断食 | de vasten (zelfonthouding van voedsel); vastenperiode |
| dōshin-同心 | een lagere ambtenaar in de Edo periode (belast met algemene zaken en politiewerk) |
| dotanba-土壇場 | (Edo periode) aarden platform waar executies [onthoofdingen) plaatsvonden |
| doyō-土用 | de warmste periode van de zomer; de hondsdagen |
| dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
| edomoji-江戸文字 | (late Edo-periode) schrijfstijl voor uithangborden, ranglijsten, e.d. |
| edomurasaki-江戸紫 | blauw-paarse kleur (voor het eerst genaakt in de Edo periode) |
| edosanpu-江戸参府 | (Edo-periode) hofreis naar (de shogun) in Edo |
| edozuma-江戸褄 | Edo-patroon (een patroon, uit de late Edo-periode, op de zoom van een effen (m.n. zwarte) kimono) |
| ekitei-駅逓 | (arch.) het transporteren van bagage van (post)station naar (post)station (zoals op de Tokaido route in de Edo periode) |
| ekiteikyoku-駅逓局 | bagagetransport bureau (het bureau dat het bagagevervoer tussen de stations regelde in het begin van de Meiji periode) |
| entaku-円タク | (Showa-periode) één yen-taxi (die, in de steden Osaka en Tokio, een passagier voor één yen naar elke locatie in de stad bracht) |
| entō-遠島 | verbanning naar een afgelegen eiland (Edo periode) |
| fudasashi-札差し | (Tokugawa-periode) makelaar in rijst (handelaar die het recht had om geld te geven in ruil voor de rijsttoelagen van vazallen) |
| fumie-踏み絵 | een christelijke afbeelding, waar men op moest lopen om te bewijzen geen aanhanger te zijn van het verboden christelijke geloof (Edo-periode) |
| furan-孵卵 | uitbroeding; broedperiode; incubatie |
| furebumi-触れ文 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| furegaki-触れ書き | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| gakki-学期 | (school; universiteit) lesblok; collegeperiode; semester |
| gakuryō-学寮 | (Heian periode) verblijfhuis voor ambtenaren in opleiding |
| gannen-元年 | het eerste jaar van een nieuwe keizer periode |
| gekkei-月経 | menstruatie; menstruatieperiode |
| gengō-元号 | (keizerlijke) regeringsperiode [tijdperk] |
| genroku-元禄 | Genroku periode (sept. 1688 - mrt. 1704) |
| giyaman-ギヤマン | (benaming uit Edo-periode voor) diamant |
| gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| gōruden・wīku-ゴールデン・ウィーク | Golden Week, jaarlijkse vakantieperiode in Japan in mei |
| gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
| gōshi-郷士 | (Edo periode) landedelman (uit de samurai klasse); landjonker; jonkheer |
| goshuinsen-御朱印船 | (Edo-periode) een door de shogun (met een rode zegelbrief) geautoriseerd (buitenlands) handelsschip |
| goten'i-御殿医 | (in de Edo-periode) de arts [geneesheer] van de shoguns en leenheren |
| gunkō-郡公 | (Jin [Chin] periode, China) koning van een klein koninkrijk |
| hāfu-ハーフ | (bij voetbal e.d.) speelperiode: (eerste of tweede) helft |
| haishakukin-拝借金 | de geldlening in de Edo periode van de bakufu regering aan daimyo, leenheren, tempels, e.d. |
| hajiki-土師器 | Japans Haji aardewerk [keramiek] (werd geproduceerd in de Kofun-, Nara- en Heian-perioden) |
| hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hangaku-藩学 | han-school (onderwijsinstelling in de Edo-periode) |
| haniwa-埴輪 | (oudheid) terracotta beelden (bij grafheuvels, Kofun periode) |
| hanki-半期 | halve termijn [periode] |
| hankō-藩校 | (Edo periode) school van een domein [han] (voor hoger onderwijs) |
| hankōki-反抗期 | opstandige fase [periode] (b.v. tijdens de puberteit) |
| hanseki-版籍 | (Edo periode) register van een grondgebied en de bewoners |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) herberg |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand [kist] met het voedsel voor de paarden op reis |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand met etenswaren op reis |
| hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
| hatagoya-旅籠屋 | (Edo-periode) herberg |
| hataki-叩き | stokslagen; zweepslagen (als straf in de Edo-periode) |
| hatsugaki-発芽期 | kiemperiode |
| hayabune-早船 | (Edo periode) snelle vracht- en passagier's boot (Japanse binnenzee) |
| heianjidai-平安時代 | de Heian-periode (794-1185) |
| heimon-閉門 | (Edo-periode) huisarrest |
| heisei-平成 | Heisei, naam van de regeringsperiode (1989-2019) van keizer Akihito (1933-) |
| heiseijidai-平成時代 | de Heisei periode (1989-2019) |
| hiashi-日脚 | overdag (periode tussen zonsopgang en zonsondergang) |
| hii-非違 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode |
| hike-引け | sluiting van een zaak [sessie]; einde van een werkdag, [schoolperiode, etc] |
| hikifune-引き船 | (afk. voor hikifunejorō) courtisane (Edo periode) |
| hikifunejorō-引舟女郎 | courtisane (Edo periode) |
| hikimayu-引眉 | de natuurlijke wenkbrauwen verwijderen, en dan wenkbrauwen op het voorhoofd tekenen (Pre-modern Japan, m.n. in de Heian periode, 794-1185) |
| hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
| hikite-引き手 | (afk. voor) een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
| hikitechaya-引き手茶屋 | een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
| hisabisa-久久 | (heel) lang geleden tijd [periode] |
| hitatare-直垂 | traditionele Japanse kleding (oorspronkelijk de werkkleding van het gewone volk, later, vanaf de Muromachi periode, gedragen door de samoerai) |
| hitokoro-一頃 | een (bepaald) moment [periode]; eens |
| honban-本番 | hoogtepunt van een tijdsperiode |
| honjin-本陣 | (Edo-periode) herbergen (op poststations) voor feodale heren |
| hosa-補佐 | (`Edo periode) regent [raadgever] van een minderjarige shogun |
| hoshika-干し鰯 | meststof op basis van gedroogde ontvette sardines en haring (werd gebruikt voor de katoen- en tabaksteelt van late Edo-periode tot de Meiji periode) |
| hoshōkikan-保証期間 | garantieperiode |
| hyakumonogatari-百物語 | 100 spookverhalen (gezelschapspel uit de Edo periode, van de 100 kaarsen doofde men er 1 na elk verhaal, na de laatste zou er een monster verschijnen) |
| ichidai-一代 | heerschappij; regeringsperiode (van een vorst) |
| ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
| ikki-一期 | een periode [termijn] |
| ikokusen-異国船 | buitenlandse schepen (in de Edo periode excl. de Nederlandse, Chinese en Koreaanse schepen) |
| inpon-院本 | (Edo-periode) een gedrukt boek met alle songteksten van Joruri toneel |
| inrō-印籠 | (Edo periode) traditioneel Japans doosje (voor het meenemen van kleine voorwerpen), gehangen aan de obi |
| in'u-淫雨 | lange periode van zware regenval |
| itchō-一朝 | korte tijd [periode] |
| ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
| iwatokeiki-岩戸景気 | Iwato Boom ( periode van economische bloei, 1958-1961) |
| izanagikeiki-いざなぎ景気 | de Izanagi hausse [hoogconjunctuur] (economische bloeiperiode in Japan van 1965-1970) |
| jidai-時代 | tijdperk; periode |
| jidaikankaku-時代感覚 | een gevoel voor de tijdgeest; begrip voor de kenmerken [trends] van de tijdsperiode |
| jidaimono-時代物 | een historisch drama [toneelstuk; kostuumstuk] (uit de Edo periode of daarvoor) |
| jidaishoku-時代色 | de sfeer [kenmerken; trends] van een bepaalde tijd [periode] |
| jiguchi-地口 | (Muromachi periode) voorgevel-belasting (een tijdelijke belasting op huizen [percelen], in steden als Kyoto en Nara) |
| jiguchisen-地口銭 | (Muromachi periode) een tijdelijke belasting op huizen [percelen] (in steden als Kyoto en Nara) |
| jikan-時間 | tijd; tijdsperiode |
| jikantai-時間帯 | tijdzone; tijdsperiode; tijdslot |
| jiki-時期 | tijd; periode; seizoen; timing |
| jinmukeiki-神武景気 | Jimmu Boom (periode van economische bloei in het midden van de jaren 1950) |
| jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
| jisen-耳栓 | traditionele oorbellen uit de Japanse Jomon periode |
| jiten-辞典 | (vanaf de Meiji periode en in titels) woordenboek |
| jitenjūki-自転周期 | rotatieperiode; omwentelingstijd |
| jitsuroku-実録 | (afk. voor) een historische roman geplaatst in de Edo-periode |
| jitsurokumono-実録物 | een historische roman geplaatst in de Edo-periode |
| jiu-寺宇 | (arch. Tang-periode) boeddhistische tempel |
| jobiraki-序開き | (toneel, in de Edo-periode) een eenakter, als voorprogramma voor een groot toneelstuk |
| jōi-攘夷 | afkeer [uitsluiting] van vreemdelingen [buitenlanders] (in Japan m.n. in de Bakumatsu periode, 1853-1868) |
| jōmondoki-縄文土器 | Jōmon-aardewerk (met touwpatroon, gemaakt tijdens de Jōmon-periode) |
| jorō-女郎 | prostituee (m.n. in de Edo-periode) |
| jōshigun-娘子軍 | leger dat geheel bestond uit (of werd geleid door) vrouwen (tijdens de T'ang periode in de Chin. geschiedenis) |
| jōshu-城主 | daimyō met een kasteel in bezit (Tokugawa periode) |
| jun-旬 | een periode van 10 dagen (een derde deel van een maand) |
| jun-旬 | een periode van 10 jaar |
| jun-旬 | een periode van 10 maanden |
| jundaijin-准大臣 | (Heian periode) iemand die de taken van de hoofdstaatsdienaar kan behartigen |
| junjitsu-旬日 | periode van (ongeveer) tien dagen |
| kachū-家中 | (Edo periode) dienaar [vazal] in een han-domein; vazal van een daimyo; han-domein |
| kaenshiki-火焔式 | aardewerk uit het midden van de Jomon-periode met deze decoratie |
| kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
| kagiya-鍵屋 | (Edo periode) bedrijfsnaam van een vuurwerkmaker |
| kagonuke-籠抜け | een acrobatische act uit de Edo-periode |
| kakurekirishitan-隠れキリシタン | geheime [ondergedoken] christelijke kerkgemeenschap (tijdens de onderdrukking van het christendom door het Tokugawa shogunaat in de Edo periode) |
| kamigata-上方 | (Meiji periode) aanduiding voor de stad Kyoto |
| kamiyashiki-上屋敷 | herenhuis van een daimyo (in de Edo-periode) |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanbatsu-旱魃 | (lange) periode van droogte [gebrek aan regen]; droge periode |
| kankōba-勧工場 | In de Meiji- en Taisho-periode een plek (markt, bazaar) waar vele winkels onder één dak allerlei goederen verkochten |
| kankōjusu-観光繻子 | satijn (geweven van zijde en katoen; in de Meiji-periode geproduceerd in de prefectuur Gunma en verkocht bij een toeristenbureau in Asakusa, Tokio) |
| kannin-寛仁 | Kannin (periode in Japanse jaartelling (april 1017 - februari 1021) |
| kannoiri-寒の入り | het begin van de midwinter periode (6 januari) |
| kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
| kanteiryū-勘亭流 | (vanaf midden Edo-periode) dikke, zwierige kalligrafie-stijl gebruikt voor uithangborden en ranglijsten (bij Kabuki en sumo) |
| kanten-干天 | droog weer; droogte (lange droge periode zonder regen) |
| kapitan-カピタン | opperhoofd van de Nederlandse handelspost in Nagasaki tijdens de Edo-periode |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| kariginu-狩衣 | informele kleding van de hofadel in de Heian periode (oorspronkelijk gedragen tijdens de jacht) |
| karusan-カルサン | soort pofbroek (uit de Edoperiode) |
| kawarakojiki-河原乞食 | (in de Edo-periode een denigrerende term voor) acteur; toneelspeler |
| kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
| kebiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
| keibiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
| kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
| kenbiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
| kendon-慳貪 | (Edo periode) een kom [1 portie] noedels (of rijst) |
| kendon-慳貪 | (afk. voor) een prostituee (Edo periode) |
| kendonjorō-倹飩女郎 | (afk. voor) een prostituee (Edo periode) |
| ki-紀 | periode; tijdperk |
| kiake-忌明け | het einde van de rouwperiode (na een overlijden) |
| kigen-期限 | periode; termijn; tijdvak |
| kikan-期間 | periode; termijn |
| kikyō-帰京 | terugkeer naar de hoofdstad (voor de Meiji-periode was dat Kyoto, daarna Tokio) |
| kimatsu-期末 | het einde van een termijn [periode] |
| kimigayo-君が代 | keizerlijke heerschappij via een familielijn voortgezet in een voortdurende tijdsperiode |
| kinrō-勤労 | werkaanstelling voor een vastgestelde periode |
| kinshin-謹慎 | (Edo-periode) huisarrest |
| kitamaebune-北前船 | handelsschepen op de Japanse Zee (Edo periode) |
| koban-小判 | koban, oude Japanse (ovale gouden) munt (Edo periode) |
| kodai-古代 | de oudheid; klassieke periode; het verre verleden |
| kofunjidai-古墳時代 | Kofunperiode (ca. 250-538) |
| kohitsu-古筆 | (hoogstaande) geschriften uit de Nara en Heian periode |
| kohon-古本 | handgeschreven manuscript of drukwerk van voor de Edo-periode |
| kōkechi-纐纈 | (tie-and-dyemethode) knoopverven (verftechniek uit de Nara-periode, waarbij de stof eerst werd samengeknoopt en dan geverfd) |
| kōki-後期 | latere periode; tweede semester; laatste semester |
| kōki-後期 | tweede termijn [laatste periode] (van een wisseltentoonstelling) |
| kokinwakashū-古今和歌集 | Kokin Wakashū (dichtbundel uit de Heian periode) |
| kokubunji-国分寺 | door de keizer gestichte boeddhistische tempels (Nara-periode) |
| kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
| konki-今期 | deze periode [termijn]; de huidige periode |
| kōshō-公娼 | erkende [geregistreerde] prostitutie [prostituee] (vanaf Kamakura periode tot aan 1958) |
| kubō-公方 | shogunaat (in Kamakura - Muromachi periode) |
| kubō-公方 | shogun (na de Muromachi periode) |
| kuniiri-国入り | (Edo periode) terugkeer van de leenheer naar zijn landgoed |
| kuraizuke-位付け | in de Edo-periode een indeling van de landerijen [velden] en het toekennen van een klasse daaraan |
| kuramono-暗者 | een prostituee in de Edo periode |
| kurawankabune-食らわんか舟 | de benaming van de handelsscheepjes die etenswaren verkochten (in de Edo periode) |
| kuraya-暗屋 | een bordeel in Edo periode |
| kurayado-暗宿 | een bordeel in Edo periode |
| kurayamiban-暗闇番 | (in de Edo periode) een bewaker [wachter] van de keuken |
| kurayashiki-蔵屋敷 | (Edo periode) pakhuis van een daimyo (Japanse krijgsheer) |
| kuremutsu-暮れ六つ | (term gebruikt in de Edo-periode voor) het vallen van de avond, ca. 18.00 uur |
| kūringu・ofu-クーリング・オフ | afkoelingsperiode |
| kusazōshi-草双紙 | kusazōshi (houtsnede prentenboeken in de Edo periode) |
| kyōbun-狂文 | humoristische [satirische] literatuur (Edo-periode) |
| kyōshi-狂詩 | humoristisch gedicht (Edo-periode) |
| kyūaku-旧悪 | (Edo-periode) misdaad [misdrijf] waarop verjaring geldt (met uitzondering van moord e.d.) |
| kyūkōkikan-休耕期間 | de periode dat een veld [terrein] braak ligt |
| kyūyō-休養 | rust; ontspanning; herstel(periode) |
| maeyaku-前厄 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| makki-末期 | de laatste periode [dagen; maanden; jaren]; de laatste [terminale] fase |
| mappo-マッポ | (jargon; afk. voor Satsumappo) politieagent (Meiji periode) |
| mappō-末法 | het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken; boeddhistische eschatologie |
| mappōshisō-末法思想 | pessimisme door het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken |
| matoi-纏 | (Edo-periode) standaard voor brandweereenheden (versierd met stroken papier of leer) |
| meakashi-目明かし | een privé-detective in de Edo-periode |
| meiji-明治 | Meiji, de regeringsperiode (1868-1912) van keizer Mutsuhito (1852-1912) |
| meijijidai-明治時代 | de Meiji periode (1868-1912) |
| meyasubako-目安箱 | (Tokugawa periode) klachtenbus; ideeënbus |
| mikudarihan-三下り半 | echtscheidingsbrief (in de Edo periode geschreven in drie en een halve regel) |
| minamoto-源 | familienaam van een machtige clan (Heian en Kamakura periode) |
| mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
| mochū-喪中 | rouwperiode; in de rouw |
| monzenbarai-門前払い | (Edo periode) wegsturing van criminelen [veroordeelden] bij de poort van een magistraat |
| mugetsu-無月 | maanloze periode; een tijd waarin de maan niet te zien is |
| mushirobata-筵旗 | vlag gemaakt van een mushiro (mat van stro) aan een bamboestok (gebruikt bij boerenopstanden in de Edo-periode) |
| myōgakin-冥加金 | zakelijke belasting tijdens de Edo periode |
| nagasakie-長崎絵 | Nagasaki prenten (houtblok-prenten die in de Edo periode in Nagasaki werden gemaakt) |
| nagaya-長屋 | Japans rijtjeshuis dat typisch was tijdens de Edo-periode |
| nakaban-中番 | (Edo-periode) een wachthuis tussen twee kruispunten |
| nanban-南蛮 | Zuidelijke Barbaren (van de Muromachi-periode tot de Edo-periode een Japanse benaming voor (ei)landen in de Stille Zuidzee) |
| nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
| nanga-南画 | (Edo periode) schilderkunst van kunstenaars uit literaire kringen |
| naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
| natanezuyu-菜種梅雨 | lange periode van regen in de vroege lente |
| natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
| natsumuki-夏向き | zomertijd; zomer periode |
| nendai-年代 | periode |
| nengō-年号 | jaarperiode |
| nenkan-年間 | (periode van) een jaar; jaarperiode; tijdperk |
| nenki-年季 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
| nenki-年期 | periode van één jaar |
| nenki-年期 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
| nennai-年内 | de periode binnen een jaar [voordat het jaar om is] |
| niki-二季 | Bon [obon] periode en eindejaar [oudejaars] periode |
| ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
| nōhanki-農繁期 | periode met veel landbouwactiviteit; drukke tijd voor landbouwers |
| nōkanki-農閑期 | periode van geringe landbouwactiviteit; stille tijd voor landbouwers |
| nuhi-奴婢 | paria [outcast] in de juridische hiëarchie van de Heian periode (eind 7e tot 10e eeuw) |
| numeri-滑り | (afk. voor) korte lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
| numeriuta-滑り唄 | kort lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
| odai-御代 | heerschappij; bewind; regeerperiode |
| ofuregaki-御触書 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| oiesōdō-お家騒動 | (Edo periode, bij feodale families) familievete; familietwist |
| oiran-花魁 | (Edo-periode) een courtisane |
| oiran-花魁 | (Edo-periode) een prostituee van hoge rang |
| oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
| okosozukin-御高祖頭巾 | een (warme) vierkante doek, om hoofd en schouders gewikkeld (gebruikt door vrouwen als sjaal-hoofddoek [kap] in de Edo- tot de Meiji-periode) |
| okura-お蔵 | (Edo-periode) rijstpakhuis |
| oometsuke-大目付 | inspecteur-generaal van de overheid in de Edo-periode |
| oomon-大門 | poort van Shin Yoshiwara (een bordeel in Edo-periode) |
| osadamegaki-御定書 | wetgeving (in de edo periode) |
| piriodo-ピリオド | periode (tijd) |
| pitchi-ピッチ | bij het bergbeklimmen de periode tussen het ene gezekerde punt en het volgende |
| raiki-来期 | volgende termijn [periode] |
| rangaku-蘭学 | (lett. Nederlandse studies) de studie van westerse technologie en geneeskunde via de Nederlandse taal (Edo periode) |
| ransei-乱世 | turbulente tijden [periode] |
| reikyakukikan-冷却期間 | afkoelingsperiode |
| rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
| ruigetsu-累月 | maand na maand; een periode van maanden (achter elkaar) |
| ryōbun-領分 | (Edo periode) domein [leengoed] van een daimyo |
| ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
| saitankikan-最短期間 | de kortste tijd [periode] |
| sakari-盛り | bloeitijd; bloeiperiode; beste tijd |
| sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
| sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
| sankō-三更 | de derde [middelste] periode [wacht] van de nacht |
| sannen-三年 | (fig.) lange tijdsperiode |
| sansei-参政 | (Meiji-periode) leenheer van een domein |
| santo-三都 | de drie grote steden (in de Edo-periode: Edo, Kyoto, en Osaka) |
| sasumata-刺股 | (Edo periode) een tweetandige (maanvormige) wapenstok (om criminelen te vangen) |
| seichōki-成長期 | groeiperiode van kinderen |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | titel gegeven aan het opperhoofd van de regerende militaire macht in de Kamakura, Muromchi en Edo perioden |
| seiki-盛期 | periode van voorspoed [welvaart] |
| seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
| sengo-戦後 | na de oorlog; naoorlogse periode (m.n. na de Tweede Wereldoorlog) |
| sengokujidai-戦国時代 | Sengoku periode (tijdperk van de oorlogvoerende staten in Japan, 1467-1568) |
| senji-戦時 | oorlogstijd; periode van oorlog |
| senmyōtai-宣命体 | schriftsysteem uit de Nara- (710–794) en vroege Heian-periode (794–1192) (met kleinere karakters voor grammaticale elementen dan voor lexicale) |
| senshū-千秋 | duizend jaar; een zeer lange periode |
| senzen-戦前 | voor de oorlog; vooroorlogse periode (m.n. voor de Tweede Wereldoorlog) |
| sesshon-セッション | zitting; vergadering; zittingsperiode; sessie |
| sewamono-世話物 | eigentijdse stukken (Edo-periode) in Japanse traditioneel theater (zoals in kabuki, joruri en bunraku) |
| shibagaki-柴垣 | (afk. voor) Shibagaki-dans (Edo periode) |
| shibagaki-柴垣 | (afk. voor) Shibagaki-ballade (Edo periode) |
| shibagakibushi-柴垣節 | Shibagaki-ballade (Edo periode) |
| shibagakiodori-柴垣踊 | dans uit de Edo periode |
| shigaku-視学 | schoolinspecteur (Meiji periode) |
| shikenkikan-試験期間 | testperiode; proefperiode |
| shiki-始期 | startdatum; beginperiode |
| shikken-執権 | (Kamakura-periode) regent [toezichthouder] voor de shogun |
| shimoyashiki-下屋敷 | (Edo periode) residentie van de daimyo in de buitenwijken van Edo |
| shindenzukuri-寝殿造り | een stijl van aristocratische residenties in de Heian-periode, met het slaapzaalgebouw in het midden van het complex |
| shinko-新子 | (Edo periode) jonge geisha |
| shinshi-進士 | (Nara-Heian periode in Japan) iemand die na een overheidsexamen in het Ministerie van Riten en Ceremoniën wordt toegelaten |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shin'yaku-新訳 | vertalingen van boeddhistische teksten in de periode na Xuanzang (602 - 664) |
| shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
| shitsuji-執事 | (Kamakura periode) regent in het shogunaat |
| shitsuji-執事 | (Muromachi periode) plaatsvervangend functionaris voor de shogun |
| shitsuji-執事 | (Tokugawa periode) benaming voor een jongeling in het shogunaat |
| shiyōkikan-試用期間 | proeftijd (b.v. bij arbeidsovereenkomst); evaluatieperiode |
| shōbō-正法 | de Periode van de Ware Leer van Boeddha (de periode van vijfhonderd of duizend jaar na de dood van Sakyamuni) |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| shoki-初期 | de beginfase; het beginstadium; de eerste periode |
| shōkō-小康 | (fig.) een korte adempauze; stabiele [rustige] periode (in de wereld) |
| shokō-諸侯 | leenheer (Edo periode) |
| shokuten-食店 | (term uit de Meiji periode) eethuis; eetgelegenheid; restaurant |
| shōkyūshi-小休止 | korte vakantie [onderbreking; rustpauze; rustperiode] |
| shōmon-蕉門 | leerlingen [volgelingen] van Matsuo Bashō (1644 - 1694), een dichter uit de Edo-periode) |
| shōmyō-小名 | (Kamakura- en Muromachi-periodes) een feodale leenheer (daimyo) van lagere rang |
| shōmyō-小名 | (Edo-periode) een feodale heer met een relatief klein grondgebied |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shōsho-小暑 | het (milde) begin van de steeds warmer wordende zomerperiode (rond 7 juli) |
| shōwa-昭和 | Showa, de regeringsperiode (1926-1989) van keizer Hirohito (1901-1989) |
| shōwajidai-昭和時代 | de Showa periode (1926-1989) |
| shuin-朱印 | rood zegel; rode stempelafdruk (vanaf de Muromachi periode tot de Edo-periode voor officiële documenten van het shogunaat) |
| shuinsen-朱印船 | (Edo periode) handelsschip met permissie om naar het buitenland te varen |
| shūki-周期 | cyclus; omwentelingsperiode |
| shūki-秋期 | de herfstperiode; het herfstseizoen |
| shūki-終期 | het einde van een bepaalde periode; einddatum |
| shukuba-宿場 | (Edo periode) poststation; pleisterplaats |
| shūrin-秋霖 | lange regenperiode in de herfst |
| shusshi-出仕 | (in de Meiji periode) een ambtenaar in proeftijd; tijdelijke boventallige ambtenaren |
| shūto-衆徒 | (in de Heian periode) monniken die in een grote tempels woonden (zij waren vaak ook krijgers) |
| sonin-訴人 | (Kamakura en Muromachi periode) de eiser (in een rechtszaak) |
| sueki-須恵器 | Sue aardewerk, Japans blauwgrijs aardewerk (geproduceerd vanaf het late Kofun-tijdperk tot de Heian-periode) |
| sueokikikan-据え置き期間 | opschortingsperiode; aflossingsvrije periode |
| sumaki-簀巻き | het iemand in een bamboemat wikkelen en in een rivier gooien (straf in de Edo-periode) |
| sumi-隅 | (afk. voor) (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| sumimaegami-角前髪 | (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| tachimono-断ち物 | het vasten [weigeren te eten] voor een periode als middel om iets gedaan te krijgen van anderen |
| taikōtennō-大行天皇 | de aanduiding voor de naamperiode van een recent overleden keizer |
| taikun-大君 | andere naam voor de shogun die tijdens de Edo-periode voor het buitenland werd gebruikt |
| taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
| taishō-大正 | Taisho, regeringsperiode (1912-1925) van keizer Yoshihito (1879-1926) |
| taishōgoto-大正琴 | taishōgoto, Japanse tweesnarige harp (ook wel nagoyaharp genoemd; ontwikkeld in de Taishō-periode) |
| taishōjidai-大正時代 | de Taisho periode (1912-1926) |
| taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
| takeuma-竹馬 | (afk. voor) tweedehands kledingwinkel (Edo-periode) |
| takeumafurugiya-竹馬古着屋 | (in de Edo-periode een rondreizende koopman met kleding op stokken) tweedehands kledingwinkel |
| tāmu-ターム | termijn; periode |
| tanenseishokubutsu-多年生植物 | vaste [meerjarige; overblijvende] plant; een plant met een groeiperiode van 3 jaar of langer |
| tanjitsugetsu-短日月 | een korte tijd [periode] |
| tateba-立て場 | (Edo periode) een stopplaats [rustplaats] voor reizigers met paardenkoetsen en riksja's |
| tayū-大夫 | (Edo-periode) courtisane met een hoge status |
| teiki-定期 | periodiek; vastgesteld tijdsbestek; vastgestelde termijn [periode] |
| tekki-適期 | juiste tijd; geschikte periode (b.v. om te planten of te oogsten) |
| tekomai-手古舞 | festival dans (Edo periode) |
| tenka-天下 | titel voor een shogun tijdens de Edo-periode |
| tenpyōbunka-天平文化 | de Tenpyō cultuur (van de regeerperiode van keizer Shoyu in Nara, 729 - 749) |
| tesuto・kyanpēn-テスト・キャンペーン | proefcampagne; testperiode |
| teuchi-手打ち | (Edo periode) dankbetuiging van een kabuki-acteur aan een beschermheer [patroon] |
| tobinomono-鳶の者 | (Edo-periode) arbeiders [bouwvakkers] (ook) werkzaam als brandweerman |
| tōjinmage-唐人髷 | een haarstijl voor dames (Edo- tot Meiji-periode) |
| tokai-渡海 | (afk. van) beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
| tokaibune-渡海船 | beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
| tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| tokugawaieyasu-徳川家康 | Tokugawa Ieyasu (shogun, Edo-periode) |
| tsūji-通事 | vertaler, tolk (meer specifiek voor het Nederlands in Nagasaki tijdens de Edo periode) |
| tsumado-妻戸 | een dubbele deur aan de gevelzijde van een villa (Heian periode) |
| tsuribune-釣り船 | (Edo periode) vrouwenkapsel |
| tsutsushimi-慎み | (Edo periode) strafmaatregel in de vorm van huisarrest bij de hofadel en krijgsadel |
| tsuyubare-梅雨晴れ | zonnige periode tijdens het regenseizoen |
| uchigi-袿 | (Heian periode) hofkleding |
| uke-有卦 | periode van geluk [voorspoed] |
| urobune-売ろ舟 | (arch., dit woord stamt uit de Edo periode) een drijvend winkeltje; een boot waar men gebruiksvoorwerpen en etenswaren kon kopen |
| uwamai-上米 | (Edo periode) belasting op rijst |
| wakadoshiyori-若年寄 | een ambtenaar in de Edo periode |
| wakatō-若党 | (Edo periode) jonge volgeling van een samoerai |
| wakazakari-若盛り | de bloeiperiode van de jeugd |
| wasan-和算 | Japanse wiskunde (een aparte wiskunde vorm, ontwikkeld in Japan tijdens de Edoperiode) |
| wayō-和様 | (in de Kamukura-periode geïntroduceerde) Japanse bouwstijl (m.n. voor tempelarchitectuur) |
| yaba-矢場 | (Edo periode) een bordeel verborgen achter een boogschietbaan |
| yachiyo-八千代 | (lett. 8000 jaar) zeer lange periode; eeuwigheid |
| yakata-屋形 | daimyo (Japanse leenheer in de Edo periode) |
| yakata-屋形 | (Heian periode) hofkoets (getrokken door ossen) |
| yakumae-厄前 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| yamatoe-大和絵 | Yamato-e, Japanse schilderijen uit de Heian periode |
| yōgin-洋銀 | buitenlandse zilveren munten geïmporteerd in Japan vanaf het einde van de Edo-periode |
| yoriki-与力 | politieofficier (Edo periode) |
| yoriki-与力 | een samoerai van lagere rang (assistent van een militaire aanvoerder) (Muromachi periode) |
| yōtashi-用足し | (Edo periode) hofleverancier |
| yotsugana-四つ仮名 | term die verwijst naar de vier klanken van de kana じ,ぢ,ず,づ (tot en met de Muromachi periode) |
| yūhan-雄藩 | een machtige (feodale) clan (tijdens de Edo-periode) |
| zaifu-在府 | (Edo-periode) het verplichte verblijf in de hoofdstad van een leenheer en zijn vazallen |
| zaii-在位 | heerschappij [regeringsperiode] (van een vorst, koning, keizer) |
| zenki-前期 | eerste semester; vorige semester; vorige periode |
| zenki-前期 | eerste termijn [beginperiode] (van een wisseltentoonstelling) |
| zenkikurikoshirieki-前期繰越利益 | ingehouden winsten aan het begin van een periode |
| zenseiki-全盛期 | hoogtijdagen; gouden tijdperk; periode van bloei |
| zōbō-像法 | (in het boeddhisme, een van de 3 perioden na de dood van Shakyamuni) de volgende 500 of 1000 jaar na de officiële Dharma |