panne / pan-ne ( de (m/v) | znw | pannes )
1 (エンジンなどの) 故障 [storing aan de motor]
Kruisverwijzing
panne
| lemma | meaning |
|---|---|
| andon-行灯 | andon, een traditionele Japanse lamp (bestaande uit washi-papier over een frame van bamboe, hout of metaal gespannen) |
| anza-安座 | in rust [tevreden; ontspannen] zijn |
| an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| an'itsu-安逸 | op je gemak zijn; ontspannen zijn |
| asobigokoro-遊び心 | speels [ontspannen; niet serieus] zijn |
| assensuru-斡旋する | zich voor iem. inspannen [inzetten]; bemiddelen; aanbevelen |
| chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
| doryokusuru-努力する | zich inspannen; pogen; hard werken; zich moeite getroosten |
| ekisaitingu-エキサイティング | spannend; opwindend |
| fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
| funpatsusuru-奮発する | zich inspannen; zware inspanningen leveren; je uiterste best doen |
| gikushaku-ぎくしゃく | gespannen [gestrest] zijn |
| hagemu-励む | (zich) inspannen; met alle kracht iets doen; zich inzetten voor; zich wijden aan |
| hakuraku-剥落 | loslating (van tegels, dakpannen, e.d.) |
| hannichi-反日 | antipathie tegen Japan [Japanners] |
| harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
| harimegurasu-張り巡らす | afbakenen; uitrollen; (ergens omheen) spannen |
| haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
| haru-張る | (be)spannen; besnaren (b.v. gitaar); opspannen |
| hikiwatasu-引き渡す | spannen (van een touw, e.d.) |
| hodokeru-解ける | zich ontspannen; tot rust komen; je opgelucht voelen |
| hōjin-邦人 | Japanner (m.n. wonend in het buitenland); Japanse medeburger |
| honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
| hottokēki-ホットケーキ | soort Amerikaanse pannenkoek |
| ījīgōingu-イージーゴーイング | relaxed; ontspannen; gemakkelijk (in de omgang) |
| ikinukisuru-息抜きする | (uit)rusten; pauzeren; ontspannen |
| imagawayaki-今川焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
| itchōisshi-一張一弛 | het laten werken, dan laten rusten; de boog kan niet altijd gespannen zijn |
| itchōisshi-一張一弛 | het spannen en ontspannen (van een boog) |
| japanīzu-ジャパニーズ | Japans; Japanse taal; Japanners |
| kajuaru-カジュアル | informeel; ontspannen; ongedwongen |
| kanjitsugetsu-閑日月 | innerlijke rust; ontspannen zijn |
| kankan-漢奸 | een Chinese landverrader (iemand die collaboreerde met de Japanners) |
| kankan-閑閑 | een kalme, ontspannen gemoedstoestand |
| karō-過労 | veel overwerk; het buitensporig hard werken; het zich teveel inspannen |
| katakurushii-堅苦しい | stijf; ongemakkelijk; formeel; gespannen; onbuigzaam; streng |
| kibaru-気張る | zich (tot het uiterste) inspannen; zwoegen |
| kinaga-気長 | geduldig [relaxed; ontspannen] zijn |
| kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
| kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
| koba-木端 | dunne dakspaanders; houten dakpannen |
| kudakeru-砕ける | ontspannen; vriendelijk [informeel; eenvoudiger] worden |
| kurēpu-クレープ | crêpe; (dunne Franse pannenkoek); flensje |
| kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
| kutsurogu-寛ぐ | luieren; zich ontspannen; relaxen; doen alsof men thuis is |
| kyūyōsuru-休養する | uitrusten; ontspannen; herstellen |
| monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
| nagashidori-流し撮り | pannen; panoramisch fotograferen [filmen] |
| nareau-馴れ合う | samenspannen; samenzweren |
| nejireru-捩れる | (van relaties, e.d.) gespannen zijn [worden] |
| nihonjin-日本人 | Japanner(s) |
| nisei-二世 | tweede generatie Japanner (of Koreaan); kind van een Japanner die in het buitenland is geboren (en die nationaliteit heeft) |
| nobinobi-伸び伸び | comfortabel; op je gemak; ontspannen |
| nobiyaka-伸びやか | comfortabel; rustig; ontspannen |
| nodoyaka-長閑やか | rustig; kalm; mild; vredig; ontspannen |
| nonbiri-のんびり | op zijn gemak; ontspannen; rustig; relaxed; zorgeloos |
| nonbirisuru-のんびりする | zich op zijn gemak voelen; rustig aan doen; zich ontspannen |
| norakura-のらくら | (onomatopee) langzaam en ontspannen; lekker rustig; nietsdoend |
| okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
| omotezata-表沙汰 | het aanspannen van een rechtszaak; het voor de rechter brengen |
| oobanyaki-大判焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| ooyō-大様 | ontspannen [kalm; gemakkelijk in de omgang] zijn |
| osamaru-治まる | rustig [vredig; kalm; ontspannen] worden; kalmeren; (fig.) uitdoven; (fig.) overwaaien; onder controle komen |
| ōyō-鷹揚 | ontspannen [kalm; gemakkelijk in de omgang] zijn |
| pan-パン | pannen (panoramisch filmen) |
| pankēki-パンケーキ | pannenkoek |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| pī・esu・konkurīto-ピー・エス・コンクリート | (prestressed concrete) voorgespannen beton |
| puresutoresuto・konkurīto-プレストレスト・コンクリート | voorgespannen beton |
| rikisaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
| rikkensuru-立件する | een rechtszaak aanspannen [beginnen]; procederen; een vervolging instellen |
| ryokusaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
| sanze-三世 | derde generatie Japanner (in het buitenland) |
| seikyūken-請求権 | rechtsvordering; actierecht (om een rechtszaak aan te spannen) |
| serufu・taimā-セルフ・タイマー | zelfontspanner (camera) |
| shamo-シャモ | een term die door de Ainu wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-Ainu Japanners |
| shiboru-絞る | (zich) inspannen; (de hersens) pijnigen; forceren |
| shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
| soken-訴権 | recht tot aanklagen [vervolging]; recht om een rechtzaak aan te spannen |
| surirā-スリラー | thriller (spannende roman, film, etc.) |
| suriringu-スリリング | spannend; enerverend; opwindend; zinderend |
| taimā-タイマー | zelfontspanner (camera) |
| takuramu-企む | plannen; beramen; (een plan) bedenken; samenspannen; samenzweren |
| tateito-縦糸 | schering (op een weefgetouw gespannen draden) |
| tenshon-テンション | (emotionele) spanning; gespannenheid; zenuwachtigheid |
| tokeru-解ける | ontlast [ontspannen] worden |
| tokihogusu-解きほぐす | ontspannen; verlichten (van pijn, e.d.) |
| tsuba-鍔 | (van pannen, ketels, e.d.) boord; kraag |
| tsūkai-痛快 | opwindend [spannend; geweldig] zijn |
| uttaeru-訴える | iemand aanklagen; voor de rechter dagen; een proces [zaak] aanspannen |
| wajin-倭人 | (arch.) een oude benaming voor een Japanner |
| yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| yurumeru-緩める | losser [slapper] worden; los gaan; (zich) ontspannen |
| yurumu-緩む | verslappen (ook fig.); ontspannen |
| yuttari-ゆったり | comfortabel; gemakkelijk; kalm; ontspannen |