Kruisverwijzing
mooi
lemma | meaning |
---|---|
ada-婀娜 | mooie [kokette] vrouw |
aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
aikōsuru-愛好する | houden van; mooi [goed] vinden |
aikurushii-愛くるしい | zeer lieftallig; mooi; aantrekkelijk; lief(lijk); schattig |
airashii-愛らしい | lief; lieflijk; schattig; mooi |
amezaiku-飴細工 | iets dat mooi van buiten is, maar geen inhoud heeft |
benten-弁天 | mooie vrouw |
beppin-別嬪 | schoonheid; knappe vrouw; mooi meisje |
bibishii-美美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
bibun-美文 | mooi [bloemrijk] proza |
bihada-美肌 | mooie huid |
bihatsu-美髪 | mooi haar |
bijo-美女 | mooie [knappe] vrouw; schoonheid |
bisō-美装 | mooie kleding |
bisōsuru-美装する | zich mooi [netjes] aankleden |
bisuta・kā-ビスタ・カー | panorama wagon (van trein, met mooi uitzicht) |
bokkonrinri-墨痕淋漓 | handschrift met mooie, krachtige (penseel) streken |
byūtī・supotto-ビューティー・スポット | mooie plek |
chakusai-着彩 | mooie schildertechniek in kleur |
doresu・appu-ドレス・アップ | (Eng.: dress up) mooie kleren aantrekken |
enzen-嫣然 | lieve [charmante] glimlach (van een mooie vrouw) |
fain・purē-ファイン・プレー | (sport) goed [mooi] spel; schitterende actie |
fu-麩 | stukjes (vaak mooi gedecoreerd) voedsel gemaakt van tarwegluten (wordt b.v. toegevoegd aan soepen) |
fukuroobi-袋帯 | dubbel geweven obi (waarvan één kant mooie motieven heeft), die wordt gedragen bij dameskimono |
funtai-粉黛 | een schoonheid; mooie vrouw |
gabi-蛾眉 | mooie wenkbrauwen (in de vorm van een halve maan) |
gabi-蛾眉 | mooie vrouw |
ganpuku-眼福 | iets dat mooi is om te zien; een lust voor het oog; een plaatje |
ginkō-吟行 | om een gedicht te schrijven naar een mooie, historische plaats gaan (al dan niet in gezelschap) voor inspiratie |
gōjasu-ゴージャス | prachtig; schitterend; fantastisch (mooi) |
gyokujo-玉女 | beeldschone vrouw (poëtische aanduiding voor mooie vrouw) |
gyokuon-玉音 | een mooi stemgeluid |
hachimenreirō-八面玲瓏 | n alle opzichten [vanuit alle gezichtspunten] mooi [prachtig; helder] zijn |
hanahazukashii-花恥ずかしい | uitzonderlijk mooi (lett. zo mooi dat bloemen erdoor in verlegenheid gebracht worden) |
happōbijin-八方美人 | opvallende schoonheid; onberispelijke mooie vrouw |
hare-晴れ | opklaring(en); helder [zonnig; mooi] zijn (van de lucht, het weer, e.d.) |
haresugata-晴れ姿 | gekleed in zijn [haar] mooiste [formele] kleding |
hattōshin-八頭身 | (van een vrouw) mooi, welgevormd [goed geproportioneerd] lichaam (acht keer zo lang als het hoofd) |
hiyori-日和 | mooi weer; mooie dag |
hōrei-豊麗 | mooi [prachtig; schitterend] zijn |
indian・samā-インディアン・サマー | nazomer; warm [mooi] herfstweer |
iroonna-色女 | knappe [mooie] vrouw |
kaisei-快晴 | mooi [helder] weer; een wolkenloze hemel |
kajin-佳人 | een mooie vrouw; een schoonheid |
kakei-佳景 | mooi landschap; mooi uitzicht |
kanbandaore-看板倒れ | schijngoed; oppervlakkig; iets dat minder goed is dan verwacht; iets dat mooi is aan de buitenkant maar zonder inhoud |
kangen-甘言 | mooipraterij; gladde praatjes; vleierij |
kan'yōshokubutsu-観葉植物 | bladplant; sierplant (decoratief vanwege mooie bladeren) |
karei-佳麗 | mooi zijn |
karei-佳麗 | schoonheid; mooie vrouw |
karen-可憐 | mooiheid; leukheid; charme; lieflijkheid |
keikan-景観 | mooi landschap [uitzicht]; schilderachtige plek |
keshiki-景色 | mooi landschap [uitzicht] |
kidōraku-着道楽 | voorliefde [voorkeur] voor mooie kleding en sieraden |
kigo-綺語 | (boedddh., een van de tien kwaden) loze woorden die indruisen tegen de waarheid; iets mooier voorstellen dat het is |
kigo-綺語 | (in poëzie en proza) mooi [fraai] woordgebruik |
kikazaru-着飾る | zich mooi aankleden; zich opdoffen [uitdossen]; mooie [sjieke] kleren aantrekken |
kinshigyokuyō-金枝玉葉 | mooie wolken |
kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
kira-綺羅 | mooie kleren [gewaden] |
kireidokoro-奇麗所 | mooie vrouw |
kireigoto-奇麗事 | het verdoezelen; verbloemen; iets mooier maken [voorstellen] dan het is |
kōdō-高堂 | hoge tempeltoren; een mooi huis |
kyōkasuigetsu-鏡花水月 | iets dat mooi en zichtbaar is maar niet aangeraakt kan worden, zoals de reflectie van bloemen in een spiegel of die van de maan in het water |
meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
meika-名歌 | een bijzonder mooi [goed] gedicht [vers; lied] |
mezurashii-珍しい | nieuw; vernieuwend; verrassend; mooi |
migoto-見事 | iets dat mooi [prachtig; uitmuntend] is |
miharasu-見晴らす | uitkijken (op; over); overzien; een mooi uitzicht hebben |
miharukasu-見晴るかす | uitkijken (op; over); overzien; een mooi uitzicht hebben |
moritsukeru-盛りつける | gerechten (netjes; mooi) opdienen |
naisu-ナイス | leuk; mooi (Eng.: nice) |
naisu・shotto-ナイス・ショット | (sport) goed schot; mooie slag |
neru-練る | goed nadenken [peinzen] over hoe men iets mooier kan maken [verbeteren] |
nikui-憎い | iets dat zo goed is dat je er jaloers van wordt; verschrikkelijk mooi [prachtig; uitmuntend] |
nishiki-錦 | mooie kleding |
nōhitsu-能筆 | mooi handschrift; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
noshibukuro-熨斗袋 | een mooi gedecoreerde enveloppe [omslag] om geld cadeau te doen |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
reihitsu-麗筆 | mooi handschrift; verfijnde stijl |
reihitsu-麗筆 | mooie bewoording [beschrijving] |
reijin-麗人 | een schoonheid; mooie vrouw |
reiku-麗句 | mooie [poëtische] zin [frase] |
reishi-麗姿 | mooi [prachtig] figuur; mooie gestalte |
reiyō-麗容 | een mooie vorm |
rōrerai-ローレライ | Lorelei, een legendarische nimf die zeelui verleidde met haar mooie zangstem en ze schipbreuk liet lijden |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
saishokukenbi-才色兼備 | het zowel intelligent als mooi zijn (van vrouwen) |
sanshisuimei-山紫水明 | natuurschoon; mooi landschap |
satsukibare-五月晴れ | mooi weer in mei (tijdens het regenseizoen) |
seiten-晴天 | mooi weer; blauwe [heldere] hemel [lucht] |
shan-シャン | mooi; fraai; prettig |
shikishi-色紙 | een mooi [versierd] dik papier [karton] om op te kalligraferen |
shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
shitasaki-舌先 | mooie praatjes; welbespraaktheid |
sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
tamamoku-玉目 | een (mooie) ronde houtnerf in het hout van een boom (zoals b.v. bij de Zelkova boom) |
tansei-端整 | fatsoenlijk [respectabel; netjes; rechtschapen; mooi] zijn |
tanshō-探勝 | sightseeing; het bezoeken van bezienswaardigheden (mooie landstreken, e.d.) |
tappitsu-達筆 | mooi handschrift |
tēburusukēpu-テーブルスケープ | mooie tafelschikking |
tegara-手絡 | mooi zijden stuk stof om het haar van een vrouw op te binden |
tegirei-手奇麗 | mooi [netjes] (afgewerkt) handwerk |
teien-庭園 | mooi aangelegde tuin; privé park |
tekaki-手書き | iemand die goed [mooi] kan schrijven; iemand met een mooi handschrift; een kalligraaf |
tenkiame-天気雨 | regen bij mooi weer; regen terwijl de zon schijnt |
teri-照り | zonneschijn; mooi [zonnig] weer |
teruterubōzu-照る照る坊主 | pop van wit papier of katoen, opgehangen aan de dakrand in de hoop om daardoor de volgende dag mooi weer te krijgen |
ui-愛い | fijn; goed; aardig; mooi; bewonderenswaardig |
uraraka-麗らか | een mooie [heldere; zonnige] dag; prachtig weer |
utsukushii-美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
yōka-妖花 | een betoverend mooie bloem [schoonheid] |
yōki-妖姫 | een sprookjesachtig mooie vrouw; een betoverende schoonheid |
yometoome-夜目遠目 | (gezegde) Bij duisternis kan men geen onderscheid maken tussen mooi en lelijk. (lett. een vrouw in het donker, in de verte) |
yūbutsu-尤物 | een bijzondere schoonheid [mooie vrouw] |
zensho-善書 | mooi handschrift; het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
zesshō-絶唱 | prachtig [uitmuntend; mooi] gedicht of lied |