langzaam / lang-zaam ( bn )
1ゆっくり (とした) ; 遅い [traag]
2低速 (度) の [met lage snelheid]
Kruisverwijzing
langzaam
| lemma | meaning |
|---|---|
| chihitsu-遅筆 | langzaam schrijven |
| donsoku-鈍足 | het langzaam rennen; langzame renner |
| jikkuri-じっくり | voorzichtig; zorgvuldig; netjes; rustig; langzaam |
| jirijiri-じりじり | beetje bij beetje; stap voor stap; langzaam maar zeker; langzamerhand; geleidelijk |
| jokō-徐行 | het langzaam voortgaan; langzaam (gaan) rijden; vaart minderen |
| jokōsuru-徐行する | langzaam voortgaan; langzaam (gaan) rijden; vaart minderen |
| kamishimeru-噛み締める | hard [langzaam] kauwen (op) |
| kanjo-緩徐 | langzaam; kalm [rustig]; adagio (muziek) |
| kōchi-巧遅 | uitgebreide maar trage uitvoering; langzaam maar zeker te werk gaan |
| kurenazumu-暮れ泥む | langzaam donker worden; langzaam ondergaan van de zon |
| kurīpingu・infurēshon-クリーピング・インフレーション | (Eng.: creeping inflation) kruipende inflatie; langzaam stijgende inflatie |
| kurūjingu-クルージング | een cruise maken; (langzaam) rondvaren [rondrijden] |
| man-慢 | langzaam; (te) laat |
| mizunurumu-水温む | het (langzaam) warmer worden van het water (van vijvers, beekjes etc.) in de lente |
| mosamosa-もさもさ | sloom; langzaam; dom (persoon) |
| nadegiri-撫で切り | iets langzaam en soepel doorsnijden (zoals b.v. vis voor sashimi) |
| neriaruku-練り歩く | langzaam [rustig] lopen |
| neru-練る | langzaam in een rij marcheren; paraderen; langzaam [rustig] lopen |
| nibui-鈍い | langzaam; traag; sloom |
| norakura-のらくら | (onomatopee) langzaam en ontspannen; lekker rustig; nietsdoend |
| noronoro-のろのろ | (onomatopee) langzaam; sloom; slepend |
| nuranura-ぬらぬら | (onomatopee) langzaam bewegend [voortglijdend] |
| omoi-重い | onhandig; sloom; langzaam |
| osoi-遅い | langzaam; traag; (te) laat; verlaat |
| sabo-サボ | sabotage; staking; stiptheidsactie; langzaamaanactie |
| sabotāju-サボタージュ | sabotage; staking; stiptheidsactie; langzaamaanactie |
| shitabi-下火 | het (langzaam) uitgaan [onder controle komen] van vuur; minder hard branden |
| sorosoro-そろそろ | langzaam; zachtjes; geleidelijk |
| surikogi-擂り粉木 | een scheldwoord voor iemand die langzaam aan het aftakelen is (net zoals het afslijten van een houten stamper) |
| surō-スロー | langzaam |
| taikibansei-大器晩成 | een laatbloeier; grote talenten groeien langzaam; wat goed is komt langzaam |
| tekiteki-滴滴 | gedruppel; het langzaam druppelen |
| ton-頓 | traag; langzaam |
| toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
| yūchō-悠長 | rustig [langzaam; weloverwogen; gemoedelijk] zijn |
| yukkuri-ゆっくり | (onomatopee) langzaam (aan); rustig; op zijn gemak |
| yurui-緩い | zacht [langzaam] hellend (dakvlak, helling, e.d.) |
| yuruyuru-緩緩 | langzaam (aan); rustig; losjes |
| zenji-漸次 | geleidelijk [langzaamaan] zijn |