Kruisverwijzing
alcohol
| lemma | meaning |
|---|---|
| aiinka-愛飲家 | een (gewoonte)drinker; iem. die regelmatig alcohol drinkt |
| amatō-甘党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| aperitifu-アペリティフ | aperitief(je) ((alcoholhoudend) drankje voor de maaltijd) |
| aruchū-アル中 | alcoholicus; alcoholist |
| arukōru-アルコール | alcohol |
| arukōruchūdoku-アルコール中毒 | alcoholverslaving |
| arukōruchūdoku-アルコール中毒 | (m.) alcoholist; alcoholicus; (v.) alcoholiste; alcoholica |
| arukōruhakkō-アルコール発酵 | alcoholische gisting |
| arukōruisonshō-アルコール依存症 | alcoholisme |
| arukōru・ranpu-アルコール・ランプ | alcohollamp (lamp die brandt op alcohol) |
| bappai-罰杯 | alcoholische drank die als straf moet worden gedronken (b.v. voor te laat komen, een spelletje verliezen, e.d.) |
| berumotto-ベルモット | vermouth [vermout] (alcoholische drank) |
| dokushaku-独酌 | het alleen [in je eentje] (alcohol) drinken; zichzelf inschenken |
| echiruarukōru-エチルアルコール | ethylalcohol |
| esuteru-エステル | ester (chemische verbinding die ontstaat uit een reactie tussen een (organisch) zuur met een alcohol) |
| fukazake-深酒 | het stevig drinken; veel alcohol drinken; grote alcoholconsumptie |
| fukazakesuru-深酒する | stevig [veel] (alcohol) drinken; diep in het glaasje kijken |
| geiinbashoku-鯨飲馬食 | drinken (m.n. alcohol) als een walvis en eten als een paard |
| geko-下戸 | een niet-drinker; geheelonthouder; iemand die geen alcohol drinkt [kan drinken] |
| goshu-御酒 | (respectvolle term voor) alcohol; sake |
| gubigubi-ぐびぐび | (onomatopee) klokkend geluid; met grote slokken (alcoholische dranken) drinken |
| hairu-入る | alcohol innemen, een eufemisme voor dronken worden |
| henseiarukōru-変性アルコール | gedenatureerde alcohol (onbruikbaar gemaakt voor consumptie) |
| hidari-左 | veel alcohol drinken; iemand die veel alcohol drinkt |
| hidaritō-左党 | drinker; iem. die veel (alcohol) drinkt; dronkelap |
| ikenai-いけない | fysiek niet tegen alcohol kunnen |
| ikerukuchi-いける口 | drinker; iemand die veel drinkt; iemand die goed tegen alcohol kan |
| inshu-淫酒 | zich te buiten gaan aan alcohol; overmatig drinken |
| inshuunten-飲酒運転 | het rijden onder invloed van alcohol; alcomobilisme |
| izake-居酒 | sterke drank [alcohol] drinken in een kroeg [bar] |
| jōgo-上戸 | iemand die graag [veel] alcohol drinkt (en dan emotioneel wordt) |
| jukushikusai-熟柿臭い | (verschaalde) dranklucht; alcohollucht (lett. de stank van een rijpe kakivrucht) |
| kikoshimesu-聞こし召す | (een zeer respectvolle term voor) nuttigen; drinken (m.n. alcohol); eten |
| kindanshōjō-禁断症状 | ontwenningsverschijnselen (alcohol, drugs, nicotine) |
| kinshu-禁酒 | geheelonthouding (van alcohol) |
| kinshuhō-禁酒法 | prohibitie wet (op alcoholische drank in de USA van 1920 - 1933) |
| kitchin・dorinkā-キッチン・ドリンカー | keukendrinker; thuisdrinker (een huisvrouw, die geen baan heeft en verslaafd is aan alcohol) |
| konseishu-混成酒 | een cocktail (van alcohol gemengd met fruit, specerijen etc.) |
| kyūkanbi-休肝日 | alcoholvrije dag; dag van alcohol onthouding (lett. rustdag voor de lever) |
| mechiru・arukōru-メチル・アルコール | methylalcohol; methanol (CH3OH) |
| migitō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; iem. die geen alcohol drinkt |
| mizuwari-水割り | met water verdunde alcoholische drank (b.v. whiskey) |
| nomitsubusu-飲み潰す | al je geld opzuipen [verbrassen aan alcohol] |
| nonbee-飲兵衛 | iemand die veel alcohol drinkt; een stevige [zware] drinker |
| oozake-大酒 | veel alcohol [sake] |
| raito・bīru-ライト・ビール | licht bier (bier met laag percentage alcohol) |
| rikā-リカー | alcoholische drank; sterke drank |
| ryōtō-両刀 | het houden van zowel alcohol als snoep |
| ryōtōzukai-両刀遣い | het houden van zowel alcohol als snoep; iemand die zowel van sake houdt als van zoetigheid |
| sabō-茶房 | theehuis; café (zonder alcoholvergunning) |
| saka-酒 | sake; rijstwijn; alcoholische drank |
| sake-酒 | sterke [alcoholische drank] |
| sakenomi-酒飲み | drinker; iem. die veel (alcohol) drinkt; dronkelap |
| sakeyoiunten-酒酔運転 | rijden onder invloed (van m.n. alcohol) |
| sasa-酒 | sake; rijstwijn; alcoholische drank |
| satō-左党 | drinker; iem. die veel (alcohol) drinkt; dronkelap |
| shōchū-焼酎 | shōchū, Japanse alcoholische drank (gemaakt van o.a. rijst, zoete aardappel, bruine suiker) |
| shōshaku-小酌 | een beetje [glaasje] alcoholische drank drinken |
| shu-酒 | alcohol |
| shugō-酒豪 | een zware drinker; iem. die veel (alcohol) drinkt |
| shuki-酒気 | geur [stank] van alcohol |
| shukiobiunten-酒気帯び運転 | rijden onder invloed (van alcohol) |
| shurui-酒類 | alcoholische dranken |
| shuzei-酒税 | alcoholaccijns |
| suiyo-酔余 | dronken [beschonken] zijn; onder invloed zijn (van alcohol) |
| tekīra-テキーラ | tequila (Mexicaanse alcoholische drank) |
| tsūinsuru-痛飲する | zuipen; veel (alcohol) drinken |
| utō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| waraijōgo-笑い上戸 | een vrolijke drinker; iemand die vrolijk wordt als hij alcohol drinkt; iem. die een goede dronk heeft |
| waruyoi-悪酔い | een kater; hoofdpijn door te veel alcohol drinken |
| yoi-酔い | dronkenschap; het dronken [onder invloed van alcohol] zijn |