lade / la-de ( de (m/v) | znw | laden; lades )
1引き出し [in kasten, e.d.]
2銃床 [geweerlade; geweerkolf]
Zie ook: la
Kruisverwijzing
lade
| lemma | meaning |
|---|---|
| aeru-和える | een dressing maken (van azijn, miso, sesam, etc., voor salades, groenten, e.d.) |
| ageoroshi-上げ下ろし | laden en lossen |
| amacha-甘茶 | een Japanse kruidenthee gemaakt van gefermenteerde bladeren van Hydrangea macrophylla |
| aoarashi-青嵐 | frisse zomerwind (die waait door groen gebladerte) |
| aoba-青葉 | jonge [groene] bladeren |
| banguradeshu-バングラデシュ | Bangladesh |
| banningu-バンニング | (Japans wasei woord) vanning, het laden van goederen in een truck (Eng.: van) |
| banryoku-万緑 | tienduizenden groene bladeren; een zee van groene bladeren |
| barādo-バラード | ballade (gedicht; muziek) |
| bonbon-ボンボン | suiker- of chocoladesnoepje (met vulling) |
| burōnī-ブローニー | brownie (koekje met chocolade) |
| butsuryū-物流 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| butsutekiryūtsū-物的流通 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| chāji-チャージ | (elektrische) lading; het opladen |
| chājingu-チャージング | opladen |
| chichi-乳 | (planten)sap uit bladeren, stengels, e.d. |
| chirinokoru-散り残る | (van bloemen, bladeren) nog aan de takken blijven hangen |
| chokorēto-チョコレート | chocola; chocolade |
| doresshingu-ドレッシング | dressing (voor salades) |
| edaha-枝葉 | takken en bladeren; loof |
| ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
| enka-演歌 | enka, traditionele Japanse ballade |
| fukidamari-吹き溜まり | dwarrelende sneeuw [bladeren]; sneeuwjacht |
| fuyugare-冬枯れ | dor winterlandschap; het verdorren van bladeren in de winter |
| haishutsusuru-排出する | uitstoten; afscheiden; ontladen |
| hakaze-葉風 | wind die door bladeren ritselt |
| hamura-葉叢 | bladeren; gebladerte |
| happa-葉っぱ | blad; bladeren |
| happōsuru-発砲する | afvuren; (af)schieten (geweer, pistool, of andere geladen wapens) |
| hashiriyomisuru-走り読みする | snel [vluchtig] doorlezen [doorbladeren] |
| hassuru-発する | uitstoten; uitstralen; uitzenden; ontladen; uitgeven; uitlaten |
| hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
| heikōjōgi-平行定規 | (blade with parallel motion) |
| henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
| hiba-干葉 | gedroogde rettich bladeren |
| hikidashi-引き出し | lade |
| ichiyō-一葉 | een telwoord voor platte, dunne voorwerpen (zoals bladeren, vellen papier, etc.) |
| ikoboreru-居溢れる | (bom)vol [afgeladen] met mensen zijn |
| in'ion-陰イオン | anion (negatief geladen ion) |
| jitsudan-実弾 | een echte [geladen] patroon [kogel] |
| jūden-充電 | het (elektrisch) opladen |
| jūdenki-充電器 | batterij(op)lader; acculader |
| jūdensuru-充電する | (elektrisch) opladen |
| junsai-蓴菜 | de waterplant Brasenia schreier (waarvan de jonge loten en bladeren in Japan gegeten worden) |
| jūtensuru-充塡する | vullen; laden (van een geweer, e.d.) |
| kamadashi-窯出し | het uitladen (van een pottenbakkersoven) |
| kamazume-窯詰め | het laden (in een pottenbakkersoven) |
| kan'yōshokubutsu-観葉植物 | bladplant; sierplant (decoratief vanwege mooie bladeren) |
| karadeppō-空鉄砲 | een ongeladen geweer |
| karanishiki-唐錦 | Chinees brokaat; brokaat in Chinese stijl (gekenmerkt door patronen met rode tinten waardoor het vaak wordt vergeleken met herfstbladeren) |
| kareha-枯れ葉 | dorre [dode] bladeren |
| kayō-歌謡 | lied(je); ballade; gezang |
| kokoa-ココア | chocolademelk |
| komeru-込める | laden (van een wapen); opladen |
| konoha-木の葉 | boomblad; bladeren; gebladerte |
| konoshitayami-木の下闇 | de donkere schaduw onder de bomen (in de zomer als er veel bladeren zijn) |
| kōyō-紅葉 | herfstkleur(en); het verkleuren [rood kleuren] van bladeren in de herfst |
| kūhō-空砲 | ongeladen vuurwapen |
| maisū-枚数 | het aantal vellen [bladen, kaarten, e.d.] |
| māmarēdo-マーマレード | marmalade (jam) |
| mansai-満載 | volle lading; volledig [tot volledige capaciteit] geladen |
| man'in-満員 | (bijna) volledig bezet zijn; vol [stampvol; overvol; afgeladen] zijn; volle bak |
| mekuru-捲る | (door)bladeren; (bladzijde) omslaan |
| mikaesu-見返す | teruggaan; terugbladeren |
| mizuage-水揚げ | het uitladen; lossen |
| momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
| momijigari-紅葉狩り | het bewonderen [gaan zien] van herfstbladeren |
| nagauta-長唄 | nagauta, een (lange) ballade gezongen met begeleiding van een shamisen (Japans snaarinstrument) |
| namuru-ナムル | (gerechten met) eetbare grassen of bladeren [bladgroenten} |
| niage-荷揚げ | het lossen [uitladen] (van goederen) |
| niyaku-荷役 | het laden en lossen (van schepen) |
| niyō-二葉 | twee bladen [vellen; platte dingen] |
| noru-載る | op een plank [podium] kunnen zetten; ergens ingeladen kunnen zijn |
| ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
| ochiba-落ち葉 | (af)gevallen [dode] bladeren; het vallen van de bladeren |
| ochibairo-落葉色 | de bruine kleur van dode bladeren |
| ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
| orosu-下ろす | (iem.) laten uitstappen; (iets) uitladen |
| otakara-御宝 | een schip volgeladen met kostbaarheden [schatten] |
| otakara-御宝 | een schildering van een schip volgeladen met kostbaarheden [schatten] |
| ōtorōdo-オートロード | het automatisch laden |
| parapara-ぱらぱら | (onomatopee) doorbladerend; geblader; geritsel (van papier) |
| rakuyō-落葉 | (af)gevallen [dode] bladeren; het vallen van de bladeren |
| rōdo-ロード | lading; laden |
| sarada-サラダ | salade |
| sasabune-笹舟 | speelgoedbootje gemaakt van bamboebladeren |
| sasaori-笹折り | voedsel in een houten doosje; voedsel gewikkeld in bamboebladeren. |
| seiran-青嵐 | frisse zomerwind (wind die waait door groen gebladerte) |
| shibagaki-柴垣 | (afk. voor) Shibagaki-ballade (Edo periode) |
| shibagakibushi-柴垣節 | Shibagaki-ballade (Edo periode) |
| shidare-枝垂れ | hangende vorm (van takken en bladeren) |
| shinbunsha-新聞社 | uitgeversbedrijf van dagbladen; krantenbureau |
| shinodake-篠竹 | kleine bamboesoort (met smalle bladeren) |
| shinryoku-新緑 | lentegroen; jonge [frisgroene] bladeren |
| shiyō-枝葉 | takken en bladeren |
| shīzā・sarada-シーザー・サラダ | caesarsalade |
| shokora-ショコラ | chocola; chocolade |
| sōsha-掃射 | beschieting; geweervuur; spervuur; mitraillade |
| tābochājā-ターボチャージャー | turbolader; turbocompressor |
| takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
| tanka-譚歌 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
| tanshi-譚詩 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
| tanshikyoku-譚詩曲 | ballade; verhalend lied |
| tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
| tantakatan-鍛高譚 | een soort shōchū (Japanse gedistilleerde drank) gemaakt met perilla (shiso) bladeren |
| toryufu-トリュフ | chocoladetruffel |
| tsukedasu-付け出す | vracht (laden en) verzenden |
| tsumibukai-罪深い | zondig; immoreel; schuldig; met schuld beladen |
| waiyaresujūden-ワイヤレス充電 | draadloos opladen |
| wakuraba-病葉 | zieke [aangetaste] bladeren |
| yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
| yasatsu-野冊 | plantenpers (twee bamboe plankjes waartussen bladeren en bloemen geperst worden om ze te drogen) |
| yōion-陽イオン | kation (positief geladen ion) |
| yominagasu-読み流す | (een boek, tekst) doorbladeren; vlug doorlezen; vluchtig inkijken |
| yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
| zawameku-ざわめく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren) |
| zawatsuku-ざわつく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig; onrustig] zijn; ritselen (van bladeren); rillen |
| zawazawa-ざわざわ | (onomatopee) luidruchtig; lawaaierig; onrustig; geritsel (van bladeren); rillerig |
| zawazawasuru-ざわざわする | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren); rillen; bibberen |
| zenshi-全紙 | een hele pagina; een heel vel papier; alle bladen [kranten] |
| zokka-俗歌 | volkszang; (volks)liedje; deuntje; ballade |