Kruisverwijzing
koud
lemma | meaning |
---|---|
anpō-罨法 | een (warm of koud) kompres |
arai-洗い | het wassen van de vis met koud water of ijs (gebruikt voor sashimi) |
chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
daikan-大寒 | het midden van de winter; de koudste periode van de winter |
eso-壊疽 | gangreen; koudvuur |
furōto-フロート | koude drank met erop een schep ijs |
gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
guren-紅蓮 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
gurenjigoku-紅蓮地獄 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
hadasamui-肌寒い | kil (aanvoelend op de huid); koud; huiverig |
hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanakaze-鼻風邪 | neusverkoudheid |
hen'ondōbutsu-変温動物 | koudbloedigheid; poikilothermie; koudbloedig dier |
hiebie-冷え冷え | kil; koud; koel |
hiekomu-冷え込む | koud [kil] worden; afkoelen |
hieru-冷える | koud worden; het koud krijgen; kleumen; afkoelen |
hikinaosu-引き直す | weer [opnieuw] verkouden worden [kou vatten] |
hiya-冷や | koud drinkwater (met ijsblokjes) |
hiya-冷や | koude [gekoelde] sake |
hiya-冷や | koude gekookte rijst |
hiyaase-冷や汗 | het koude [klamme] zweet |
hiyahiya-冷や冷や | koud; kil |
hiyakasu-冷やかす | weken [afkoelen] in koud water |
hiyakkoi-冷やっこい | koud; kil |
hiyameshi-冷や飯 | koude gekookte rijst |
hiyamizu-冷や水 | koud water |
hiyamizu-冷や水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
hiyamugi-冷や麦 | koud geserveerde udon noedels |
hiyarito-ひやりと | kil; koel; koud |
hiyayaka-冷ややか | koud [kil] zijn |
hiyayaka-冷ややか | (fig.) kil [koel; koud; onbenaderbaar] zijn |
hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
hiyazake-冷酒 | koude sake (rijstwijn) |
horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
jōonkakuyūgō-常温核融合 | koude kernfusie |
kanbō-感冒 | verkoudheid; griep |
kanburi-寒鰤 | koude geelvinmakreel, d.w.z. die gevangen is midden in de winter |
kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
kanchū-寒中 | midwinter; midden in de winter; het koude jaargetijde |
kandan-寒暖 | kou en hitte; koud en warm; temperatuur |
kangetsu-寒月 | de maan op (koude) een winternacht |
kangori-寒垢離 | ritueel koudwaterbad in de winter |
kanki-寒気 | kou; koud weer; koud aanvoelen |
kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
kanpa-寒波 | koudegolf |
kanpū-寒風 | een koude wind |
kanreizensen-寒冷前線 | koufront; koudefront |
kanryū-寒流 | koude zeestroming |
kanshoku-寒色 | koude kleur |
kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
kanten-寒天 | koude lucht; winterhemel |
kazagoe-風邪声 | (door verkoudheid veroorzaakte) hese stem |
kaze-風邪 | verkoudheid; kou(tje); influenza |
kazegusuri-風邪薬 | medicijn tegen verkoudheid |
kazehiki-風邪引き | verkouden worden |
kazehiki-風邪引き | iemand die verkouden is |
kazeke-風邪気 | lichte verkoudheid; koutje |
kogarashi-木枯らし | koude wind (aan het einde van de herfst tot begin van de winter) |
koorimakura-氷枕 | verkoelend kussen (kussen gevuld met ijs of koud water, om het hoofd te koelen) |
kori-垢離 | zuivering door ablutie (rituele [ceremoniële] wassing met koud water) |
kōrudo・mīto-コールド・ミート | koud vlees; vleeswaren |
kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
kōrudo・wō-コールド・ウォー | koude oorlog (ongewapende strijd) |
kukan-苦寒 | (een andere naam voor) de (koude) maand december |
kūru-クール | koel; koud |
kyōzamashi-興醒まし | een domper; stemmingsbederver; koude douche |
mafuyubi-真冬日 | koude winterdag; midwinter |
mizu-水 | (koud) water |
mizuburo-水風呂 | een koud bad |
mizugai-水貝 | plakjes abalone geserveerd in koud water |
mizugori-水垢離 | rituele [ceremoniële] reiniging met (koud) water |
mugifumi-麦踏み | het vertrappen van tarweplanten in de winter (om de koudebestendigheid te vergroten en de stengelvoeten van het gewas sterker te maken) |
natsukaze-夏風邪 | een zomer- [warm weer] verkoudheid |
nebie-寝冷え | kou (gevat tijdens het slapen); koud geworden tijdens de slaap |
nebiesuru-寝冷えする | kou vatten tijdens het slapen; koud worden tijdens de slaap |
ohiya-お冷や | (een glas) koud drinkwater |
ohiya-お冷や | koude gekookte rijst |
okan-悪寒 | koude rilling(en) |
reika-冷菓 | koude zoetigheden (zoals ijs, sorbet, e.d.) |
reikan-冷汗 | het koude [klamme] zweet |
reiketsu-冷血 | koudbloedigheid (dierkunde) |
reiketsudōbutsu-冷血動物 | koudbloedig dier |
reiki-冷気 | kou(de); koud weer; koude lucht |
reisen-冷戦 | de Koude Oorlog; een koude oorlog (oorlog zonder wapengeweld) |
reisen-冷泉 | (minerale) koudwaterbron |
reisui-冷水 | koud water |
reisui-冷水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
reisuiyoku-冷水浴 | koud bad; koude douche |
reiten-冷点 | koude plek; het koude (sensorische) punt |
reiu-冷雨 | koude regen |
reiyō-冷用 | iets koud (niet opgewarmd) serveren [drinken] |
reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
rinto-凛と | bijtend koud |
rinzen-凛然 | extreem koud; bittere kou |
saekaeru-冴え返る | helder en koud weer zijn |
samasu-冷ます | afkoelen; koud laten worden |
sameru-冷める | koud worden; afkoelen (b.v. koffie, soep) |
samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
samugari-寒がり | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
samugariya-寒がりや | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
samui-寒い | koud (hebben; zijn) |
sankanshion-三寒四温 | (in de winter) een afwisseling van drie koude en vier warme dagen |
sanki-山気 | koude berglucht; koude [kille] lucht in de bergen |
shimoyo-霜夜 | een vriesnacht; ijskoude nacht |
shinshin-深深 | bitter [snijdend] koud zijn |
shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
sōmen-素麵 | zomernoedels (dunne noedels die in de zomer koud worden gegeten) |
tsumetai-冷たい | (zowel letterlijk als figuurlijk) koud; kil; ijzig; koel |
tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
yamase-山背 | koude wind die uit de bergen komt |
yamasekaze-山背風 | koude wind die uit de bergen komt |
yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
zenmen-前面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
zensen-前線 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
zensenmen-前線面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |