jagen / ja-gen ( ww )
1狩猟する; 狩る [op dieren, e.d.]
2追い回す; 追跡する; 追求する [achternazitten]
3急がせる; 急ぐ [haasten]
Kruisverwijzing
jagen
| lemma | meaning |
|---|---|
| atarashigaru-新しがる | op nieuwigheden jagen; van nieuwigheden houden |
| fukaoi-深追い | (te ver) najagen; achtervolgen |
| fukaoisuru-深追いする | achtervolgen; najagen |
| gekitaisuru-撃退する | verdrijven; afweren; terugdringen; verjagen; weerstaan |
| gyoryō-漁猟 | vissen en jagen |
| hajikidasu-弾き出す | (iem.) verdrijven; wegjagen; eruit zetten |
| harau-払う | wegsturen; wegjagen; verjagen; opjagen; verbannen |
| hōchikusuru-放逐する | verdrijven; verjagen; verbannen; deporteren |
| isogasu-急がす | haasten; aansporen (tot werken, e.d.); opjagen |
| kaibushi-蚊燻し | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kaku-獲 | dieren vangen; jagen; vissen |
| kari-狩り | jacht; het jagen; oogsten |
| karidasu-駆り出す | verdrijven; verjagen; uitjagen |
| karu-狩る | jagen |
| karu-駆る | voortdrijven; voortjagen; opdrijven (van vee); het paard de sporen geven |
| kayari-蚊遣り | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kayaribi-蚊遣り火 | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kowai-怖い | bang; angstig; angstaanjagend; eng |
| makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
| mitsuryōsuru-密猟する | stropen; illegaal jagen [vissen] |
| mogurauchi-土竜打ち | ceremonie voor een goede oogst op 14 januari waarbij kinderen met stokken of bundels van strooi op de grond slaan om mollen te verjagen |
| monoosoroshii-物恐ろしい | spookachtig; griezelig; angstaanjagend |
| mushiokuri-虫送り | een nachtelijk ritueel van dorpelingen met fakkels, trommels en bellen om ongedierte van de rijstvelden te verjagen |
| naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
| niwa-庭 | een plaats [plek] waar iets specifieks wordt gedaan (zoals studeren, vissen, jagen, etc.) |
| odorokaseru-驚かせる | schrik aanjagen; laten schrikken |
| odorokasu-驚かす | schrik aanjagen; laten schrikken |
| oiageru-追い上げる | opjagen |
| oichirasu-追い散らす | wegjagen; verjagen; uiteendrijven; verspreiden |
| oidasu-追い出す | wegjagen; verjagen; uit (huis) zetten; iem. (er) uitsturen |
| oiharau-追い払う | wegjagen; uiteendrijven; verspreiden |
| oikomu-追い込む | ergens in jagen; insluiten |
| oitateru-追い立てる | wegjagen; wegsturen; voor zich uit drijven |
| oitateru-追い立てる | verjagen; uitzetten |
| oitateru-追い立てる | opjagen; haasten |
| okkanai-おっかない | eng; griezelig; angstaanjagend |
| oniyarai-鬼遣らい | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
| ou-追う | opjagen; doen vliegen (van vogels e.d.) |
| ou-追う | verbannen; verdrijven; verjagen |
| ou-追う | (ver)volgen; achtervolgen; najagen |
| rankaku-濫獲 | excessief [teveel] jagen [vissen]; overbevissing; overbejaging |
| saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
| sekaseru-急かせる | (iemand) opjagen; opjutten |
| sekasu-急かす | opjagen; tot haast aanzetten; aansporen |
| setsubun-節分 | Setsubun festival (laatste dag van de winter in de maankalender, 3 a 4 febr.; met het ritueel van bonen strooien om boze geesten weg te jagen) |
| shirizokeru-退ける | wegdrijven; verjagen |
| shishiodoshi-鹿威し | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| shu-狩 | (in kanji combinaties) de jacht; het jagen |
| shuryō-狩猟 | de jacht; het jagen |
| sōzu-添水 | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| takeritatsu-哮り立つ | (van dieren) het (angstaanjagend) brullen; huilen; blaffen |
| tatakidasu-叩き出す | verdrijven; wegsturen; verjagen |
| torikorosu-取り殺す | de dood injagen; pakken [vangen] en doden |
| tsui-追 | (in kanji combinaties) inhalen; achtervolgen; opjagen; (ver)volgen; verdrijven |
| tsuikyū-追求 | het streven; najagen; de jacht (fig.) op |
| tsuikyūsuru-追求する | (na)streven; najagen; trachten te bereiken |
| tsuina-追儺 | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| uchiharau-打ち払う | (van zich af) slaan; wegslaan; wegvegen; wegjagen |
| yamagari-山狩り | jacht [jagen] in de bergen |
| yōki-妖気 | angstaanjagende [griezelige; spookachtige] sfeer |
| yūryō-遊猟 | de jacht; het jagen |