huwelijk / hu-we-lijk ( het (o) | znw | huwelijken )
1結婚
in het huwelijk treden
結婚する
結婚する
Zie ook: echtverbintenis
Kruisverwijzing
huwelijk
lemma | meaning |
---|---|
abikyōkan-阿鼻叫喚 | iets afschuwelijks; een vreselijke toestand [situatie; aanblik] |
aku-悪 | afschuwelijk; vreselijk |
arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
baishaku-媒酌 | (aanstaande huwelijks-) bemiddeling; het koppelen; tot stand brengen van een huwelijk |
baishakusuru-媒酌する | koppelen; een huwelijk tot stand brengen; als tussenpersoon optreden |
bankon-晩婚 | een laat huwelijk; huwelijk op latere leeftijd |
buraidaru-ブライダル | bruids-; huwelijks- |
buraidaru-ブライダル | bruiloft; huwelijksplechtigheid; trouwerij |
chakushutsu-嫡出 | geboorte uit een wettig huwelijk |
dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
engumi-縁組み | (het aangaan van) een familierelatie (huwelijk, adoptie) |
erai-偉い | verschrikkelijk; afschuwelijk; zwaar; moeilijk |
fuen-不縁 | het niet doorgaan van een huwelijk |
fuen-不縁 | weinig vooruitzichten [kans] op een huwelijk |
fūfuzaisanhō-夫婦財産法 | huwelijksvermogensrecht; huwelijksgoederenrecht |
futei-不貞 | (huwelijkse) ontrouw; onkuisheid; echtbreuk; overspel |
ginkonshiki-銀婚式 | zilveren bruiloft (25 jarig huwelijk) |
gōdōkonpa-合同コンパ | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
gōkon-合コン | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
hanemūn-ハネムーン | huwelijksreis |
hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
hirōen-披露宴 | huwelijksreceptie; bijeenkomst; feest |
hiyokurenri-比翼連理 | huwelijksgelofte |
ironaoshi-色直し | het wisselen van kleding [kostuum] tijdens gelegenheden zoals een huwelijk |
izumonokami-出雲の神 | godheid van het Izumo heiligdom (wordt gezien als god van het huwelijk) |
kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
kasuru-嫁する | trouwen; huwen; uitgehuwelijkt worden |
keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
kekkon-結婚 | huwelijk; echtverbintenis |
kekkonaite-結婚相手 | huwelijkspartner; echtgenoot [echtgenote] |
kekkonkinenbi-結婚記念日 | (de verjaardag van een bruiloft) trouwdag; huwelijksdag; bruiloftsdag |
kekkonshiki-結婚式 | huwelijk; huwelijksceremonie; bruiloft |
kekkonsuru-結婚する | trouwen; in het huwelijk treden |
kinkonshiki-金婚式 | gouden bruiloft (50 jarig huwelijk) |
kokusaikekkon-国際結婚 | internationaal huwelijk |
kongi-婚儀 | huwelijksceremonie |
konrei-婚礼 | huwelijk; huwlijksceremonie |
kon'in-婚姻 | huwelijk; huwelijkse staat |
koshiire-輿入れ | (arch.) de verhuizing van een vrouw (op de huwelijksdag, direct na het huwelijk) naar het huis van haar man |
kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
kyūkon-求婚 | huwelijksaanzoek |
kyūkonsuru-求婚する | een huwelijksaanzoek doen |
kyūsei-旧姓 | oorspronkelijke familienaam (voor het huwelijk); meisjesnaam |
meawaseru-妻合わせる | uithuwelijken |
miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
monosugoi-物凄い | verschrikkelijk; vreselijk; afschuwelijk |
mōshikomu-申し込む | verzoeken; aanvragen; een aanzoek doen (van huwelijk); uitdagen |
mugoi-惨い | tragisch; afschuwelijk |
naien-内縁 | (huwelijk zonder wettelijke registratie) de facto huwelijk; gewoonterecht huwelijk |
nanoru-名乗る | een (andere) naam aannemen (b.v. na een huwelijk) |
nikui-憎い | hatelijk; gehaat; verachtelijk; afschuwelijk; bitter; verschrikkelijk |
nikunikushii-憎憎しい | afschuwelijk; walgelijk; verachtelijk |
nikurashii-憎らしい | hatelijk; verwerpelijk; verachtelijk; afschuwelijk; vreselijk |
nikutarashii-憎たらしい | walgelijk; hatelijk; gemeen; afschuwelijk |
nyūseki-入籍 | inschrijving in het familieregister (b.v. bij huwelijk) |
ohirome-お披露目 | officiële aankondiging [bekendmaking] (b.v. van een huwelijk) |
osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
pātonā-パートナー | (huwelijks)partner; echtgenoot (m); echtgenote (v) |
puropōzu-プロポーズ | voorstellen; ten huwelijk vragen |
ren'aikekkon-恋愛結婚 | huwelijk uit liefde |
saikon-再婚 | hertrouw; tweede huwelijk |
sakazuki-杯 | een drinkgelag; banket; huwelijksdronk (het drinken uit elkaars glazen door bruid en bruidegom op hun huwelijk) |
sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
seikon-成婚 | (formeel) huwelijk |
seisan-凄惨 | afgrijselijke [gruwelijke; afschuwelijke] aanblik |
shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
shinkonryokō-新婚旅行 | huwelijksreis |
shokon-初婚 | het eerste huwelijk |
shoshutsu-庶出 | geboorte buiten het huwelijk; |
sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
sōseki-送籍 | (door huwelijk of adoptie) overdracht van het familieregister [huishouden-registratie] van het ene naar het andere huishouden [gezin] |
sugoi-凄い | verschrikkelijk; afschuwelijk |
susamajii-凄まじい | verschrikkelijk; afschuwelijk |
suzukonshiki-錫婚式 | tinnen bruiloft (10 jarig huwelijk) |
taihen-大変 | ernstig [afschuwelijk; vreselijk] zijn |
tairei-大礼 | een belangrijke ceremonie (zoals huwelijk, begrafenis, etc.) |
todokedenin-届出人 | degeen die aangifte doet (van geboorte, huwelijk, etc.) |
tokoiri-床入り | de consummatie {eerste geslachtsdaad) van een huwelijk |
tsumadoikon-妻問婚 | een (matrilokaal) huwelijk waarbij het echtpaar bij de familie van de vrouw woont |
tsureko-連れ子 | stiefkind; kind uit een eerder huwelijk |
uedingu-ウエディング | huwelijk; bruiloft; trouwerij |
uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
unzari-うんざり | (onomatopee) vervelend; walgelijk; afschuwelijk |
yomeiri-嫁入り | trouwerij; huwelijk |