Kruisverwijzing
herfst
lemma | meaning |
---|---|
ai-合い | tussenseizoen (lente- of herfst) kleding |
aifuku-合服 | kleding voor de tussenseizoenen (lente en herfst) |
aigi-合着 | kleding voor de tussenseizoenen (lente en herfst) |
aki-秋 | herfst; najaar |
akiage-秋上げ | hoge rijstprijzen in de herfst als gevolg van een slechte opbrengst van de rijstteelt |
akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
akibare-秋晴れ | helder herfstweer |
akibasho-秋場所 | het Sumo-herfsttoernooi (in september in Tokio) |
akibiyori-秋日和 | een zonnige [heldere] herfstdag |
akichikashi-秋近し | het einde van de zomer (men voelt al dat de herfst eraan komt) |
akidaka-秋高 | hoge rijstprijzen in de herfst als gevolg van een slechte opbrengst van de rijstteelt |
akifukashi-秋深し | het late najaar; de late herfst |
akigo-秋蚕 | zijderups (van de soort die in de zomer tot de late herfst tot ontwikkeling komt) |
akiguchi-秋口 | het begin van de herfst |
akikaze-秋風 | herfstwind |
akikusa-秋草 | herfstbloem; plant die bloeit in de herfst |
akimaki-秋蒔き | het zaaien in de herfst |
akimeku-秋めく | herfstig worden |
akinasu-秋茄子 | herfst aubergine |
akinohi-秋の日 | herfstdag |
akinokure-秋の暮れ | herfstschemering |
akinokure-秋の暮れ | het einde van de herfst |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akinoōgi-秋の扇 | een waaier die niet meer wordt gebruikt wanneer het herfst wordt |
akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
akinosora-秋の空 | (heldere) herfstlucht |
akiochi-秋落ち | slechte oogst in de herfst |
akisaku-秋作 | herfstoogst |
akisame-秋雨 | herfstregen; najaarsregenbui |
akisamezensen-秋雨前線 | herfst [najaars] regenfront |
akisumu-秋澄む | de lucht wordt helder [klaart op] in de herfst |
banshū-晩秋 | eindtijd van de herfst; late herfst |
banshū-晩秋 | seizoenwoord voor de herfst (in traditionele Japanse gedichten) |
benishida-紅羊歯 | herfstvaren (Dryopteris erythrosora) |
chūshū-中秋 | middenin [in het midden van] de herfst (de 15de dag van de 8ste maand van de maankalender) |
fuyudori-冬鳥 | wintervogel; trekvogel, die in de herfst en winter verschijnt en in de lente wegtrekt naar noordelijke streken |
hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
hakuro-白露 | witte [glinsterende] dauw (bij de overgang van zomer naar herfst) |
hatsuaki-初秋 | vroege herfst; het begin van de herfst |
hatsuarashi-初嵐 | eerste storm (in de vroege herfst) |
hatsushigure-初時雨 | de eerste regen na de overgang van herfst naar winter |
hayajimo-早霜 | vroege vorst; vorst vroeg in de herfst |
higan-彼岸 | een 7-daagse boeddhistische viering tijdens zowel de lente- als de herfst equinox |
indian・samā-インディアン・サマー | nazomer; warm [mooi] herfstweer |
kirihitoha-桐一葉 | één (vallend) blad van de Anna Paulownaboom (als teken van het begin van de herfst) |
kogarashi-木枯らし | koude wind (aan het einde van de herfst tot begin van de winter) |
koharubiyori-小春日和 | nazomer; oudewijvenzomer; warme dagen in de (late) herfst |
kōyō-紅葉 | herfstkleur(en); het verkleuren [rood kleuren] van bladeren in de herfst |
kusamomiji-草紅葉 | verkleurd gras (in de herfst) |
mimizunaku-蚯蚓鳴く | het geluid van de regenwormen (in de (regenachtige) herfstnacht; wordt gebruikt als uitdrukking voor eenzaamheid) |
mizujimo-水霜 | bevroren dauw (in late herfst) |
momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
mōshū-孟秋 | het begin van de herfst; het vroege najaar |
murashigure-村時雨 | (voorbijtrekkende) hevige herfstregen (van korte duur) |
nanakusa-七草 | de zeven herfstbloemen |
natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
natsusaku-夏作 | zomergewassen, (zoals o.a. maïs, bonen, aubergine) die groeien in de zomer, en worden geoogst in de herfst of winter |
nowaki-野分き | (late) herfststorm (lett. veld-splitser) |
rakuyōju-落葉樹 | een bladverliezende boom; boom die zijn blad verliest in de herfst |
risshū-立秋 | het begin [de eerste dag] van de herfst (volgens de maankalender op 8 augustus) |
ryōshū-涼秋 | frisse herfst |
ryōya-良夜 | avond met helder maanlicht; maanverlichte nacht (vooral van de oogstmaan in de herfst, op 13 sept.) |
shigure-時雨 | korte (zware) regenbui (in late herfst of vroege winter) |
shiji-四時 | de vier seizoenen (lente, zomer, herfst, winter) |
shinryō-新涼 | de nieuwe (eerste) koelte van het begin van de herfst |
shinshū-深秋 | de late herfst; laatste deel van de herfst |
shiratsuyu-白露 | witte {glinsterende] dauw (bij de overgang van zomer naar herfst) |
shoshū-初秋 | de vroege herfst; het begin van de herfst |
shū-秋 | (in kanji combinaties) herfst; najaar |
shūbun-秋分 | herfst equinox; herfstnachtevening |
shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
shūfū-秋風 | herfstwind |
shūgetsu-秋月 | herfstmaan; oogstmaan |
shūjitsu-秋日 | herfstdag |
shūki-秋季 | herfstseizoen; najaar |
shūki-秋期 | de herfstperiode; het herfstseizoen |
shūki-秋気 | herfstlucht |
shūkō-秋耕 | het zaaien in de herfst |
shunjū-春秋 | lente en herfst |
shūrin-秋霖 | lange regenperiode in de herfst |
shūsan-秋蚕 | zijderups (van de soort die in de zomer tot de late herfst tot ontwikkeling komt) |
shūshi-秋思 | herfstdepressie; najaarsdepressie |
shūsho-秋暑 | aanhoudende (zomer)warmte in (het begin van) de herfst |
shūshoku-秋色 | herfstkleuren; herfstlandschap |
shūsui-秋水 | kristalhelder water in de herfst |
shūu-秋雨 | herfstregen; najaarsregenbui |
sōshū-爽秋 | aangename [verfrissende] herfst |
tatsutahime-竜田姫 | Tatsutahime, godin van de herfst |
tōga-冬芽 | bloem- of (blad)knoppen die gedurende de late zomer tot aan de herfst onstaan, de winter in dormante staat doorbrengen, om uiteindelijk in de lente op |
tsuma-妻 | (arch.) één van twee dingen die sterk aan elkaar gerelateerd zijn (bv. een hert en hagi (Japanse struikklaver) zijn beiden symbool voor de herfst) |
yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
yayasamu-稍寒 | een beetje kil [fris] (in de herfst) |
yonaga-夜長 | een lange (herfst)nacht |
yukuaki-行く秋 | de late herfst; het einde van de herfst |
zansho-残暑 | aanhoudende (zomer)hitte (aan het begin van de herfst) |