Kruisverwijzing
groet
| lemma | meaning |
|---|---|
| aisatsu-挨拶 | begroeting; introductie; welkoms- [afscheids-] groet |
| aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
| aratamano-新玉の | (uitdrukking voor) de verwelkoming [begroeting] van een nieuw begin (het nieuwe jaar, de nieuwe lente, etc.) |
| aroha-アロハ | Aloha (groet op Hawaï) |
| demukae-出迎え | ontmoeting; ontvangst; begroeting |
| demukaeru-出迎える | ontmoeten; (gaan) begroeten; (iem.) afhalen; verwelkomen |
| eshaku-会釈 | knikje; begroeting; lichte buiging |
| gokigenyō-御機嫌よう | (begroeting bij een ontmoeting of afscheid) hallo; hoe gaat het?; tot ziens; tot kijk; groetjes; succes! |
| gomenkudasai-御免下さい | (begroeting bij het binnenkomen van iemand's huis) Hallo, is daar iemand?; Mag ik binnenkomen? |
| haro-ハロ | hallo (begroeting) |
| harō-ハロー | hallo (begroeting) |
| ichirei-一礼 | buiging (voor begroeting); korte begroeting |
| itaranaiten-至らない点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| itaranuten-至らぬ点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| jisuru-辞する | begroeten |
| jō-上 | (respectvolle term op een cadeau t.a.v. de ontvanger) aangeboden door; met de hartelijke groeten |
| ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
| kyōgashinnen-恭賀新年 | Gelukkig Nieuwjaar (groet op nieuwjaarskaart) |
| mokurei-目礼 | groet door een oogcontact |
| mokurei-黙礼 | stilzwijgende groet [buiging] (vooral tijdens een plechtigheid) |
| monjin-問訊 | (zen boeddh.) buiging met gevouwen handen als begroeting |
| mukaebi-迎え火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun aankomst te begroeten |
| mukaeru-迎える | ontmoeten; (iem.) afhalen; tegemoetkomen; verwelkomen; groeten |
| nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
| nīhao-ニーハオ | (Chinese begroeting) hallo; goedendag; hoe gaat het? |
| orei-御礼 | groet; buiging |
| rei-礼 | begroeting; groet; buiging; reverence |
| ritsurei-立礼 | staande groet (buiging) |
| sayōnara-さようなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| sayonara-さよなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| shikkei-失敬 | pardon; sorry; groet van degene die weggaat (gebruikt meestal door mannen) |
| shī・hairu-シー・ハイル | ski veilig (begroeting van skiërs) |
| shōshun-頌春 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarswens |
| sumitsuki-墨付き | begroeting |
| teitō-低頭 | diepe buiging van het hoofd en bovenlichaam (als begroeting) |
| tsukaeru-支える | (knielend) je handen voor je op de grond leggen (als groet, of voor het betonen van eer of spijt) |