Kruisverwijzing
gooien
| lemma | meaning |
|---|---|
| abiseru-浴びせる | water over iemand heen gooien; overgieten; overstelpen |
| akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| atekko-当てっこ | het spelletje [een wedstrijd] waarbij men iets naar een bepaald doel probeert te gooien |
| bontai-凡退 | (honkbal) het uitgooien van een slagman |
| buchikomu-打ち込む | (iets) gooien [werpen] in; iemand in de gevangenis gooien |
| butsukeru-ぶつける | werpen; gooien; smijten |
| danshari-断捨離 | het grote opruimen, met als doel harmonie te bereiken (gebaseerd op 3 concepten van yoga: weigeren, weggooien, en loslaten van onnodige dingen) |
| furikomu-振り込む | (bij mahjong) een steen weggooien die een tegenstander goed kan gebruiken [waarmee een tegenstander kan winnen] |
| haiki-廃棄 | het (iets) wegdoen [verwijderen; weggooien; afdanken] |
| hanetobasu-撥ね飛ばす | wegdrijven; wegvegen; omvergooien; omknikkeren; tegen de grond kwakken |
| hōridasu-放り出す | weggooien |
| hōrikomu-放り込む | (iets ergens) inwerpen; naar binnen gooien |
| hōrinageru-放り投げる | (ver) wegwerpen; gooien; smijten |
| hōru-放る | weggooien; afstand doen van |
| hōru-放る | gooien; werpen; smijten |
| ichirokushōbu-一六勝負 | wedden op het gooien van een 1 of een 6 met een dobbelsteen; gokken |
| kakimidasu-掻き乱す | verstoren; verwarren; door elkaar gooien; rommelen |
| kanagurisuteru-かなぐり捨てる | van zich afwerpen; weggooien; opzij schuiven; achterlaten; afdanken |
| karaabooru-カラーボール | kleurende (met verf gevulde) bal om naar een vluchtende dief of overvaller te gooien |
| ki-棄 | (in kanji combinaties) weggooien; wegwerpen; verwerpen; afdanken |
| kiru-切る | (snel) (om)draaien; van richting veranderen; (een bal) met effect slaan [gooien] |
| kuberu-焼べる | iets (b.v. van hout, kolen, papier, etc.) in [op] een vuur gooien [verbranden] |
| nagedasu-投げ出す | naar buiten gooien; naar buiten slingeren |
| nagedasu-投げ出す | (nonchalant) neergooien; neersmijten |
| nagekakeru-投げかける | (iets) ergens heen [op] gooien [werpen] |
| nagekomu-投げ込む | (iets ergens in) gooien; werpen; weggooien |
| nageru-投げる | gooien; werpen; smijten |
| nagesuteru-投げ捨てる | weggooien; wegwerpen |
| nagetobasu-投げ飛ばす | weggooien; wegwerpen; van zich afgooien; de lucht ingooien |
| nagetsukeru-投げつける | gooien [werpen] (naar); op de grond gooien [smijten] |
| nageutsu-擲つ | weggooien; opgeven; laten gaan; afzien van |
| nejifuseru-捩じ伏せる | iemand tegen de grond werken; iemand op de grond gooien [vasthouden] |
| poisute-ポイ捨て | het weggooien van (klein) afval op de openbare weg (b.v. van sigarettenpeuken, e.d.) |
| sanshin-三振 | (honkbal) het uitgooien van de slagman met 3 slag |
| shobun-処分 | het afstand doen [zich ontdoen] van; (uit)verkopen; opruimen; weggooien; verwijderen |
| sumaki-簀巻き | het iemand in een bamboemat wikkelen en in een rivier gooien (straf in de Edo-periode) |
| sunappu-スナップ | snelle polsbeweging bij het gooien of slaan van een bal (honkbal, golf) |
| supea-スペア | (bowlen) spare (het omvergooien van alle kegels met de eerste twee worpen) |
| surōingu-スローイング | het gooien; werpen |
| suteru-捨てる | weggooien; wegwerpen |
| tatakitsukeru-叩きつける | hard slaan; gooien; smijten |
| tōjiru-投じる | gooien (in; uit; op); stemmen (een stem uitbrengen) |
| tōnyū-投入 | het (iets ergens) indoen; insteken; ingooien; inbrengen |
| torisuteru-取り捨てる | weggooien |
| tōtekisuru-投擲する | werpen; gooien |
| tsubute-礫 | een steen(tje) (om mee te gooien) |
| tsuiyasu-費やす | uitgeven; consumeren; verspillen; weggooien; verkwisten |
| tsukaisute-使い捨て | het eenmalig gebruiken van iets (en dan weggooien); wegwerp product |
| uchitsukeru-打ち付ける | (steentjes) gooien tegen |