golf1 / golf ( de | znw | golven )
1波 [golven op zee, etc.]
De Grote Golf van Kanagawa van Katsushika Hokusai (prent)
葛飾北斎の神奈川沖浪裏は浮世絵
葛飾北斎の神奈川沖浪裏は浮世絵
Kruisverwijzing
golf
lemma | meaning |
---|---|
aian-アイアン | iron (golfstok met ijzeren kop) |
andā・pā-アンダー・パー | onder par (golfterm voor minder dan het standaard aantal slagen) |
arubatorosu-アルバトロス | albatros (golfterm: dat men 3 slagen minder nodig heeft op een hole dan gemiddeld; ook wel double eagle genoemd) |
bādī-バーディー | birdie (golfterm, 1 slag minder nodig voor een hole dan gemiddeld) |
baffī-バッフィー | baffy (4 wood golfstok) |
bakufū-爆風 | schokgolf; bomexplosie |
bogī-ボギー | (bij golf) score van 1 slag boven par voor een hole |
burīchi-ブリーチ | branding; golfbreking |
chippu-チップ | chip (computer); (poker) fiche; bepaalde slag bij golf |
chippuin-チップイン | chip-in, een soort slag bij golf |
chōha-長波 | lange golf |
chōonpa-超音波 | ultrasonische golf; golf met een zeer hoge frequentie |
chūha-中波 | middengolf; middenfrequentie |
daburu・bogī-ダブル・ボギー | (golf) twee slagen boven par |
dakyū-打球 | slag; geslagen bal; het slaan van een bal (met een knuppel, golfclub, racket, e.d.) |
danbōru-段ボール | golfkarton |
danseiha-弾性波 | elastische golf |
daun・burō-ダウン・ブロー | (golf) neerwaartse slag |
daun・suingu-ダウン・スイング | (golf of honkbal) neerwaartse slag |
deddo-デッド | dood (bij honkbal, e.d. als de bal buiten de lijnen is; bij golf als de bal niet doorrolt) |
dekki・gorufu-デッキ・ゴルフ | golfspel dat op het dek van een schip wordt gespeeld |
denjiha-電磁波 | elektromagnetische golf |
denpa-伝播 | voortgaande golfbeweging |
denpa-電波 | radiogolf |
doggu・reggu-ドッグ・レッグ | (Engelse golfterm) dogleg, een golfbaan in de vorm van een hondenpoot |
doraibā-ドライバー | schroevendraaier; golfstok |
doraibingu・kontesuto-ドライビング・コンテスト | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
dorakon-ドラコン | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
doroppu-ドロップ | (bij golf) een bal (die in een vijver was gevallen) op een plek aan de kant laten vallen om van daaruit verder te spelen |
ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
epuron-エプロン | (golfbaan) smalle strook met (hoger) gras rondom de green |
feawē-フェアウェー | (golf) deel van de baan tussen de tee en de green |
foa-フォア | Vrij! (bij golf een waarschuwing dat de bal geslagen wordt) |
fujinami-藤波 | de golfbeweging van de wisteria bloemtrossen (in de wind) |
fukku-フック | (bepaalde slag bij golf, cricket) hook |
gorufā-ゴルファー | golfer |
gorufu-ゴルフ | golf |
gurīn-グリーン | grasveld; golfbaan |
gurīn・fī-グリーン・フィー | kosten voor het gebruik van een golfbaan |
gurosu-グロス | (golf) score zonder handicap-aftrek |
gyakurō-逆浪 | ruwe zee [golfslag]; kopzee; tegengolf |
ha-波 | (in kanji combinaties) golf |
hachō-波長 | golflengte |
hadō-波動 | golfbeweging; fluctuatie |
hāfu・suingu-ハーフ・スイング | (honkbal, golf) halve zwaai |
hamon-波紋 | rimpeling [rimpel; golving; golfje] (in een wateroppervlak) |
hamon-波紋 | golfpatroon in een familiewapen |
hansōha-搬送波 | (elektromagnetische) draaggolf |
hazādo-ハザード | (golfsport) natuurlijke hindernis op de baan (zoals een bunker of vijver) |
heddo・appu-ヘッド・アップ | (honkbal), golf omhoog kijken tijdens het slaan van de bal |
ho-穂 | top van een golf; schuimkop; golfkam |
hōru-ホール | gat; hole (golf) |
hōru・auto-ホール・アウト | (golf term) de bal in de hole slaan |
ībun・pā-イーブン・パー | (Eng.: even par) (golfterm), score waarbij het aantal slagen gelijk is aan de rating voor die baan |
ikitōgōsuru-意気投合する | goed met elkaar overweg kunnen; op dezelfde golflengte zitten |
in-イン | de tweede negen holes (van een golfbaan) |
ippa-一波 | een golf |
ippa-一波 | de eerste golf (van een reeks) |
jōha-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
jōha-縦波 | lengtegolf (bij schip) |
kanpa-寒波 | koudegolf |
kenpa-検波 | (elektro)golf detectie |
kōha-光波 | lichtgolf |
kurīku-クリーク | golfclub nummer 5 hout |
kurosu・bankā-クロス・バンカー | (golf) lang uitgerekte bunker die zich dwars over de breedte van de baan uitstrekt |
kurōzudo・sutansu-クローズド・スタンス | (golf, honkbal) stand bij het slaan met de voeten naast elkaar |
kyadī-キャディー | (golf) degene die de golftas van een speler draagt |
maikuroha-マイクロ波 | microgolf |
maikurouēbu-マイクロウエーブ | microgolf |
maikurowēbu-マイクロウェーブ | microgolf |
matchi・purē-マッチ・プレー | (golf) matchplay (wedstrijd tussen twee spelers of twee teams) |
maundo-マウンド | (op golfbaan) heuvel |
menami-女波 | kleine [zwakke] golf |
midoru・hōru-ミドル・ホール | (golf) par-vier hole |
namakoita-海鼠板 | golfplaat; plaat van gegalvaniseerd ijzer |
nami-波 | golf; deining |
nami-波 | golf; trend; ups-and-downs |
namiita-波板 | golfplaat; plaat van gegalvaniseerd ijzer |
naminohana-波の花 | golfkam; de schuimkoppen van de golven |
neppa-熱波 | hittegolf |
niapinshō-ニアピン賞 | Nearest-to-the-Pin Award (prijs bij Golf) |
nyū・wēbu-ニュー・ウェーブ | nieuwe golf; innovatieve trend |
ōbā-オーバー | overdreven; te veel; te hoog; overbelicht (fotografie); boven par (golf) |
ōha-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
ōha-横波 | zijdelingse golf (bij een schip) |
onami-男波 | grote(re) golf |
onpa-音波 | geluidsgolf |
ōpun・sutansu-オープン・スタンス | (golf, honkbal) stand bij het slaan met de voeten uit elkaar |
ōru・wēbu・reshībā-オール・ウェーブ・レシーバー | ontvanger die alle golflengtes kan ontvangen |
ō・bī-オー・ビー | buiten het terrein (golf) |
pā-パー | par (golfterm: score die gelijk is aan het standaard aantal slagen) |
sankakunami-三角波 | driehoeksgolf (wiskunde) |
sankakunami-三角波 | een korte [driehoekige] golfslag (op zee) |
shafuto-シャフト | schacht (van speer, golfclub, etc.); steel; stok |
shinguru・purēyā-シングル・プレーヤー | golfer met een eencijferig getal als handicap |
shōgekiha-衝撃波 | schokgolf |
shōto・aian-ショート・アイアン | golfstok ijzer 8 of 9 (voor korte afstanden) |
shōto・hōru-ショート・ホール | par-drie baan (golf) |
soketto-ソケット | onderste deel van de schacht van een golfclub |
sonikku・būmu-ソニック・ブーム | supersonische knal [schokgolf] |
suburi-素振り | oefenslag (tennis, golf, etc.) |
sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
sunappu-スナップ | snelle polsbeweging bij het gooien of slaan van een bal (honkbal, golf) |
supūn-スプーン | spoon (ouderwetse houten golfclub) |
surū・za・gurīn-スルー・ザ・グリーン | (golfterm) van de afslagplaats tot op de green |
sutorōku・purē-ストローク・プレー | (golf) strokeplay (alle slagen van iedere speler worden opgeteld, de speler met de minste slagen is de winnaar) |
takanami-高波 | hoge golf |
tanpa-短波 | kortegolf (hoge radiofrequentie) |
tanpahōsō-短波放送 | kortegolfuitzending |
tanpajushinki-短波受信機 | kortegolfontvanger (radio) |
tanpasōshinki-短波送信機 | kortegolfzender |
tatenami-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
tatenami-縦波 | lengtegolf (bij een schip) |
tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
tī-ティー | tee (golfterm) |
tī・guraundo-ティー・グラウンド | de afslagplaats (voor het begin van een hole bij golf) |
tī・shotto-ティー・ショット | (golf) lange afslag vanaf de tee |
totan-トタン | golfplaat (golvend gegalvaniseerd metaal) |
tsūkā-つうかあ | elkaar geheel [compleet; volkomen; snel] begrijpen; op dezelfde golflengte zitten |
tsunami-津波 | tsunami; vloedgolf |
tsūtoiebakā-つうと言えばかあ | elkaar snel begrijpen; op één lijn [op dezelfde golflengte] zitten |
tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
uddo-ウッド | een golfclub met houten kop |
uēbu-ウエーブ | golf (water); golfslag |
uēbu-ウエーブ | golf (elektriciteit, geluid, radio, etc.) |
uēbu-ウエーブ | golf in het haar; golvend haar |
uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
uiningu・bōru-ウイニング・ボール | (honkbal; golf) winnende bal |
uneri-うねり | golfslag; deining; hoge golven (als gevolg van een depressie) |
yokonami-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
yokonami-横波 | zijdelingse golf (bij een schip) |
zen'eiōpen-全英オープン | British Open (golf- of tennistoernooi) |