| aseri-焦り | ongeduld |
| aseru-焦る | gehaast [haastig; ongeduldig; rusteloos] zijn |
| awatemono-慌て者 | heethoofd; een ongeduldige persoon |
| dada-駄駄 | onredelijk [opstandig; verwend; ongeduldig] zijn |
| gaman-我慢 | volharing; geduld; tolerantie |
| gamansuru-我慢する | volharden; verdragen; geduldig zijn |
| ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| iradatsu-苛立つ | geïrriteerd raken; het geduld verliezen |
| iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
| jirijiri-じりじり | ongeduldig; geïrriteerd |
| jirijirisuru-じりじりする | ongeduldig worden; geïrriteerd raken |
| jitto-じっと | rustig; kalm; geduldig |
| jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
| kanben-勘弁 | geduld; tolerantie; verdraagzaamheid |
| kibaya-気早 | opvliegend [ongeduldig] karakter |
| kimijika-気短 | opvliegendheid; lichtgeraaktheid; ongeduldigheid |
| kinaga-気長 | geduldig [relaxed; ontspannen] zijn |
| koraeshō-堪え性 | geduld; uithoudingsvermogen; verdraagzaamheid |
| machidoo-待ち遠 | het ongeduldig wachten; niet kunnen wachten; lang moeten wachten |
| machidooshii-待ち遠しい | ongeduldig wachten; niet kunnen wachten; lang moeten wachten |
| machikaneru-待ち兼ねる | ongeduldig wachten (op); in afwachting zijn (van); staan te popelen (om) |
| machikogareru-待ち焦がれる | vurig verlangen (naar); ongeduldig wachten (op) |
| muzumuzu-むずむず | ongeduld; nervositeit |
| muzumuzusuru-むずむずする | ongeduldig [zenuwachtig; geïrriteerd] zijn |
| ninniku-忍辱 | geduld; uithoudingsvermogen |
| sekkachi-せっかち | haastig; ongeduldig; rusteloos |
| shinbō-辛抱 | geduld; volharding; uithouding(svermogen) |
| shōshin-焦心 | ongeduld; opwinding; bezorgdheid |
| shōsō-焦燥 | ongeduld; haast; nervositeit |
| tanki-短気 | opvliegend [driftig; ongeduldig] karakter [humeur] |
| uzuuzusuru-うずうずする | (onomatopee) staan te popelen; ongeduldig wachten; je handen jeuken |
| yakimoki-やきもき | (onomatopee) angstig; ongeduldig; bezorgd |
| yatake-弥猛 | het branden van verlangen; ongeduld |