Kruisverwijzing
diep
| lemma | meaning |
|---|---|
| abi-阿鼻 | Avīci, het diepste niveau van de Boeddhistische hel |
| abijigoku-阿鼻地獄 | Avīci, het diepste niveau van de Boeddhistische hel |
| akaguroi-赤黒い | donkerrood; dieprood |
| akahaji-赤恥 | diepe vernedering; schaamte; schande |
| akappaji-赤っ恥 | diepe vernedering; schaamte; schande |
| anmin-安眠 | goede [rustige; diepe] slaap |
| anryokushoku-暗緑色 | donkergroen; diepgroen |
| ansekishoku-暗赤色 | donkerrood; dieprood |
| aoaoto-青青と | helder [diep] blauw |
| aoikitoiki-青息吐息 | diepe ontsteltenis [ontzetting] |
| asai-浅い | ondiep |
| asase-浅瀬 | ondiep water; wad; zandbank; doorwaadbare plaats |
| aware-哀れ | bewondering; goede [diepe] indruk |
| aware-哀れ | Ah; Oh; (als tussenwerpsel: een woordje dat uitdrukking geeft aan diepe gevoelens van bewondering [vreugde; geluk; verdriet]; |
| bachisukāfu-バチスカーフ | bathyscaaf (duiktoestel voor diepzeeonderzoek) |
| bakurai-爆雷 | dieptebom |
| bakusui-爆睡 | diepe slaap |
| bakusuisuru-爆睡する | slapen als een blok; diep (door)slapen |
| bandai-盤台 | een ondiepe teil [kuip], die wordt gebruikt om vissen in te vervoeren, of om sushi-rijst in te mengen |
| bansha-万謝 | heel erg dankbaar zijn; diepe dankbaarheid |
| bengaku-勉学 | studie; het ijverig [hard] studeren (niet noodzakelijkerwijs bij educatieve instellingen; zelfontwikkeling met een meer persoonlijk studieprogramma) |
| beni-紅 | (diep)rood; karmozijnrood; karmijn |
| bēsumento-ベースメント | kelderverdieping, souterrain |
| bichū-微衷 | (nederige uitdrukking voor mijn) diepste gedachten [gevoelens] |
| bottō-没頭 | toewijding; het in-beslag-genomen zijn (door); verdiept zijn (in) |
| chinrin-沈淪 | het diep zinken; in de vergetelheid geraken; ondergang; teloorgang; vernietiging |
| chūnikai-中二階 | tussenverdieping; entresol; mezzanine |
| dīpu・sausu-ディープ・サウス | het diepe Zuiden (de meest zuidelijke staten van Amerika: Georgia, Alabama, Louisiana en Mississippi) |
| dokomademo-何処までも | grondig; uitputtend; diepgaand |
| donokurai-どのくらい | hoeveel (hoe hoog, hoe lang, hoe diep etc.) |
| en'yō-遠洋 | de open zee; diepzee; oceaan |
| fuchi-淵 | afgrond; diepte; diep water |
| fuchi-淵 | diepe wanhoop; vertwijfeling |
| fuchise-淵瀬 | diep en ondiep water (in de rivier) |
| fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fukabukato-深深と | heel [erg; zeer] diep |
| fukade-深手 | diepe wond; ernstige verwonding |
| fukai-深い | diep; bodemloos |
| fukai-深い | diepzinnig; grondig; diepgaand |
| fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukama-深間 | diepte (letterlijk en figuurlijk) |
| fukamaru-深まる | dieper worden; toenemen; intensifiëren |
| fukameru-深める | verdiepen; dieper maken; versterken; vergroten |
| fukameru-深める | zich verdiepen in |
| fukami-深み | diepte |
| fukasa-深さ | diepte |
| fukasa-深さ | (fig.) diepte; diepgang |
| fukazakesuru-深酒する | stevig [veel] (alcohol) drinken; diep in het glaasje kijken |
| furīzā-フリーザー | (Eng.: freezer) diepvriezer; vrieskast; vrieskist |
| furoa-フロア | verdieping; etage |
| futoi-太い | zwaar [diep; laag] (stem) |
| gakuchi-学地 | studieplaats (voor wetenschap en spirituele training) |
| genbaku-玄漠 | diepe stilte |
| gengaku-玄学 | grondige [diepgaande] studie |
| genkō-玄功 | diepgaande verdienstelijke [lofwaardige] daad |
| gurabia-グラビア | gravure; diepdruk |
| gusagusa-ぐさぐさ | diep verwond [geraakt; gestoken] (ook fig.) |
| gusarito-ぐさりと | diep snijdend [een diepe wond veroorzakend] als van een messteek (ook fig.) |
| gussuri-ぐっすり | (onomatopee) diep [vast] slapend |
| haifu-肺腑 | van binnen; diep in je hart; uit de grond van je hart |
| hajiiru-恥じ入る | zich (diep) schamen; zich beschaamd voelen |
| heishinteitōsuru-平身低頭する | diep buigen; zich ter aarde werpen; knielen |
| hiraya-平屋 | woonhuis zonder bovenetages; huis van één verdieping; bungalow |
| hirazara-平皿 | plat, ondiep bord |
| hishaku-柄杓 | (diepe) opscheplepel (meestal van hout of bamboe) |
| honji-本地 | oorspronkelijke vorm; (iemand's) ware aard; (iemand's) diepste gedachten |
| horinukiido-掘り抜き井戸 | een diepe geboorde [geslagen] put |
| horisageru-掘り下げる | diep graven [spitten]; delven |
| hōroku-焙烙 | een ondiepe, ongeglazuurde aardewerken pot |
| hotto-ほっと | diepe zucht |
| igitanai-寝穢い | in een diepe slaap zijn; vast slapend zijn |
| ikkai-一階 | begane grond; parterre (Japan: eerste verdieping) |
| imishinchō-意味深長 | met diepe [geheime] betekenis |
| innā・supēsu-インナー・スペース | diepzee; diepe oceaan |
| jūkō-重厚 | diepgaand [serieus; kalm; oprecht; eerlijk] zijn |
| jukusui-熟睡 | diepe [vaste] slaap |
| jukusuisuru-熟睡する | in (een diepe) slaap vallen |
| kaguroi-か黒い | diepzwart |
| kai-階 | verdieping; etage |
| kamakeru-かまける | druk bezig zijn met; verdiept in iets zijn; in beslag genomen zijn door; in iets opgaan |
| kangaekomu-考え込む | in gedachte verzonken zijn; piekeren; peinzen; tobben; diep nadenken (over) |
| kangai-感慨 | diepe emoties; sterke gevoelens; zeer geëmotioneerd zijn |
| kangaimuryō-感慨無量 | diepe emotie [ontroering] |
| kangeki-感激 | diepe emotie |
| kanjiiru-感じ入る | diep geroerd [onder de indruk] zijn |
| kanmei-感銘 | diepe indruk [ontroering; bewondering] |
| kanpuku-感服 | (diepe) bewondering |
| kawase-川瀬 | ondiep gedeelte van een rivier met snelle stroming |
| keikoku-渓谷 | bergvallei; (diep) dal |
| kirikomu-切り込む | diep insnijden; insnijding [kerf; inkeping] maken |
| kissui-喫水 | diepgang (van een schip, e.d.) |
| kobukai-木深い | diep in het bos [woud] |
| koi-濃い | dik (vloeistof); donker; diep (van kleur); sterk (van smaak) |
| koime-濃いめ | sterk (van smaak); diep [donker] (van kleur) zijn |
| kōkō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
| kōkō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
| kokorohisokani-心密かに | innerlijk; inwendig; van binnen; geheim; diep in het hart |
| komayaka-細やか | diep; warm (van kleur); dicht (van mist, e.d.) |
| komidori-濃緑 | diepgroen; donkergroen |
| kōmō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
| kōmō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
| kuraimake-位負け | het diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een ander [een tegenstander] |
| kuraimakesuru-位負けする | diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een tegenstander |
| kurenai-紅 | dieprood; karmozijn; scharlaken |
| kuroguro-黒黒 | diepzwarte [gitzwarte] kleur |
| kyūhai-九拝 | herhaaldelijk diep buigen |
| makka-真っ赤 | dieprood; vuurrood |
| marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
| massao-真っ青 | diepblauw; helderblauw |
| mezochinto-メゾチント | (diepdruktechniek) mezzotint; zwarte kunst |
| mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
| miyama-深山 | een plek diep in de bergen |
| monohoshige-物欲しげ | diep verlangen; vurige wens; smachten |
| monoomoi-物思い | meditatie; diep in gedachten; mijmerij; dagdromen |
| muchū-夢中 | verdiept in; in beslag genomen door; bezeten zijn van; toegewijd |
| naiō-内奥 | diep van binnen; diep in je hart [ziel] |
| naishin-内心 | innerlijke gedachten; ware bedoeling; hart en ziel; diep vanbinnen |
| naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
| nebukai-根深い | diepgeworteld |
| neiru-寝入る | in slaap vallen; in diepe slaap zijn |
| nengan-念願 | diep verlangen; lang gekoesterde wens |
| neshizumaru-寝静まる | in slaap vallen; in (een diepe) slaap zijn |
| nezuyoi-根強い | diepgeworteld; bestendig |
| nikai-二階 | eerste verdieping (Japan: tweede verdieping) |
| nobetsubo-延べ坪 | het totale vloeroppervlak van een gebouw (van alle verdiepingen) |
| nobetsubosū-延べ坪数 | het totale vloeroppervlak van een gebouw (van alle verdiepingen) |
| nōkō-濃厚 | sterk zijn (van geur; aroma; smaak); diep zijn (van kleur); dik zijn (van vloeistof) |
| nōmitsu-濃密 | volheid; diepte (van smaak, b.v.); gedetailleerdheid |
| nōryoku-濃緑 | diepgroen; donkergroen |
| nukazuku-額ずく | en diepe buiging maken; knielen |
| ōgi-奥義 | essentie; hart; diepste niveau |
| ōhan-凹版 | diepdruk (grafische druktechniek) |
| ōhan'insatsu-凹版印刷 | diepdruk (grafische druktechniek) |
| oku-奥 | (diep in) het binnenste; binnenin; achterin |
| okufukai-奥深い | diepgaand; diepzinnig |
| okumaru-奥まる | (diep) binnenin (een huis) gelegen zijn |
| okuyuki-奥行き | diepte; lengte (van een huis, perceel, e.d.) |
| okuyuki-奥行き | (fig.) diepgang (van iemands persoonlijkheid, gedachten, e.d.) |
| ooiki-大息 | diepe zucht |
| ranpeki-藍碧 | indigo-groen; diepblauw-groene kleur |
| reitōshokuhin-冷凍食品 | ingevroren voedsel; diepvriesproducten; diepvriesmaaltijd |
| rishū-履修 | inschrijving (voor een studieprogramma); voltooiing van een opleiding |
| rofuto-ロフト | zolder(verdieping); zolderkamer; appartement op de zolderetage |
| rōmon-楼門 | torenpoort van twee verdiepingen |
| rōsen-楼船 | een hoog schip; een schip [boot] met twee verdiepingen |
| ryūgū-竜宮 | het drakenpaleis op de bodem van een diepe zee (zoals in het verhaal over Urashima Tarō) |
| saikeirei-最敬礼 | meest respectvolle [diepste] buiging |
| saishin-最深 | de diepste |
| sangai-三階 | tweede verdieping (Japan: derde verdieping) |
| sanmai-三昧 | (boeddh.) samadhi; (spirituele) concentratie; diepe meditatie; absorptie |
| sanpaikyūhai-三拝九拝 | herhaaldelijk (knielen en) diep buigen |
| santan-三嘆 | diepe bewondering; lofprijzing |
| santan-賛嘆 | diepe bewondering; lofprijzing |
| se-瀬 | zandbank; zandplaat; wad; ondiep water |
| seisui-盛衰 | voorspoed en tegenspoed; hoogte- en dieptepunten; opkomst en ondergang; wisselvalligheden |
| seitsū-精通 | het goed bekend [geïnformeerd] zijn; diepgaande kennis hebben (van) |
| senkai-浅海 | ondiepe zee |
| shibo-思慕 | een diep verlangen (naar); sterke verbondenheid (met) |
| shin-深 | (in kanji combinaties) diep; diepgaand; intens; sterk |
| shindo-深度 | diepte |
| shinka-深化 | verdieping; het verdiepen; dieper worden |
| shinkai-深海 | diepzee; peilloze (zee)diepte |
| shinkasuru-深化する | zich verdiepen; dieper worden |
| shinkokyū-深呼吸 | diepe ademhaling |
| shinsen-深浅 | (van afmeting) diepte |
| shinsen-深浅 | (van kleur) donkerte; diepte |
| shinsha-深謝 | diepe dankbaarheid; hartelijk dank |
| shinsō-深層 | diep (verborgen) in het bewustzijn [het hart; de ziel] |
| shintei-心底 | (uit) de grond van het hart; het diepste innerlijk |
| shin'en-深遠 | diep(zinnig) [diepgaand] zijn |
| shin'ō-心奥 | het diepste van het hart; de grond van mijn hart |
| shiyui-思惟 | (boeddh.) wijsheid verkrijgen door diepe gedachten [bedachtzaamheid] |
| shoin-書院 | (China) studieplaats (van literatuurwetenschappers); privé-school (voor (hogere) studiedoeleinden) |
| shunmin-春眠 | lenteslaap; diepe slaap (in de lange lentenacht) |
| shūryōsha-修了者 | iemand die iets heeft afgemaakt [afgerond] (b.v. een studieprogramma) |
| sokouo-底魚 | diepzeevis; bodemvis; een vis die op de zeebodem leeft |
| sokuen-測鉛 | zinklood; dieplood; peillood; schietlood |
| sokuryō-測量 | het (op)meten; het landmeten; het peilen (van waterdiepte). |
| suishin-水深 | waterdiepte |
| sukaipākingu-スカイパーキング | (Eng.: sky parking) parkeergarage met meerdere verdiepingen |
| sumaki-簀巻き | een hek in het ondiepe water van een meer of rivier om vis te vangen |
| tachiiru-立ち入る | ergens diep op ingaan; zich bemoeien (met andermans zaken) |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| takaashi-高足 | dubbel podium (van twee verdiepingen) |
| tan'i-単位 | studiepunt (bij onderwijs instellingen) |
| tate-縦 | lengte; hoogte; diepte; verticaal; loodrecht; van boven naar beneden; van noord naar zuid |
| teitō-低頭 | diepe buiging van het hoofd en bovenlichaam (als begroeting) |
| tetteiteki-徹底的 | grondig; diepgaand; volledig; compleet; intensief; van begin tot eind; van onder tot boven |
| tsubozara-壺皿 | een kleine (diepe) schaal [schotel] |
| tsuikyū-追究 | een grondig [diepgaand] onderzoek |
| tsuikyūsuru-追究する | grondig [diepgaand] onderzoeken |
| tsukkomu-突っ込む | zich verdiepen in; grondig onderzoeken; een scherpe [kritische] vraag stellen; (in een komisch stuk) schertsen |
| tsūkon-痛恨 | (diepe) droefheid; leedwezen; berouw; smart |
| tsūsetsu-痛切 | sterke [diepe; intense] gevoelens (van verdriet, pijn, e.d.) |
| umi-海 | het uitgeholde diepe gedeelte van een inktsteen |
| usude-薄手 | dunheid; iets dat heel dun [ondiep; oppervlakkig] is |
| yakitsuku-焼き付く | in het geheugen gegrift zijn; een diepe indruk achterlaten |
| yamaoku-山奥 | diep in de bergen; in het hart van het berggebied |
| yomifukeru-読み耽る | aandachtig [geconcentreerd] lezen; verdiept zijn in het lezen |
| yūen-幽遠 | diep [afgelegen; ver; diepgaand; diepzinnig] zijn |
| yūgen-幽玄 | diepzinnigheid; geheimzinnigheid; het occulte |
| yūgentai-幽玄体 | een vorm van tanka poëzie met diepe verborgen gevoelens |
| yūmai-幽昧 | (arch.) diepe duisternis |
| yūsui-幽邃 | afgelegen [sereen; rustig; diep] zijn |
| zanmai-三昧 | (boeddh.) samadhi; (spirituele) concentratie; diepe meditatie; absorptie |
| zen-禅 | dhyana (diepe meditatie) |
| zōkei-造詣 | geleerdheid; diepgaande kennis [begrip]; verworvenheid; kundigheid |
| zuiki-随喜 | diepe dankbaarheid; overweldigende vreugde; groot geluk |