fuzei-風情 | (in combinatie met een zelfst.naamwoord) in de hoedanigheid van; zoals |
hige-卑下 | zelfverachting; een lage dunk van jezelf hebben; nederigheid; onderdanigheid |
hikutsu-卑屈 | gemeen [stiekem; onderdanig; kruiperig] zijn |
jō-定 | zodanigheid; zo is het |
kometsukibatta-米搗き飛蝗 | een kruiperig [onderdanig] persoon |
kyōsai-恐妻 | onderdanigheid van een man aan zijn bazige [genadeloze) vrouw [echtgenote] |
zuijun-随順 | nederige gehoorzaamheid; onderdanigheid |