zwijn / zwijn ( het (o) | znw | zwijnen )
1ぶた [varken]
2いのしし (イノシシ) [wild zwijn]

Spreekwoord(en)/gezegde(s)
parels voor de zwijnen (gooien)
豚に真珠

Zie ook: varken

Zie ook: ever

Zie ook: everzwijn