Kruisverwijzing
stromen
| lemma | meaning |
|---|---|
| afureru-溢れる | overstromen; overvloeien; overlopen |
| amaashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| ameashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| daradara-だらだら | (onomatopee) druppelend; stromend; slepend |
| dehōdai-出放題 | onbeperkt [vrijelijk] naar buiten gaan [stromen] |
| gyakuryūsuru-逆流する | terugstromen; achteruit stromen; stroomopwaarts stromen; oprispen |
| hajikidasu-弾き出す | afstoten; uitstoten; leegstromen |
| hakeru-捌ける | afwateren; uitstromen; afgevoerd worden |
| hakidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
| hashiru-走る | (van vloeistoffen) stromen [spuiten] uit |
| heisui-平水 | kalm (stromend) water |
| hokidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
| hotobashiru-迸る | spuiten; (opeens, krachtig) uitstromen |
| issuisuru-溢水する | overstromen; overlopen |
| jifun-自噴 | het uit de grond omhoog spuiten [stromen; opwellen] van vloeistoffen [water, olie) of gas [stoom] |
| kanryū-貫流 | doorstroming; het stromen door |
| kanryūsuru-貫流する | stromen [vloeien] (door) |
| kansuisuru-冠水する | overstromen; overspoelen door water; onderlopen |
| kawaoto-川音 | het geruis [gekabbel] van een rivier; geluid van stromend (rivier) water |
| kenga-懸河 | snelle stroom; snel stromende rivier; stroomversnelling |
| kindenzu-筋電図 | elektromyogram (weergave van de elektrische stromen in spieren door een elektromyograaf) |
| kuikomu-食い込む | wegstromen; (geld) verliezen |
| mizuashi-水足 | de snelheid van stromend water |
| nadareru-雪崩れる | naar beneden stromen |
| nagaredasu-流れ出す | uitstromen; uitschenken; uitgieten; (weg)lekken |
| nagarekomu-流れ込む | instromen; binnenstromen |
| nagareru-流れる | stromen; circuleren; leeglopen; wegdrijven |
| nagasu-流す | stromen; golven (geluid; elektriciteit) |
| nagasu-流す | laten stromen; gieten; vloeien (tranen, etc.) |
| nijimu-滲む | doorsijpelen; lekken; uitstromen; opwellen |
| oshikakeru-押しかける | (van mensen) te hoop lopen; toestromen; met z'n allen tegelijk naar binnen gaan |
| oshiyoseru-押し寄せる | voortbewegen; oprukken; toestromen |
| rinri-淋漓 | het stromen; druipen; vloeien; doorweekt raken |
| sansan-潸潸 | alsmaar huilen; het stromen van tranen |
| semishigure-蟬時雨 | het (continu doorgaande) tsjilpen van cicaden (als het stromen van de zomerregen) |
| shingaku-進学 | het gaan [doorstromen] naar een hogere school [universiteit] |
| sosogu-注ぐ | stromen in; uitmonden |
| suidō-水道 | watervoorziening; waterleiding; stromend water (in huis) |
| tantan-淡淡 | rustig bewegend [stromend] (water) |
| tareru-垂れる | druppelen; lekken; stromen |
| tōtō-滔滔 | onstuimig [turbulent; woest; snelstromend] zijn |
| ukyaku-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| yūzen-油然 | opwellen; opborrelen; uitstromen |
| zaazaa-ざあざあ | (geluid van) harde regen [hard stromend water] |