status / sta-tus ( de (m) | znw | statussen )
1ステータス; ステイタス; 地位 [positie]
2状態 [conditie]
Kruisverwijzing
status
| lemma | meaning |
|---|---|
| biryoku-微力 | geringe kracht; beperkte bekwaamheid [vaardigheden]; weinig invloed; lage sociale status |
| bisen-微賤 | lage status [rang; positie]; nederig van afkomst |
| bun-分 | status; positie |
| bunsōō-分相応 | overeenkomstig [in verhouding met] iemand's status [positie; middelen] |
| bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
| chii-地位 | status; positie; situatie; rang |
| chōja-長者 | oudere; persoon met een hoge status in een vakgebied |
| chōsanrishi-張三李四 | gewone mensen; mensen zonder status; Jan en alleman |
| diguriokurashī-ディグリオクラシー | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| eitatsu-栄達 | stijging [vooruitgang] in sociale status [positie]; het beklimmen van de maatschappelijke ladder |
| gakurekishakai-学歴社会 | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| gege-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
| genin-下人 | iemand van lagere klasse [status; rang}; ondergeschikte; bediende; dienaar |
| gerō-下﨟 | een laaggeplaatste persoon met weinig status (en weinig ervaring) |
| gesu-下種 | iemand met een lage status [positie] |
| goshinzō-御新造 | (erend woord voor) de vrouw [bruid] van een persoon met een hoge sociale status |
| gyōtai-業態 | bedrijfsstatus; stand van zaken bij een bedrijf; zakelijke omstandigheden |
| hodohodo-程程 | passend bij iemands status zijn |
| hōtei-捧呈 | het aanbieden van iets aan een persoon met een hogere status |
| hōteisuru- 捧呈する | iets aanbieden aan een persoon met een hogere status |
| i-位 | plaats; positie; rang; status |
| iegara-家柄 | komaf; afstamming; afkomst; sociale status van een familie |
| jinshi-人士 | persoon met een hoge status [opleiding]; iemand van goede komaf |
| jōrō-上﨟 | een hooggeplaatste persoon (met veel status en ervaring) |
| jōryū-上流 | hogere klasse [stand; status] |
| kaku-格 | rang; status; klasse |
| kakuage-格上げ | verhoging in status; promotie; bevordering; opwaardering |
| kakushiki-格式 | (sociale) status |
| karyū-下流 | lagere klasse [stand; status] |
| kijin-貴人 | iemand met een hoge sociale status; iemand uit een hoogstaande familie; edelman |
| kijo-貴女 | vrouw met hoge sociale status; edelvrouw; dame |
| kiken-貴顕 | iemand met een goede [grote] reputatie [status] |
| kiken-貴顕 | goede [grote] reputatie [status] |
| kikenshinshi-貴顕紳士 | edele en vooraanstaande heren; personen met een hoge status, met aanzien en invloed |
| kishin-貴紳 | een edelman; een hooggeplaatste [rijke] persoon; iemand met een hoge status |
| kōkyō-公共 | openbare [publieke] status; openbaar [publiek; gemeenschappelijk] belang |
| kusuburu-燻る | ongewijzigd [op hetzelfde niveau] blijven (status, omstandigheden, etc.) |
| maisu-売僧 | een monnik die oneerlijke wijze zaken doet (met misbruik van zijn boeddhistische status) |
| mi-身 | (maatschappelijke) status; positie |
| mibun-身分 | iemands status; positie |
| narisagaru-成り下がる | aan lager wal raken; status verliezen; geruïneerd zijn; laag vallen |
| nichibeichiikyōtei-日米地位協定 | Japans-Amerikaanse "Status-of-Forces" Overeenkomst (hierbij zijn in 1960 de condities vastgesteld voor het Amerikaanse leger gestationeerd in Japan) |
| ōi-王位 | de troon; de kroon; vorstelijke status |
| posuto-ポスト | positie; status |
| ranku-ランク | rang; positie; status |
| se-瀬 | positie; reputatie; status |
| seiun-青雲 | eruditie; geleerdheid; hoge status |
| sen-賤 | (in kanji combinaties) lage stand [status; rang] |
| shi-姉 | erend achtervoegsel voor een vrouw van gelijke of hogere status |
| shibun-士分 | rang [status; klasse] van samoerai |
| shijin-士人 | een geleerd en deugdzaam persoon; een persoon met een hoge opleiding of status |
| shimojimo-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
| shinkaku-神格 | goddelijke status; goddelijkheid; godheid |
| shiseki-咫尺 | ontmoeting met [audiëntie bij] iemand van hoge status |
| shitajita-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
| shōka-上下 | mensen met een hoge status [rang] en mensen met een lage status [rang] |
| shōshin-小身 | een lagere stand [positie; status] |
| sobame-側妻 | dienares(se) (van iemand met hoge status) |
| sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
| sutādamu-スターダム | sterrendom; sterrenstatus |
| suteitasu-ステイタス | status; positie; aanzien |
| sutētasu-ステータス | status; positie; aanzien |
| sutētasu・shinboru-ステータス・シンボル | statussymbool |
| tayū-大夫 | (Edo-periode) courtisane met een hoge status |
| tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
| ue-上 | hoge rang [status; positie] |
| wako-和子 | (arch.) de zoon uit een welgestelde familie; de zoon van iemand met een hoge rang [status]; de zoon van een edelman |
| yahi-野卑 | (iemand met) een zeer lage status |
| zairyūshikaku-在留資格 | verblijfsstatus; immigratiestatus |
| zenshin-前身 | vorige status [beroep; carrière] van een persoon [organisatie; groep; instelling] |