andāguraundo-アンダーグラウンド | ondergronds; heimelijk; clandestien |
angura-アングラ | onconventioneel; radicaal; clandestien |
dappan-脱藩 | het verlaten van een clan door een samoerai (die daarna een rōnin (samoerai zonder heer) werd) |
fujinami-藤波 | benaming voor de familielijn van de Fujiwara-clan |
gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
haihanchiken-廃藩置県 | administratieve hervorming van het Japanse staatsbestuur in 1871 (overgang van feodaal clan-systeem naar prefecturen onder centraal overheidsgezag) |
hanshu-藩主 | leenheer; hoofd van een feodale clan |
heike-平家 | de Heike [Taira] familie [clan] |
heikemonogatari-平家物語 | het verhaal [de geschiedenis] van de Heike clan |
heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
hoojirogamo-頬白鴨 | brilduiker (soort eend: Bucephala clangula) |
ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
kabane-姓 | (arch.) erfelijke eretitel voor het hoofd van een clan (in het oude Japan) |
kamon-家門 | iemands familie of clan |
minamoto-源 | familienaam van een machtige clan (Heian en Kamakura periode) |
missatsu-密殺 | clandestiene moord; (iem.) doden in het geheim |
reppan-列藩 | vele feodale clans |
shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
yūhan-雄藩 | een machtige (feodale) clan (tijdens de Edo-periode) |