| akuhei-悪弊 | kwade [corrupte] praktijken [gewoonten] (die slechte gevolgen hebben) |
| enshū-演習 | werkcollege; werkgroep; praktijkles |
| haigyō-廃業 | opheffing [sluiting] van een zaak [beroepspraktijk] |
| haisha-歯医者 | tandartspraktijk |
| heifū-弊風 | kwalijke praktijk; slechte gewoonte |
| intān-インターン | (inwonende) stagiair(e) [praktijkassistent] |
| jissen-実践 | (praktische) toepassing; (uit)oefening; het in de praktijk brengen |
| jissenrei-実践例 | praktijkvoorbeeld |
| jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
| kaigyō-開業 | het openen [opstarten] van een bedrijf [(medische) praktijk] |
| kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
| kyōikujisshū-教育実習 | praktijkles |
| nangyō-難行 | (boeddh.) ascetische praktijken; zware training (van ontberingen en beproevingen) |
| nāsu・purakutishonā-ナース・プラクティショナー | praktijkondersteuner |
| nobushi-野武士 | een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent; bergpriester; heremiet |
| on・za・jobu・torēningu-オン・ザ・ジョブ・トレーニング | praktijkopleiding; opleiding tijdens het werk |
| ōyō-応用 | toepassing; in praktijk (brengen) |
| ōyōsuru-応用する | toepassen; in praktijk brengen |
| shikitari-仕来たり | traditie; gewoonte; conventie; gebruikelijke [vaste] praktijk |
| shōhō-商法 | hoe zaken te doen; zakelijke praktijk |
| shugyō-修行 | training; ascetische discipline [praktijken] |
| taiken-体験 | praktische [persoonlijke] ervaring; praktijkervaring |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| yamabushi-山伏 | bergpriester; heremiet; een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent |
| zagaku-座学 | studie [les; onderricht e.d.] in de collegebanken (i.t.t. praktijkles) |