partij / par-tij ( de (v) | znw | partijen )
1政党; 党派; 政治団体 [politieke partij, organisatie]
2仲間; 一団 [groep; gezelschap]
3組 [goederen, artikelen]
een partij artikelen
商品の組
商品の組
4部分 [deel, gedeelte]
5パーティー [feest]
6当事者 [juridisch]
7結婚の相手 [huwelijkskandidaat]
8声部 [muziek]
hoornpartij
ホルン声部
ホルン声部
Kruisverwijzing
partij
| lemma | meaning |
|---|---|
| aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
| aikokukōtō-愛国公党 | Nationalistische (politieke) partij |
| aitekata-相手方 | de andere partij; de tegenstander |
| aitesaki-相手先 | de andere partij (waar men zaken mee doet of mee te maken heeft) |
| akahata-赤旗 | rode vlag als symbool van communistische of socialistische partij |
| anda-安打 | (honkbal) een honkslag (die de slagman in staat stelt het eerste honk te bereiken, zelfs als er geen fout wordt gemaakt door de andere partij) |
| bāgen-バーゲン | koopje; goedkope partij goederen |
| banmen-盤面 | het eindspel [de laatste fase] van een partij go of shōgi |
| bari-罵詈 | het kwaadspreken; schelden; beledigende taal; scheldpartij |
| chikaramizu-力水 | bij sumo, het water dat de worstelaars drinken voor elke partij |
| chōtōha-超党派 | niet-partijgebonden; onafhankelijk van partijlijn [partijpolitiek] |
| chūkyō-中共 | Chinese Communistische Partij |
| daiittō-第一党 | de leidende [belangrijkste; grootste] partij |
| dattō-脱党 | het verlaten van [zich terugtrekken uit] een politieke partij |
| ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
| ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
| enseki-宴席 | (aangewezen) zitplaats tijdens een drinkpartij [receptie, banket, e.d.] |
| fassho-ファッショ | fascistische partij |
| fuhen-不偏 | onpartijdigheid; onbevooroordeeld zijn |
| fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
| fukōhei-不公平 | partijdigheid |
| fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
| fukutō-復党 | terugkeren bij [weer toetreden tot] een politieke partij |
| furakushon-フラクション | factie (binnen een politieke partij) |
| fuseki-布石 | het openingsstadium van een partij go |
| fusengachi-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| fusenshō-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| genpei-源平 | twee elkaar bestrijdende partijen |
| gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
| gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
| ha-派 | groep; partij; factie; school; sekte; stroming |
| habatsushugi-派閥主義 | factionalisme; partijzucht; partijschap |
| hairaito-ハイライト | lichtste deel [partij] op een schilderij [foto] |
| hantaijinmon-反対尋問 | kruisverhoor; wederverhoor; ondervraging door tegenpartij |
| henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
| hen'ai-偏愛 | partijdigheid; vooringenomenheid; begunstiging |
| hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| hiiki-贔屓 | partijdigheid |
| hiratōin-平党員 | gewoon partijlid |
| hōtō-朋党 | (Chin.) politieke partij |
| ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) partij; schaakspel; wedstrijd |
| ingaidan-院外団 | leden van een politieke partij die geen zetel hebben in het parlement |
| ippa-一派 | een school; partij; factie; sekte |
| ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
| ippō-一方 | één kant [richting]; één zijde [partij] |
| isseki-一石 | één steen; één partij go (bordspel) |
| itchō-一丁 | (woord gebruikt bij het tellen) één gerecht [portie; spel; wedstrijd; partij] |
| ittōsei- 一党制 | eenpartijstelsel |
| ittōshihaisei-一党支配制 | eenpartijstelsel; een stelsel waarbij één partij alle macht [controle] heeft |
| jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
| jingasaren-陣笠連 | gewone leden [het kader] van een politieke partij |
| jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
| jūgekisen-銃撃戦 | vuurgevecht; schietpartij |
| kaisen-回戦 | partij; ronde (in een wedstrijd, toernooi, e.d.) |
| kaizokutō-海賊党 | piratenpartij |
| kakehashi-懸け橋 | (fig.) brug [verbinding] (tussen twee partijen, e.d.); tussenpersoon |
| kakuteru・pātī-カクテル・パーティー | cocktailpartij; middagborrel |
| kanawanai-敵わない | niet opgewassen zijn tegen; geen partij zijn voor |
| katateochi-片手落ち | oneerlijk [eenzijdig; partijdig; vooringenomen] zijn |
| kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
| kikanshi-機関紙 | bulletin; partijorgaan; nieuwsbrief |
| kōhaku-厚薄 | partijdigheid |
| kōhei-公平 | onpartijdigheid; rechtvaardigheid |
| kōheimushi-公平無私 | onpartijdigheid; eerlijk spel |
| kominforumu-コミンフォルム | Cominform (organisatie van communistische partijen in Europa, opgericht in 1947) |
| kominterun-コミンテルン | Komintern (de Communistische Internationale, samenwerkingsverband van communistische partijen, opgericht in 1919) |
| kurosu・raisensu-クロス・ライセンス | wederzijdse licentieovereenkomst tussen twee of meer partijen |
| kusanone-草の根 | zwevende kiezer (die geen lid is van een partij) |
| kyōen-饗宴 | banket; feestmaal; smulpartij |
| kyōsantō-共産党 | Communistische partij |
| kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
| makigari-巻き狩り | grootschalige jacht; grote jachtpartij |
| mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
| migitō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| mizuiri-水入り | korte tussenpauze voor (sumo)worstelaars als een partij lang duurt |
| mukōgawa-向こう側 | de tegenpartij; tegenstander |
| musabetsu-無差別 | zonder onderscheid; gelijkwaardigheid; onpartijdigheid |
| mushozoku-無所属 | onafhankelijk [onpartijdig; ongebonden] zijn (niet behorend tot een bepaalde geloofsrichting of politieke partij) |
| musubi-結び | sumo partij |
| nanpa-軟派 | (politiek) de gematigden; gematigde partij |
| nomikai-飲み会 | drinkpartij; borrel |
| nonsekuto-ノンセクト | niet-sektarisch; niet gebonden aan een bepaalde religie of politieke partij |
| nyūtō-入党 | het zich aansluiten bij [toetreden tot] een politieke partij |
| nyūtoraru-ニュートラル | neutraal; onpartijdig |
| ransha-乱射 | wilde schietpartij (zonder aanleiding en gerichtheid) |
| rantō-乱闘 | vechtpartij; knokpartij; handgemeen; kloppartij |
| rinchi-リンチ | het lynchen; een lynchpartij |
| ritō-離党 | het zich afsplitsen van een politieke partij |
| rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
| ryōseibai-両成敗 | beide partijen als schuldig aangewezen en gestraft |
| ryōzen-両全 | perfect [compleet; goed] voor beide kanten [zijden; partijen] |
| sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
| saido-サイド | team; ploeg; partij |
| sakazukigoto-杯事 | drinkgelag; drinkpartij |
| sansha-三者 | drie partijen; drie personen |
| sansha-三者 | derde partij |
| san'yaku-三役 | de drie belangrijkste [hooggeplaatste] functionarissen (in bedrijven, organisaties of politieke partijen) |
| satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| sayokutō-左翼党 | linkse (politieke) partij |
| seisakukatsudōhi -政策活動費 | onkostenvergoeding voor beleidsactiviteiten (aan fractieleden door hun eigen partij) |
| seitō-政党 | politieke partij |
| seitōkōfukin-政党交付金 | (politieke) partij subsidie |
| seitōseiji-政党政治 | partijpolitiek |
| senshō-先勝 | het scoren van het eerste punt; het winnen van de eerste wedstrijd [partij] |
| shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
| shīsō・gēmu-シーソー・ゲーム | een heen-en-weer gaande strijd; getouwtrek om de overwinning; strijd waarbij dan weer de ene partij de overhand heeft, dan weer de andere |
| shokikyoku-書記局 | secretariaat (van een beroepsvereniging, politieke partij, etc.) |
| shōtō-小党 | een kleine politieke partij |
| shukyūha-守旧派 | conservatieve partij [factie] |
| shura-修羅 | felle strijd; bloedbad; slachtpartij |
| shuraba-修羅場 | vechtpartij; bloedbad; afslachting |
| shūto-シュート | het schieten (van een geweer, een bal, een foto, etc.); schroefbal (bij honkbal); jachtpartij; schietoefening |
| sōdatsu-争奪 | competitie; wedijver, strijd; vechtpartij |
| sōdō-騒動 | vechtpartij; knokpartij; uit de hand gelopen feest |
| sōhō-双方 | beide partijen |
| soshōnin-訴訟人 | eiser; eisende partij; (aan)klager |
| sōzei-総勢 | de hele groep [partij]; de hele strijdmacht |
| supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
| suwapputorihiki-スワップ取引 | ruilcontract (waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico ruilt met dat van een andere partij) |
| taikyoku-大局 | een algemene situatie van een Go-partij; het momentum van een Go-partij |
| teawase-手合わせ | wedstrijd; partij |
| teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
| tekiseigo-敵性語 | de taal van de vijand [tegenpartij] (m.n. het Engels tijdens WOII) |
| tekisuru-敵する | gewaagd zijn aan elkaar; een partij zijn voor; gelijke [vergelijkbaar] zijn |
| tēze-テーゼ | partijprogramma (politiek) |
| tezumari-手詰まり | verloren partij (schaken, go, e,d,) |
| tī・pātī-ティー・パーティー | Tea party (factie binnen Conservatieve Partij van Amerika) |
| tō-党 | een (politieke) partij; factie; kring; kliek |
| tōbatsu-党閥 | factie (binnen een politieke partij) |
| tōha-党派 | factie; partij; kliek |
| tōhaseiji-党派政治 | partijpolitiek |
| tōin-党員 | partijlid; lid van een partij; partijgenoot |
| tōinnakama-党員仲間 | partijgenoot |
| tōjin-党人 | partijlid; lid van een politieke partij |
| tokkumiai-取っ組み合い | handgemeen; schermutseling; knokpartij |
| tōmei-党名 | partijnaam |
| tōri-党利 | het partijbelang; de belangen van een partij |
| torikumi-取り組み | (in sport) partij; wedstrijd |
| torinaosu-取り直す | (bij sumo) de partij [het gevecht] overdoen |
| tōritōryaku-党利党略 | partijbelang; partijpolitiek |
| tōryaku-党略 | partijpolitiek |
| tōseki-党籍 | partijlidmaatschap |
| tōshu-党首 | partijleider |
| tōshutōron-党首討論 | debat tussen partijleiders |
| tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
| tsūin-痛飲 | drinkgelag; zwelgpartij; bacchanaal |
| uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
| utō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| wansaido・gēmu-ワンサイド・ゲーム | eenzijdige wedstrijd (wedstrijd waarin een partij veel sterker is) |
| wari-割り | een sumo partij; programma van sumo wedstrijden |
| yanagidaru-柳樽 | een traditioneel wilgenhouten sakevat met twee lange handgrepen (gebruikt bij bruiloften en partijen) |
| yatō-野党 | oppositiepartij |
| yokume-欲目 | partijdigheid; bevooroordeeld [vooringenomen] zijn |
| yotō-与党 | regeringspartij; de partij die aan de macht is |
| yotōgiin-与党議員 | lid van de regeringspartij |
| yoyatō-与野党 | regeringspartijen [coalitiepartijen] en oppositiepartijen |
| zenkokutaikai-全国大会 | nationale conventie; nationaal (partij)congres; nationale competitie; nationaal toernooi |
| zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
| zerosamu-ゼロサム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerosamugēmu-ゼロサム・ゲーム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerowa-ゼロ和 | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerowagēmu-ゼロ和ゲーム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |