Kruisverwijzing
lijf
| lemma | meaning |
|---|---|
| abitashion-アビタシオン | bewoning; woning; verblijf |
| angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
| anmari-あんまり | restant; overblijfsel; rest;; overschot |
| arika-在り処 | verblijfplaats; locatie |
| arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
| ashidamari-足溜り | verblijfplaats; uitvalbasis; hoofdkwartier |
| ato-後 | restant; rest; overblijfsel |
| ato-跡 | overblijfsel(en); ruïne |
| atokata-跡形 | spoor; overblijfsel; bewijs; bewijsmateriaal |
| au-会う | iem. onverwachts tegenkomen; tegen het lijf lopen [toevallig treffen] |
| ayamodoshi-アヤ戻し | pullback, een tijdelijke prijsverhoging terwijl de markt blijft dalen |
| bashin-馬身 | paardenlijf; het lichaam van een paard |
| bikō-尾鉱 | laagwaardig erts (dat overblijft na minerale verwerking) |
| bodīgādo-ボディーガード | lijfwacht; persoonlijke beveiliger |
| busshari-仏舎利 | de overblijfselen (as, botten) van Boeddha |
| chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
| chinchō-珍重 | (zen-boeddhisme) afscheidswoord gebruikt door monniken, zoals: tot ziens, welterusten, blijf gezond en wel, e.d |
| chōza-長座 | lang verblijf [bezoek]; ergens lang blijven |
| chūton-駐屯 | het (tijdelijk) verblijf van een leger in een bepaald gebied; stationering; legerkamp; bivak |
| chūzai-駐在 | het in het buitenland gestationeerd zijn; baan [verblijf] in het buitenland |
| desaki-出先 | bestemming; verblijfplaats |
| eijū-永住 | permanent verblijf (m.n. in een ander land dan waar men de nationaliteit van heeft) |
| eijūken-永住権 | recht tot permanent verblijf (in een ander land dan waar men de nationaliteit van heeft) |
| fuhōkyojū-不法居住 | onwettig verblijf; kraakactie (van leegstaand huis) |
| fuhōtaizai-不法滞在 | illegaal verblijf |
| fukumaden-伏魔殿 | verblijfplaats van demonen [boze geesten] |
| furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
| gakuryō-学寮 | (Heian periode) verblijfhuis voor ambtenaren in opleiding |
| gakuryō-学寮 | verblijfhuis in de Yushima tempel (Tokio) voor studenten van het confucianisme |
| gesuto・hausu-ゲスト・ハウス | pension; gastenverblijf |
| gidan-疑団 | knagende twijfel; twijfel die blijft zeuren in je hoofd |
| gū-寓 | (in kanji combinaties) tijdelijke verblijfplaats; (beleefde term voor de) woning (van iemand); fabel |
| gūkyo-寓居 | tijdelijke verblijfplaats |
| hakuheisen-白兵戦 | gevecht op korte afstand van elkaar; man tegen man gevecht; lijf om lijf gevecht |
| haremu-ハレム | harem; serail (vrouwenverblijf) |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
| hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
| hobo-保母 | een werkneemster bij een kinderopvang (zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) |
| hoikuen-保育園 | crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
| hoikusho-保育所 | (formeel) crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
| hokori-埃 | rest; overblijfsel |
| honden-本殿 | woonhuis [dagelijks verblijf] van een keizer (voorheen de Seiryōden in Kyōto) |
| hone-骨 | overblijfselen; as; stoffelijk overschot |
| hontaku-本宅 | hoofdverblijf; hoofdwoning |
| hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
| ibutsu-遺物 | overblijfsel |
| idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
| ikisaki-行き先 | (eind)bestemming; verblijfplaats |
| intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
| irechigai-入れ違い | het elkaar tegenkomen; elkaar tegen het lijf lopen |
| irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
| ishi-遺址 | ruïne; overblijfselen |
| ittemairimasu-行って参ります | ik ga; tot ziens; tot straks (gezegd door degene die weggaat tegen degene die thuis blijft) |
| itterasshai-行ってらっしゃい | tot ziens; tot straks (gezegd door degene die thuis blijft tegen degene die weggaat) |
| jinchi-陣地 | (militair) kamp(ement); veldverblijf; legerplaats; stelling |
| jiseki-事跡 | (voet)sporen; overblijfsel; bewijs(stuk) |
| jōseki-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
| jū-住 | residentie; verblijf(plaats); woning |
| jūkyo-住居 | woonplaats; verblijfplaats |
| jūsho-住所 | (iemands) adres; verblijfplaats |
| jushofutei-住所不定 | zonder vaste woon- of verblijfplaats; zonder vast adres |
| kachikusha-家畜舎 | stal; dierenverblijf; schuur (voor dieren) |
| kagū-仮寓 | tijdelijke woning; tijdelijk verblijf |
| kajin-家人 | iem. die binnenshuis blijft (met name de echtgenote en de hulp); familielid |
| kakushi-客死 | het sterven op reis [tijdens verblijf in het buitenland] |
| kangoku-監獄 | (heden) huis van bewaring (voor kort verblijf en soms tijdelijk verblijf voor gedetineerden die op overplaatsing wachten) |
| kanran-橄欖 | (Chinese) witte olijfboom (Canarium album) |
| keigo-警護 | lijfwacht; beveiliger |
| keimusho-刑務所 | (voor langer verblijf) gevangenis; penitentiaire inrichting |
| kenjōsha-健常者 | een gezonde persoon; iemand die gezond van lijf en leden is |
| kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
| kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
| kindāgāden-キンダーガーデン | kinderdagverblijf |
| konseki-痕跡 | overblijfsel; spoor; voetspoor |
| kumitsuku-組みつく | iemand te lijf gaan [bespringen; vastgrijpen] |
| kyo-居 | woning; adres; woonplaats; verblijfplaats |
| kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
| kyojōseki-居城跡 | ruïne [overblijfselen] van een (woon)kasteel |
| kyojūkyoka-居住許可 | verblijfsvergunning |
| kyojūkyokasho-居住許可書 | verblijfsvergunning (document) |
| kyoryū-居留 | residentie; verblijf |
| kyosho-居所 | verblijfplaats |
| kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
| kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
| kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
| mannendoko-万年床 | een futon die overdag gewoon blijft liggen en niet wordt opgeborgen |
| mannen'yuki-万年雪 | eeuwige sneeuw; sneeuw (boven de sneeuwgrens) die niet smelt, maar altijd blijft liggen |
| minshuku-民宿 | (kortverblijf) pension |
| moegara-燃え殻 | sintel; verbrande steenkool; verbrandingsoverblijfsel |
| moesashi-燃え止し | verbrandingsrest; dat wat onverbrand blijft (zoals een laatste stukje van een kaars, de restanten van een lucifer) |
| muchiuchi-鞭打ち | zweepslag; stokslag (soms lijfstraf of zelfkastijding) |
| museki-無籍 | zonder vaste woon- of verblijfsplaats; niet in een familieregister opgenomen zijn |
| nagori-余波 | zeewater [zeewier] dat achterblijft op het strand als het eb geworden is |
| nagori-名残 | rest(en); overblijfsel(en); nasleep; wat over [achter] gebleven is; tastbare herinnering |
| nagorinoyuki-名残の雪 | sneeuw die zelfs in de lente blijft liggen |
| natsuba-夏場 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
| natsubasho-夏場所 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
| nenashigusa-根無し草 | zwerver; iemand zonder vaste verblijfplaats |
| nenkinhoken-年金保険 | lijfrenteverzekering |
| neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
| nōdo-農奴 | een (feodale) lijfeigene |
| nokori-残り | overblijfsel; restant; rest(en) |
| nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
| ochō-御帳 | register [lijst] van de magistraat (m.b.t. de misdaden, verblijfplaats, e.d. van criminelen en ex-gevangenen) |
| okugata-奥方 | bij krijgsadel het woongedeelte waar de vrouwen hun verblijf hebben |
| omokage-面影 | overblijfsel; spoor |
| orību-オリーブ | olijfboom (Olea europaea); olijf |
| orībuiro-オリーブ色 | olijfkleur; olijfgroen |
| orībuyu-オリーブ油 | olijfolie |
| orību・oiru-オリーブ・オイル | olijfolie |
| rejidensu-レジデンス | (Eng.: residence) residentie; woning; verblijfplaats; woonplaats |
| rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
| ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
| seiseki-聖跡 | heilige plaatsen [overblijfselen] |
| shiroato-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
| shishuku-止宿 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
| shōsoku-消息 | verblijfplaats; omstandigheid; situatie; voortgang |
| shozai-所在 | verblijfplaats; locatie; bewaarplaats; bergplaats |
| shukubō-宿坊 | verblijfsplaats voor pelgrims in een tempel |
| shukuhaku-宿泊 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
| shukuhakuchi-宿泊地 | onderkomen; accommodatie; verblijfplaats |
| shukuhakuhi-宿泊費 | verblijfskosten; overnachtingskosten |
| shukuhakushisetsu-宿泊施設 | accommodatie; verblijfsaccomodatie |
| shūshinnenkin-終身年金 | pensioen; lijfrente |
| sōmi-総身 | (iemands) hele lichaam; het hele lijf; ten voeten uit |
| sōseki-踪跡 | (iemands) verblijfplaats |
| taibatsu-体罰 | lijfstraf |
| taikei-体刑 | lijfstraf; dwangarbeid |
| tainichi-滞日 | verblijf [verblijven] in Japan |
| tairyū-滞留 | verblijf |
| taizai-滞在 | verblijf |
| taizaichi-滞在地 | verblijfplaats |
| taizaichū-滞在中 | tijdens het verblijf |
| taizaihi-滞在費 | verblijfkosten |
| taizaikikan-滞在期間 | verblijfsduur; duur [lengte] van het verblijf |
| taizaikyokashō-滞在許可証 | verblijfsvergunning |
| tankitaizai-短期滞在 | kort verblijf |
| tenshuku-転宿 | verhuizing; verandering van verblijfplaats |
| ten'yaku-典薬 | hofarts; lijfarts van een vorst |
| tōryū-逗留 | lang verblijf (tijdens een reis) |
| tōryū-逗留 | korte verblijf; oponthoud |
| tōryū-逗留 | vrije tijd; verblijftijd |
| uchiberi-内耗 | de verhouding tussen de hoeveelheid graan die overblijft na vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| ukimi-浮き身 | gezelschapsdame voor handelsreizigers (tijdens hun verblijf) |
| urashimatarō-浦島太郎 | (informeel) gevangene die na een lang verblijf in de gevangenis wordt vrijgelaten |
| yado-宿 | huis(vesting); verblijf(plaats); onderdak; logies; accommodatie; herberg; hotel |
| yadochin-宿賃 | verblijfskosten; hotelprijs |
| yadogae-宿替え | verhuizing; verandering van verblijfplaats |
| yadomoto-宿元 | iem.'s verblijfplaats [hotel; huis] |
| yadonashi-宿無し | dakloos; zonder woon- of verblijfplaats |
| yadori-宿り | verblijf; huis; tehuis; toevluchtsoord |
| yadosagari-宿下がり | een kort verblijf; een korte vakantie |
| yakeato-焼け跡 | afgebrand pand; overblijfselen na een brand |
| yakkai-厄介 | hulp; steun; afhankelijkheid; verblijf (bij iem.) |
| yōjinbō-用心棒 | lijfwacht; bodyguard; bewaker; uitsmijter |
| yojō-余剰 | rest; restant; overschot; hetgeen overblijft |
| yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
| yokō-余香 | een geur die blijft hangen |
| yokun-余薫 | een geur die blijft hangen |
| yukiau-行き合う | iemand (toevallig) tegenkomen [tegen het lijf lopen; ontmoeten] |
| yukue-行方 | plaats van bestemming; verblijfplaats; waar men zich bevindt |
| yūranchi-遊覧地 | een recreatie [vakantie] verblijf; resort |
| zaifu-在府 | (Edo-periode) het verplichte verblijf in de hoofdstad van een leenheer en zijn vazallen |
| zaikyō-在京 | verblijf in de hoofdstad [Tokio] |
| zairyūshikaku-在留資格 | verblijfsstatus; immigratiestatus |
| zangai-残骸 | wrak; wrakstuk; brokstuk; puin; overblijfselen |
| zanpen-残片 | overblijfsel; overgebleven stuk [fragment] |
| zansai-残滓 | overblijfsel; restant |
| zanshi-残滓 | overblijfsel; restant |
| zanson-残存 | reliek; overblijfsel |
| zerosamushakai-ゼロサム社会 | nulsommaatschappij (waar economische groei stopt, de totale rijkdom constant blijft en één persoon voordeel heeft, en een ander een even groot nadeel) |