| anchinokkuzai-アンチノック剤 | antiklopmiddel (middel dat het kloppen van explosiemotoren tegengaat) |
| annai-案内 | iem. te zien vragen; belet vragen (bij iem. voor iem.); aanbellen; aankloppen |
| chigau-違う | fout [incorrect] zijn; niet kloppen |
| dokidoki-どきどき | (onomatopee) kloppend; bonzend |
| hataku-叩く | (iets) afstoffen; uitkloppen |
| hoippu-ホイップ | (op)kloppen; slagroom |
| isshindōtai-一心同体 | hart en ziel zijn één; twee harten kloppen als één; twee zielen, één gedachte |
| kakitateru-掻き立てる | opkloppen; opwekken; aanwakkeren |
| kakuhan-攪拌 | het roeren; (op)kloppen |
| kakuhansuru-攪拌する | roeren; (op)kloppen; karnen (melk); mengen |
| katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
| kodō-鼓動 | ritme; slagen; kloppen |
| kotokoto-ことこと | (onomatopee) zacht rinkelend; kletterend; kloppend; pruttelend; sudderend |
| kotsukotsu-こつこつ | (geluid van) kloppen; tikken |
| myakuutsu-脈打つ | kloppen (van een slagader, het hart) |
| nokkingu-ノッキング | het kloppen of pingelen van een motor |
| sukuranburu-スクランブル | klutsen; kloppen; roeren |
| tataki-叩き | het hakken; slaan; kloppen |
| tataku-叩く | slaan; kloppen; tikken |
| tokimeku-ときめく | snel kloppen van het hart (van geluk, opwinding of vreugde) |
| uchikaesu-打ち返す | opkloppen (van stoffen, kussens) |
| uchiwata-打ち綿 | het opkloppen van stoffen |
| utsu-打つ | slaan; kloppen; klappen; stoten |
| watauchi-綿打ち | het katoen-kloppen (waarbij katoen zacht (en schoon) wordt gemaakt door erop te kloppen) |
| zukizuki-ずきずき | (onomatopee) kloppend (pijn); hartenpijn; pijn van een gebroken hart |
| zukī・zukiri・zukin-ずきっ・ずきり・ずきん | (onomatopee) scherpe [heftige; stekende; kloppende] pijn |