kast / kast ( de (m/v) | znw | kasten )
1クローゼット;洋服箪笥
uit de kast komen (Eng.: coming out)
カミングアウトする
カミングアウトする
Kruisverwijzing
kast
lemma | meaning |
---|---|
amaguri-甘栗 | (geroosterde) tamme kastanjes |
atai-私 | (eerste persoon enkelvoud, gebruikt door vrouwen of kinderen uit de kasteelstad (shitamachi), of de demi-monde) ik; mij |
bokkusu-ボックス | doos; kist; bak; kastje |
chinretsudana-陳列棚 | vitrine; uitstalkast |
daimon-大門 | hoofdpoort [ingang] van een kasteel of tempel |
ebicha-葡萄茶 | kastanjebruin; roodbruin |
esoragoto-絵空事 | fabeltje; verzinsel; luchtkasteel |
furīzā-フリーザー | (Eng.: freezer) diepvriezer; vrieskast; vrieskist |
gejō-下城 | het verlaten van een kasteel |
ginyōru-ギニョール | handpop; poppenkastpop |
ginyōru-ギニョール | poppenkast |
haisenban-配線盤 | schakelbord; verdeelkast |
haujingu-ハウジング | (techniek) behuizing; kast; omhulsel; ombouw |
hirajiro-平城 | een kasteel dat op een vlak terrein is gebouwd (dus niet op een berg of heuvel) |
honbako-本箱 | boekenkist; boekenkast |
hondana-本棚 | boekenkast; boekenplank |
honmaru-本丸 | donjon; hoofdtoren (van een kasteel) |
hori-堀 | kasteelgracht; slotgracht |
igaguri-毬栗 | kastanje in de bolster |
jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
jō-城 | kasteel; burcht; fort |
jōgai-城外 | buiten een kasteel; buiten de kasteelmuren |
jōhei-城兵 | garnizoen (ter verdediging) in een kasteel |
jōka-城下 | (zich bevindend) beneden [bij] een kasteel |
jōka-城下 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
jōkaku-城郭 | kasteel met verdedigingswerk (slotgracht, etc.) en/of versterkingen; citadel |
jōkaku-城郭 | kasteelmuur; omheining van een kasteel |
jōkamachi-城下町 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
jōmon-城門 | kasteelpoort |
jōnai-城内 | binnenin een kasteel; binnen de kasteelmuren |
jōseki-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
jōshu-城主 | kasteelheer; burchtheer; slotheer |
jōshu-城主 | daimyō met een kasteel in bezit (Tokugawa periode) |
kanraku-陥落 | val; onderwerping; overgave; verovering (kasteel, stad, e.d.) |
kāsuto-カースト | kaste (sociale klasse in India) |
kinjō-金城 | sterk [onneembaar] kasteel |
kinkoyaburi-金庫破り | het kraken van een brandkast [kluis] |
kinkoyaburi-金庫破り | brandkastkraker |
koin・rokkā-コイン・ロッカー | locker [kastje] (voor kleding, bagage, e.d.) met muntslot [slot met muntinworp] |
kojō-孤城 | een eenzaam [geïsoleerd gelegen] kasteel [vesting] |
kojō-孤城 | een belegerd kasteel (omringd door vijanden) |
kōjō-皇城 | keizerlijk paleis [kasteel] |
kōraku-攻落 | verovering; inname (b.v. van een kasteel) |
korashimeru-懲らしめる | straffen; iemand een lesje leren; disciplineren; kastijden |
kūchūrōkaku-空中楼閣 | luchtkasteel |
kuri-栗 | Japanse kastanje (boom, Castanea crenata ) |
kuri-栗 | Japanse kastanje (vrucht) |
kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
kuriiro-栗色 | kastanjekleur; kastanjebruin |
kuriirodo-栗色土 | kastanjebruine aarde |
kurōzetto-クローゼット | kast; linnenkast; kleerkast |
kuruwa-廓 | stenen omheining [muren] rondom (oude) kastelen |
kyabine-キャビネ | kast |
kyabinetto-キャビネット | kast; behuizing (van apparatuur) |
kyassuru-キャッスル | kasteel |
kyojō-居城 | woonkasteel van een kasteelheer [domeinvorst; daimyō] |
kyojōseki-居城跡 | ruïne [overblijfselen] van een (woon)kasteel |
kyūtōshitsu-給湯室 | keukentje (in kantoren); kitchenette; kastkeuken |
mangakissa-漫画喫茶 | theehuis [lunchroom] met een boekenkast met stripboeken, die klanten kunnen lezen tijdens de maaltijd |
maronie-マロニエ | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
maron・gurasse-マロン・グラッセ | gekonfijte kastanjes |
mitsuke-見付 | toegangsweg [oprit] (naar een kasteel) |
mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) inundatie; het onder water zetten (van een kasteel bij een belegering) |
mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) het afsnijden van de watertoevoer (van een kasteel bij een belegering) |
monkon-門閫 | hoge drempel [dorpel] bij een poort (bij Japanse kastelen, boeddhistische tempels, e.d.) |
muchiuchi-鞭打ち | zweepslag; stokslag (soms lijfstraf of zelfkastijding) |
ninomaru-二の丸 | de tweede [buitenste] omheining van een kasteel |
nozokikarakuri-覗き機関 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozokimegane-覗き眼鏡 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozokimegane-覗き眼鏡 | waterkijker; hydroscoop (kastje met lens om onder wateroppervlak te kijken) |
nyūjō-入城 | (triomfantelijke) binnenkomst [intocht] in een kasteel [burcht] |
nyūjōsuru-入城する | (triomfantelijk) een kasteel [burcht] binnengaan [betreden] |
ōjō-王城 | koninklijk [keizerlijk] paleis [kasteel] |
oomon-大門 | hoofdpoort [ingang] van kasteel of tempel |
oooku-大奥 | binnenruimte in (Edo-)kasteel waar vrouw en concubines van de Shogun verbleven |
oote-大手 | hoofdpoort [hoofdingang] van een kasteel |
oshiire-押し入れ | ingebouwde kast |
pantorī-パントリー | voorraadkast; provisiekamer; provisiekast (Eng. pantry) |
rakujō-落城 | val [overgave] van een kasteel (aan de vijand) |
reitōko-冷凍庫 | vriezer; vrieskist; vrieskast |
reizōko-冷蔵庫 | koelkast; ijskast |
rōjō-籠城 | het verdedigen van een kasteel (tijdens een belegering); verschansing |
ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
saidobōdo-サイドボード | dressoir; buffet(kast) |
saundo・bokkusu-サウンド・ボックス | klankkast |
seiyōtochinoki-西洋栃の木 | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
semeotosu-攻め落とす | een kasteel van de vijand innemen |
shāshī-シャーシー | een metalen frame [kast] van een televisie, radio of ander electronisch apparaat |
shatō-シャトー | kasteel; paleis; wijnhuis |
shatō・wain-シャトー・ワイン | kasteelwijn |
shibaguri-柴栗 | een Japanse kastanjeboom (met kleine, maar lekkere, vruchten) |
shiro-城 | kasteel; burcht; fort |
shiroato-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
shodana-書棚 | boekenplank; boekenkast |
shoka-書架 | boekenkast; boekenplank; boekdepot (in een bibliotheek) |
shokan-書函 | boekenkast |
shōkēsu-ショーケース | vitrine; uitstalkast |
shokkidana-食器棚 | dressoir; servieskast; buffet |
shumon-守門 | poortwacht; poortbewaking (van een stad, kasteel e.d.) |
soriddo・gitā-ソリッド・ギター | gitaar zonder klankkast en met een elektromagnetisch opneemsysteem) |
tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
tateguya-建具屋 | Japanse timmerman (maker van traditionele schuifdeuren, kasten, etc.) |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) verschansen [verschuilen] (in een kasteel, gebouw, e.d.) |
tenshu-天守 | (grote) kasteeltoren; slottoren; donjon |
tenshukaku-天守閣 | (grote) kasteeltoren; slottoren; donjon |
tobibako-跳び箱 | (spring)kast; bok (gymnastiek) |
tochinoki-栃の木 | Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata) |
umadashi-馬出し | een aarden wal voor een kasteel (om vertrek en aankomst van ruiters niet aan de vijand te laten zien) |
untei-雲梯 | een lange ladder die werd gebruikt om kastelen aan te vallen; stormladder |
wādorōbu-ワードローブ | kledingkast |
yaguramon-櫓門 | torenpoort (van een kasteelmuur) |
yakiuchi-焼き討ち | aanval (op een kasteel) met vuur(pijlen) |
yamajiro-山城 | kasteel op een bergtop [berghelling]; bergvesting |
yōchō-膺懲 | straf; tuchtiging; kastijding |
zushi-厨子 | kastje om sutra's in op te bergen |