| baimei-売名 | reclame maken voor jezelf; iets doen omwille van de publiciteit; publiciteit zoeken |
| chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
| eragaru-偉がる | verwaand zijn; een hoge dunk van jezelf hebben |
| gaibutsu-外物 | externe dingen; voorwerpen in de externe wereld (buiten jezelf) |
| haiagaru-這い上がる | (fig.) eruit klimmen; jezelf herpakken; jezelf bevrijden uit een moeilijke situatie |
| hi-被 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) geeft aan dat iemand (of jezelf) object van een handeling is |
| hige-卑下 | zelfverachting; een lage dunk van jezelf hebben; nederigheid; onderdanigheid |
| himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
| jika-自家 | jezelf |
| jimetsu-自滅 | natuurlijk verval; zelfvernietiging; je eigen graf graven; je eigen nederlaag over jezelf afroepen |
| jishu-自首 | zelf-aangifte (bij de politie); jezelf aangeven |
| jōki-上気 | teveel worden; controle verliezen over jezelf |
| jōkisuru-上気する | controle verliezen over jezelf |
| magireru-紛れる | afgeleid [verleid] worden; jezelf verliezen in; geobsedeerd raken door |
| otemori-お手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| shashin-捨身 | (boeddh.) jezelf opofferen voor een hoger doel |
| tejaku-手酌 | sake inschenken voor jezelf; zelf inschenken |
| temori-手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| tessuru-徹する | jezelf wijden aan; toegewijd zijn aan |