aouma-青馬 | een blauwachtig zwart paard; een zwart paard met blauwe glans |
ginrei-銀嶺 | een besneeuwde bergtop (die zilverwit glanst) |
hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
hatoronshi-ハトロン紙 | patroonpapier (bruin dun papier met glans aan één zijde) |
iroaseru-色褪せる | dof worden; de glans verliezen |
irotsuya-色艶 | glans; schittering |
kawaakari-川明かり | glans [oplichten] van een rivier in de schemering |
kitō-亀頭 | glans; eikel (van de penis) |
kōki-光輝 | schittering; glans; helder licht; pracht |
kurobikari-黒光り | donkere glans |
kurumi-胡桃 | walnoot (Juglans) |
moare-モアレ | moirépatroon; interferentiepatroon (gevlamd glanseffect) |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
sanran-燦爛 | schitterend [glansrijk; luisterrijk; helder schijnend] zijn |
teri-照り | glans |
zanshō-残照 | naglans; nagloed (b.v. van de ondergaande zon) |