| hāto-ハート | harten (in kaartspel) |
| isshindōtai-一心同体 | hart en ziel zijn één; twee harten kloppen als één; twee zielen, één gedachte |
| jūōmujin-縦横無尽 | zonder remmingen; onbelemmerd [onbeperkt] zijn; naar hartenlust |
| kokoroyuku-心ゆく | volledig; ten volle; naar hartenlust; tot volle tevredenheid |
| shinketsu-心血 | (fig.) hartenbloed; levensvocht; hart en ziel |
| zukizuki-ずきずき | (onomatopee) kloppend (pijn); hartenpijn; pijn van een gebroken hart |