| aisaika-愛妻家 | een liefhebbende [toegewijde] echtgenoot |
| anemuko-姉婿 | de man [echtgenoot] van de oudere zuster; zwager |
| anesannyōbō-姉さん女房 | een vrouw die ouder is dan haar man [echtgenoot] |
| bōfu-亡夫 | overleden echtgenoot [man] |
| goshujin-御主人 | (respectvolle de term voor de echtgenoot van iemand anders) uw echtgenoot |
| gu-具 | echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler |
| haigūsha-配偶者 | echtgenoot (m); echtgenote (v) |
| hausuhazubando-ハウスハズバンド | huisman; thuisblijvende echtgenoot (van werkende vrouw) |
| hazu-ハズ | man; echtgenoot |
| hazubando-ハズバンド | man; echtgenoot |
| hitteki-匹敵 | metgezel; echtgenoot; echtgenote |
| ippu-一夫 | echtgenoot |
| jōfu-丈夫 | getrouwde man; echtgenoot |
| kekkonaite-結婚相手 | huwelijkspartner; echtgenoot [echtgenote] |
| kokyu-コキュ | echtgenoot van een overspelige vrouw |
| konka-婚家 | schoonfamilie (de familie van de echtgenoot van een vrouw) |
| okizari-置き去り | het vertrekken van een echtgenoot die zijn vrouw verlaat |
| otaku-お宅 | (erend) uw echtgenoot [levenspartner] |
| otto-夫 | (mijn) man; echtgenoot |
| pātonā-パートナー | (huwelijks)partner; echtgenoot (m); echtgenote (v) |
| ryōjin-良人 | echtgenoot |
| ryōnin-良人 | echtgenoot |
| sengyōshufu-専業主夫 | huisman; thuisblijvende echtgenoot (van werkende vrouw) |
| senpu-先夫 | ex-man; ex-echtgenoot; voormalige echtgenoot |
| shujin-主人 | gastheer; echtgenoot, man; de heer des huizes |
| shujinkō-主人公 | (erenaam) echtgenoot; familiehoofd; heer des huizes |
| sodaigomi-粗大ごみ | (humoristisch) een nietsnut (m.n. een echtgenoot die na pensionering thuis rondhangt en verder niets onderneemt) |
| tono-殿 | aanspreektitel voor iemands (leen)heer, meester of echtgenoot |
| toto-とと | (mijn) echtgenoot |
| tsuma-妻 | (arch.) liefkozende naam bij een echtpaar: mijn lief; schat; wederhelft; echtgenoot [echtgenote] |
| tsumagoi-妻恋 | de liefde voor de echtgenoot [echtgenote; partner] |
| wakadanna-若旦那 | jongeheer; jonge meester; jonge echtgenoot |
| yadoroku-宿六 | mijn lieve mannetje [echtgenoot] |
| yomeiribune-嫁入り舟 | boot(je) om een bruid (pasgetrouwde echtgenote) te vervoeren (naar het huis van de echtgenoot) |
| zenpu-前夫 | ex-man; ex-echtgenoot; voormalige echtgenoot |