akki-悪鬼 | duivel; boze geest |
akuki-悪鬼 | duivel; boze geest |
akuma-悪魔 | Satan [de duivel] (in het christelijke geloof) |
akuma-悪魔 | een duivel; een boze geest |
akumashugi-悪魔主義 | satanisme; duivelverering; zwarte kunst |
akumateki-悪魔的 | duivels; demonisch; kwaadaardig |
akuun-悪運 | het geluk van de duivel hebben; er goed vanaf [mee weg] komen; zwijnen |
amanojaku-天の邪鬼 | Amanojaku (duivel of boze geest in Japanse sprookjes) |
amanojaku-天の邪鬼 | bij Japanse tempel de duivel die door de tempelwachters vertrapt wordt |
ankō-鮟鱇 | zeeduivel (vis) |
debiru-デビル | duivel; satan |
dēmon-デーモン | demon; boze geest; duivel |
demōnisshu-デモーニッシュ | demonisch; duivels |
gokusotsu-獄卒 | (Boeddhisme) demonen [duivels] in de hel |
gōma-降魔 | (Boeddh.) het verslaan [overwinnen] van de duivel |
harai-祓い | rituele reiniging; exorcisme; duiveluitdrijving |
jashin-邪神 | een kwade godheid; boze geest; duivel |
kimi-鬼魅 | duivel en spook |
madō-魔道 | (boeddh.) de wereld waar de duivel leeft |
majin-魔神 | kwade geest; duivel |
majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
muma-夢魔 | een duivelsverschijning die in een droom verschijnt (incubus, een mannelijke demon, of succubus, een vrouwelijke demon) |
oni-鬼 | duivel; boze geest; monster |
onibaba-鬼婆 | een monster [duivel] in de gedaante van een oude vrouw; toverkol; heks |
onigo-鬼子 | een kind dat wild [onhandelbaar] is als een duivel [monster] |
satan-サタン | Satan; de duivel |
shōmakyō-照魔鏡 | een magische spiegel (uit Chinese en Japanse volksverhalen) die de ware aard van de duivel onthult |
taranoki-楤の木 | (Aralia elata) duivelswandelstok; engelenboom; engelwortelboom |