demo / de-mo ( de (m) | znw | demo's )
1デモ [proefopname]
2デモ; 示威運動 [demonstratie]
Kruisverwijzing
demo
lemma | meaning |
---|---|
akumateki-悪魔的 | duivels; demonisch; kwaadaardig |
atetsukeru-当て付ける | (demonstratieve) liefdesuitingen in het openbaar |
chimimōryō-魑魅魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
chōsenminshushugijinminkyōwakoku-朝鮮民主主義人民共和国 | de Democratische Volksrepubliek Korea (Noord-Korea) |
dai・in-ダイ・イン | demonstratie (tegen wapens) waarbij de demonstranten simuleren dat ze doodliggen |
demo-デモ | demonstratie; protest |
demo-デモ | demonstratie; presentatie |
demoban-デモ版 | demo-versie |
demokurashī-デモクラシー | democratie; democratisch systeem |
dēmon-デーモン | demon; boze geest; duivel |
demōnisshu-デモーニッシュ | demonisch; duivels |
demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; protest |
demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; presentatie |
demotēpu-デモテープ | demobandje (geluids- of videoband voor reclame- en marketingdoeleinden) |
doshitsukensa-土質検査 | bodemonderzoek |
ea・chekku-エア・チェック | aircheck (een demonstratie-opname van een radio- of tv-presentator) |
ekishibishon-エキシビション | demonstratie(wedstrijd) |
ekishibishon・gēmu-エキシビション・ゲーム | demonstratiewedstrijd |
fukumaden-伏魔殿 | verblijfplaats van demonen [boze geesten] |
gohō-護法 | een demonengod die het boeddhisme beschermt |
gokusotsu-獄卒 | (Boeddhisme) demonen [duivels] in de hel |
hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
jitsuen-実演 | demonstratie; presentatie |
jotai-除隊 | ontslag uit militaire dienst; demobilisatie |
kaitai-解体 | ontmanteling; dissectie; ontleding; demontage |
kaitaisuru-解体する | ontmantelen; ontleden; demonteren; uit elkaar halen |
kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
karudamon-カルダモン | kardemom |
keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
kenpa-検波 | demodulatie (reconstructie van een signaal) |
madomoazeru-マドモアゼル | mademoiselle; een jonge vrouw; mejuffrouw |
makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
mediakurashī-メディアクラシー | mediacratie; media-democratie |
minshu-民主 | democratie; volksheerschappij |
minshuka-民主化 | democratisering |
minshuseitai-民主政体 | democratische regeringsvorm |
minshushugi-民主主義 | democratie; democratisch systeem |
minshushugiteki-民主主義的 | democratisch |
minshuteki-民主的 | democratisch |
mōryō-魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
muma-夢魔 | een duivelsverschijning die in een droom verschijnt (incubus, een mannelijke demon, of succubus, een vrouwelijke demon) |
onigawara-鬼瓦 | een daktegel met een demonen-masker erop |
ōpunsen-オープン戦 | demonstratiewedstrijd (voorseizoenswedstrijd) |
ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
sahara・arabuminshukyōwakoku-サハラ・アラブ民主共和国 | Arabische Democratische Republiek Sahara |
sairen-サイレン | sirene (demonisch wezen uit Griekse mythologie); verleidster |
shijigo-指示語 | (taalkunde) demonstratief; aanwijzend [deiktisch) (voornaam)woord |
shijishi-指示詞 | (taalkunde) demonstratief; aanwijzend (deiktisch] (voornaam)woord |
shikome-醜女 | vrouwelijke demoon |
shimanagashi-島流し | (heden) [gedwongen] overplaatsing naar een andere afdeling in een organisatie; een vorm van demotie |
shōki-鍾馗 | Shoki, een Chinese god die demonen verjaagt (en daarom vaak als een beeld of afbeelding in de ingang van huizen staat) |
shokkiri-初っ切り | komische act van sumoworstelaars van lagere rang (bij demonstratiewedstrijden) |
shōshikōreika-少子高齢化 | een dalend geboortecijfer in combinatie met een vergrijzende bevolking (resulterend in demografische krimp) |
shōzuku-小豆蒄 | kardemom |
shūjo-醜女 | vrouwelijke demoon |
sōsharu・demokurashī-ソーシャル・デモクラシー | sociaaldemocratie |
sukuramu-スクラム | een dicht opeengepakte menigte; een menselijke keten bij een demonstratie |
suwarikomu-座り込む | plaatsnemen; (demonstratief) gaan zitten (en blijven zitten) |