adazakura-徒桜 | de kortstondige bloei van kersenbloesems |
baika-梅花 | pruimenbloesem(s) |
burausu-ブラウス | bloes; blouse |
hana-花 | bloem; kersenbloesem |
hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanagumori-花曇り | bewolkt [mistig] lenteweer (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
hanamori-花守 | het beschermen [bewaken] van bloemen (m.n. kersenbloesems) |
hanamori-花守 | iemand die bloemen beschermt [bewaakt] (m.n. kersenbloesems) |
hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
hōshin-芳信 | bericht over het bloeien van de bloemen [kersenbloesems] |
momohajimetesaku-桃始笑 | de eerste perzikbloesems |
momonosekku-桃の節句 | Perzikbloesemfestival [Meisjesdag; Poppenfeest] (seizoenfeestdag voor meisjes op 3 maart) |
osozakura-遅桜 | late bloei [nabloei] van de kersenbloesems |
rakka-落花 | vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes] |
sakura-桜 | kersenboom; kersenbloesem |
sakurafubuki-桜吹雪 | kersebloesem die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
sōbai-早梅 | vroege pruimenbloesems |
yozakura-夜桜 | (het kijken naar) kersenbloesems in de nacht |