aru-有る | hebben; bezitten |
iru-居る | hebben; bezitten |
kuraisuru-位する | een bepaalde rang [positie; plaats] innemen [bezitten] |
kyōju-享受 | het genieten van; hebben; bezitten (b.v. gezondheid, vrijheid) |
kyōyū-享有 | het bij de geboorte al bezitten van (voor)rechten en talenten) |
motsu-持つ | bezitten; hebben |
nai-無い | niet hebben; niet bezitten; ontbreken |
shoyūsuru-所有する | bezitten; in eigendom hebben |
yūsankaikyū-有産階級 | bourgeoisie; bezittende klasse |
yūsuru-有する | hebben; bezitten; uitgerust zijn met |