zege / ze-ge ( de (m/v) | znw | zeges )
1勝ち; 勝利
2戦勝 [en een oorlog]
Zie ook: overwinning
Zie ook: victorie
Kruisverwijzing
zege
| lemma | meaning |
|---|---|
| aguriami-揚繰網 | ringzegen (net); cirkel sleepnet; zegenvisserij |
| aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
| aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
| amadokoro-甘野老 | welriekende salomonszegel (plant: Polygonatum odoratum) |
| anperasō-アンペラ草 | een vaste plant van de zegefamilie (Lepironia) |
| arigatami-有り難味 | waarde; zegen; verdienste |
| asshō-圧勝 | overweldigende [verpletterende] overwinning [zege] |
| ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
| beato-ベアト | heilige; gezegende |
| dosha-土砂 | zand gezegend met speciale spirituele kracht |
| fū-封 | zegel; sluiting |
| fūin-封印 | cachet; zegel; stempel; verzegeling |
| fūjikomeru-封じ込める | insluiten; opsluiten; iets ergen indoen en afsluiten [verzegelen] |
| fūjime-封じ目 | verzegeling; de plek waar het zegel is aangebracht (b.v. op een envelop) |
| fūjiru-封じる | verzegelen (v.e. brief, e.d.); afsluiten; vastzetten |
| fūsho-封書 | verzegelde brief; verzegeld document |
| genpū-厳封 | het verzegelen; afsluiten |
| genpūsuru-厳封する | verzegelen; (compleet; stevig) afsluiten |
| goriyaku-御利益 | zegening; godsgave; antwoord op je gebeden |
| goshuin-御朱印 | brief met het (scharlaken)rode zegel van de shogun |
| goshuinsen-御朱印船 | (Edo-periode) een door de shogun (met een rode zegelbrief) geautoriseerd (buitenlands) handelsschip |
| hairu-ハイル | geluk; voorspoed; zegen |
| hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
| han-判 | zegel; stempel |
| hanko-判子 | zegel; naamstempel |
| hankō-版行 | zegel; naamstempel |
| inban-印判 | zegel; stempel |
| ingyō-印形 | zegel (in reliëf); zegelafdruk |
| ingyōyubiwa-印形指輪 | zegelring |
| inji-印璽 | keizerlijk zegel; staatszegel |
| inkoku-印刻 | zegelsnijding; het uitsnijden van een zegelreliëf |
| inshi-印紙 | fiscale zegel; fiscaalzegel; belastingzegel |
| inshijōrei-印紙条例 | (Stamp Act) zegelwet; zegelrecht |
| inshō-印章 | stempel; zegel; waarmerk |
| insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
| inzai-印材 | materiaal voor het maken van zegels |
| in'ei-印影 | stempelafdruk; afdruk van een zegel |
| kachi-勝ち | overwinning; zege; winst |
| kachihokoru-勝ち誇る | triomferen; zegevieren; overwinnen |
| kago-加護 | goddelijke bescherming; zegen |
| kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| keiin-契印 | een contractzegel (stempel) dat over twee bladzijden wordt gedrukt om aan te tonen dat ze één document vormen |
| keppan-血判 | met bloed bezegelen (om trouw en saamhorigheid te zweren) |
| kitte-切手 | postzegel |
| kittearubumu-切手アルバム | postzegelalbum |
| kittechō-切手帳 | postzegelalbum |
| kitteshūshūka-切手収集家 | postzegelverzamelaar |
| kobukusha-子福者 | een persoon die gezegend is met veel kinderen |
| kokuin-刻印 | een gesneden [gegraveerd] zegel [stempel] |
| kokuji-国璽 | het grootzegel (van een land) |
| megumi-恵み | zegen; zegening; genade |
| mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
| menuri-目塗り | bepleistering; verzegeling |
| missen-密栓 | het afdoppen [hermetisch afsluiten; verzegelen]; luchtdichte stop |
| missensuru-密栓する | afdoppen; (hermetisch) afsluiten; verzegelen |
| mitome-認め | (afk. voor) persoonlijk [privé] zegel |
| mitomein-認め印 | persoonlijk [privé] zegel |
| narukoyuri-鳴子百合 | (lett. ratel-lelie) Salomonszegel (plant: Polygonatum falcatum) |
| natsuin-捺印 | verzegeling |
| natsuinsuru-捺印する | verzegelen |
| niku-肉 | zegel-inkt; stempelkussen |
| nikuchi-肉池 | een stempelkussen [zegel-inkt] houder |
| ōin-押印 | het verzegelen; stempelen; aanbrengen van een zegel |
| ōnatsu-押捺 | het verzegelen; stempelen |
| oshite-押し手 | bewijszegel |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| sakazukigoto-杯事 | met een drankje [een toost] een gelofte [afspraak] bezegelen |
| sazukarimono-授かり物 | zegen; (gods)geschenk; meevaller |
| shiin-私印 | persoonlijk zegel; privé zegel |
| shīringu-シーリング | verzegeling; afsluiting |
| shīru-シール | zegel |
| shōri-勝利 | overwinning; zege; triomf |
| shōrisuru-勝利する | winnen; zegevieren; triomferen |
| shuin-朱印 | rood zegel; rode stempelafdruk (vanaf de Muromachi periode tot de Edo-periode voor officiële documenten van het shogunaat) |
| shukufuku-祝福 | zegen [genade] van God |
| shukufuku-祝福 | zegen; zegening; viering |
| shūnyūinshi-収入印紙 | belastingzegel |
| sutanpu-スタンプ | postzegel |
| taikoban-太鼓判 | groot zegel |
| ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tenkoku-篆刻 | ingegraveerd karakter op een zegel |
| tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tsumein-爪印 | duimafdruk; vingerafdruk; nagelafdruk als zegel |
| wariin-割り印 | een zegelafdruk over twee documenten (om aan te geven dat ze bij elkaar horen) |
| yakuin-役印 | een officieel zegel [stempel]; ambtstempel |
| yūbinkitte-郵便切手 | postzegel |
| yūbinshokan-郵便書簡 | postblad (invouwbaar postpapier met opgedrukte postzegel) |
| yūken-郵券 | postzegel |
| yūshō-優勝 | overwinning; eindzege; kampioenschap |
| yūshōsuru-優勝する | overwinnen; zegevieren; overwinning [kampioenschap] behalen |