aihansuru-相反する | contrasteren; conflicteren; in tegenspraak zijn; elkaar wederzijds uitsluiten |
aimitagai-相身互い | wederzijds vertrouwen [begrip] |
aitaizuku-相対ずく | wederzijdse toestemming |
damashiai-騙し合い | wederzijdse misleiding [bedriegerij] |
dōshi-同士 | tussen; onderling; wederzijds; onder elkaar; samen |
gōi-合意 | overeenkomst; akkoord; wederzijdse instemming [goedkeuring] |
ikitōgō-意気投合 | wederzijds begrip; op één lijn zitten; eensgezind zijn |
katamini-互に | wederzijds |
koinaka-恋仲 | wederzijdse liefde; verliefd zijn op elkaar |
kurosu・raisensu-クロス・ライセンス | wederzijdse licentieovereenkomst tussen twee of meer partijen |
kyōjo-共助 | wederzijdse hulp |
mochiai-持ち合い | wederzijdse hulp; onderlinge afhankelijkheid |
nasuriai-擦り合い | tegenbeschuldiging, recriminatie; wederzijdse beschuldigingen; het elkaar de schuld geven |
oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
ryōomoi-両思い | wederzijdse liefde |
sessatakuma-切瑳琢磨 | samenwerken met als doel de wederzijdse cultivering van kennis |
sessatakuma-切磋琢磨 | toewijding; wederzijdse aanmoediging(en); elkaar stimuleren (om het beter te doen) |
shinboku-親睦 | vriendelijkheid voor elkaar; wederzijdse vriendschap |
sōgo-相互 | wederzijds zijn |
sōkankankei-相関関係 | wederzijdse [onderlinge] betrekkingen; correlatie |
sōshi-相思 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
sōshisōai-相思相愛 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
tagai-互い | wederzijds zijn |
tagaini-互いに | wederzijds; wederkerig; onderling; tezamen |
tatakai-戦い | wederzijds handgemeen |