Kruisverwijzing
wachten
| lemma | meaning |
|---|---|
| atekomi-当て込み | ergens op rekenen [hopen]; iets ergens van verwachten; verwachting; hoop |
| atekomu-当て込む | rekenen op een goed resultaat; verwachten; uitzien naar |
| bō-望 | (in kanji combinaties) vooruit [in de verte] kijken; hopen; verwachten; verlangen |
| demachi-出待ち | het wachten van fans bij de uitgang (tot een beroemdheid naar buiten komt) |
| hazu-筈 | hetgeen te verwachten [waarschijnlijk] is |
| himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
| hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
| ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| iisuteru-言い捨てる | bij het weggaan nog (over je schouder) iets zeggen; een laatste opmerking maken (zonder op antwoord te wachten) |
| imachizuki-居待ち月 | het wachten tot de maan opkomt |
| irimachi-入り待ち | het wachten van fans bij de ingang (tot een beroemdheid arriveert en naar binnen gaat) |
| jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
| kakushu-鶴首 | het uitkijken naar (iets leuks); tegemoet zien; verlangend afwachten |
| kangoku-監獄 | (heden) huis van bewaring (voor kort verblijf en soms tijdelijk verblijf voor gedetineerden die op overplaatsing wachten) |
| kazamachi-風待ち | het wachten op een gunstige wind (scheepvaart) |
| kazemachi-風待ち | het wachten op een gunstige wind (scheepvaart) |
| kazen-果然 | zoals verwacht; zoals te verwachten |
| kisuru-期する | verwachten; hopen; uitkijken naar; rekenen op; voorzien; een voorgevoel hebben; aan zien komen |
| kitaisuru-期待する | verwachten; hopen |
| kokoromachi-心待ち | het (verlangend) uitkijken (naar iets); het verlangend afwachten |
| kyakumachi-客待ち | (eufemisme) in de tippelzone, het wachten op klanten |
| kyakumachi-客待ち | het wachten van taxi's, e.d. op klanten |
| machiagumu-待ち倦む | moe worden van het wachten; niet langer kunnen wachten; het wachten moe zijn |
| machiakasu-待ち明かす | (voor iemand) de hele nacht wachten [opblijven] |
| machiawaseru-待ち合わせる | wachten op iemand (op de afgesproken plek) |
| machibōke-待ち惚け | het tevergeefs wachten (op iemand); niet komen opdagen (van iemand) |
| machibusesuru-待ち伏せする | in hinderlaag [op de loer] liggen; (iem.) opwachten |
| machidoo-待ち遠 | het ongeduldig wachten; niet kunnen wachten; lang moeten wachten |
| machidooshii-待ち遠しい | ongeduldig wachten; niet kunnen wachten; lang moeten wachten |
| machikaneru-待ち兼ねる | ongeduldig wachten (op); in afwachting zijn (van); staan te popelen (om) |
| machikogareru-待ち焦がれる | vurig verlangen (naar); ongeduldig wachten (op) |
| machikutabireru-待ち草臥れる | moe worden van het wachten; het wachten moe zijn |
| machimōkeru-待ち設ける | verwachten; naar uitzien; hopen op |
| machiukeru-待ち受ける | verwachten; wachten op |
| machiwabiru-待ち侘びる | moe worden van het wachten; niet meer kunnen wachten |
| mataseru-待たせる | laten wachten |
| matsu-待つ | wachten; afwachten; verwachten; op wacht staan |
| mattanashi-待った無し | niet meer wachten; de tijd is om; nu of nooit; (bij sumo) klaar om te beginnen |
| mikomu-見込む | verwachten; voorspellen; berekenen; (in)schatten |
| mikosu-見越す | verwachten; voorspellen; vooruitkijken |
| mukae-迎え | ontmoeting; het iemand opwachten [afhalen] |
| nerau-狙う | (een kans) afwachten; in de gaten houden; volgen |
| nozomu-望む | hopen; verwachten; ergens naar uitzien |
| oazuke-お預け | (een huisdier laten wachten op commando) wacht!; zit! |
| omachidoosama-お待ち遠様 | het spijt me dat ik u heb laten wachten; sorry [bedankt] voor het wachten |
| rōnin-浪人 | iemand die het toelatingsexamen voor de universiteit niet heeft gehaald (en moet wachten op een volgende kans) |
| seikan-静観 | het kalm afwachten; berusting |
| seikansuru-静観する | rustig afwachten [toekijken] |
| shingōmachi-信号待ち | het wachten [wachtend verkeer] voor het stoplicht |
| taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| tomomachi-供待ち | wachtruimte voor dienaren (die op hun meester wachten) |
| tomomachi-供待ち | (ook de benaming voor) dienaren (die op hun meester wachten) |
| tomomachi-供待ち | plaats waar bedienden [chauffeurs, etc.] wachten op de gasten |
| uzuuzusuru-うずうずする | (onomatopee) staan te popelen; ongeduldig wachten; je handen jeuken |
| yokotawaru-横たわる | in de weg staan; te wachten staan |
| yosōsuru-予想する | verwachten; veronderstellen; voorspellen |