vrouwelijk / vrou-we-lijk ( bn )
1女性的; フェミニン [eigen aan vrouwen]
2女性の [van het vrouwelijke geslacht]
Zie ook antoniem: mannelijk
Zie ook antoniem: onvrouwelijk
Kruisverwijzing
vrouwelijk
| lemma | meaning |
|---|---|
| ama-海女 | vrouwelijke duiker [visser] |
| betā・hāfu-ベター・ハーフ | (betere) wederhelft; echtgenote; (vrouwelijke) partner; eega |
| bijinesu・gaaru-ビジネス・ガール | zakenvrouw; vrouwelijke beambte |
| bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
| bī・jī-ビー・ジー | zakenvrouw; vrouwelijke beambte |
| dohi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
| feminin-フェミニン | vrouwelijk |
| fujin-婦人 | vrouw; vrouwelijke persoon |
| fumoji-ふ文字 | (vrouwelijke hoftaal) brief |
| fumoji-ふ文字 | (vrouwelijke hoftaal) karper |
| futoku-婦徳 | vrouwelijke deugd [verdienste; deugdzaamheid] |
| geibōi-ゲイボーイ | homoseksuele man; vrouwelijke man |
| geigi-芸妓 | vrouwelijke entertainer bij een banket; geisha |
| hiroin-ヒロイン | heldin; vrouwelijke hoofdpersoon |
| irojikake-色仕掛け | (vrouwelijke) verleidingskunst |
| joi-女医 | een vrouwelijke arts [dokter] |
| jokei-女系 | de vrouwelijke familielijn; de afstammingslijn van moederskant |
| josei-女声 | vrouwenstem; vrouwelijke stem |
| joseiteki-女性的 | vrouwelijk, verwijfd |
| joshū-女囚 | vrouwelijke gevangene |
| josondanpi-女尊男卑 | vrouwelijk chauvinisme; (het geloof in) de superioriteit van vrouwen over mannen (lett. de vrouw is geëerd, de man nederig) |
| komazukai-小間使い | dienstmaagd; dienstmeid; dienstmeisje; vrouwelijke bediende |
| kuchiyose-口寄せ | een medium; (vrouwelijke) priester die boodschappen van de goden doorgeeft |
| makanaifu-賄い婦 | kokkin; vrouwelijke kok |
| mama-ママ | de vrouwelijke eigenaar [uitbaatster; gastvrouw] van een bar |
| me-雌 | vrouw; vrouwelijk; wijfje |
| mebana-雌花 | vrouwelijke bloem; stamperbloem (bloem met alleen een stamper) |
| medake-雌竹 | (lett. vrouwelijke bamboe) Pleioblastus simonie (laaggroeiende bamboe) |
| medaki-雌滝 | de kleinste (lett. vrouwelijke) van twee watervallen |
| mesu-雌 | vrouwelijk (van plant, dier); vrouwtje |
| mezo・sopurano-メゾ・ソプラノ | mezzosopraan (een middelhoge vrouwelijke zangstem tussen de sopraan en alt) |
| mugiwaratonbo-麦藁蜻蛉 | (vrouwelijke) witpuntoeverlibel (libelle-soort, Orthetrum albistylum, met een strokleurige buik) |
| muma-夢魔 | een duivelsverschijning die in een droom verschijnt (incubus, een mannelijke demon, of succubus, een vrouwelijke demon) |
| nakai-仲居 | [将軍・大名などの奥向きに仕える女性; また、その詰めている部屋; おすえ; (仲居)] de vrouwelijke bediende van de vrouw [familie] van een shōgun of daimyō |
| nuhi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
| ochōmechō-雄蝶雌蝶 | een mannelijke en een vrouwelijke vlinder, als versiering gebruikt bij bruiloften |
| ofisu・gāru-オフィス・ガール | kantooremployee; vrouwelijke werknemer [kantoorbediende] |
| oharame-大原女 | vrouwelijke marskramer in Kyoto (uit Ohara) |
| onnade-女手 | vrouwelijke hulpkracht; medewerkster; werkneemster |
| onnarashii-女らしい | vrouwelijk; damesachtig |
| onnashū-女衆 | vrouwelijke bediende |
| ō・eru-オー・エル | (office lady) kantoormedewerkster; vrouwelijke beambte |
| rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
| seishoku-声色 | het genieten van muziek en vrouwelijk gezelschap; van wijntje en trijntje houden |
| shika-雌花 | vrouwelijke bloem; stamperbloem (bloem met alleen een stamper) |
| shikome-醜女 | vrouwelijke demoon |
| shisei-雌性 | vrouwelijkheid |
| shūjo-醜女 | vrouwelijke demoon |
| teishuku-貞淑 | zuiverheid; reinheid (als vrouwelijke deugd) |
| zō-増 | één van de vrouwelijke No-maskers |
| zubekō-ずべ公 | een vrouwelijke delinquent |