| fumidasu-踏み出す | vooruitgaan; vooruitlopen; een stap naar voren doen; uitstappen; (fig.) een eerste stap zetten; beginnen; van start gaan |
| hakadoru-捗る | vooruitgang boeken; vooruitgaan; vorderingen maken |
| hattensuru-発展する | zich uitbreiden; (zich) ontwikkelen; groeien; vooruitgaan |
| isshin'ittai-一進一退 | eb en vloed; voorspoed en tegenspoed; vooruitgaan en achteruitgaan; goede tijden, slechte tijden |
| jōtatsusuru-上達する | vooruitgaan; (zich) verbeteren [ontwikkelen] |
| senkō-先行 | het vooruitgaan; voorgaan; voorafgaan |
| shinkasuru-進化する | evolueren; ontwikkelen; vooruitgaan |
| shinposuru-進歩する | vooruitgang [voortgang] boeken; vooruitgaan |
| shōkō-昇降 | het floreren [vooruitgaan] en achteruitgaan |
| sokushinsuru-促進する | versnellen; vooruitgaan; promoten |
| susumeru-進める | voortgaan; vooruitgaan |
| tobikosu-飛び越す | (fig.) vooruitspringen; met sprongen vooruitgaan |