Kruisverwijzing
vastberaden
| lemma | meaning |
|---|---|
| basabasa-ばさばさ | vastberaden; krachtig; energiek |
| danko-断固 | standvastig [vastberaden; resoluut; ferm] zijn |
| fubatsu-不抜 | vastberadenheid; onverzettelijkheid |
| futaiten-不退転 | vastberadenheid; standvastigheid |
| gantoshite-頑として | koppig; vastberaden |
| gashinshōtan-臥薪嘗胆 | doorzettingsvermogen; vastberadenheid; uiterste pogingen om het doel te bereiken |
| hitaburu-一向 | vastberaden [doelbewust; standvastig; toegewijd] zijn |
| hitasura-只管 | vastberaden [doelbewust; standvastig; toegewijd] zijn |
| ichinenhokki-一念発起 | vastberadenheid; oprecht voornemen [plan] |
| ichizu-一途 | toewijding; doelbewustheid; vastberadenheid; rechtlijnigheid |
| isshinfuran-一心不乱 | met hart en ziel; doelbewust; vastberaden |
| jisuru-辞する | (met ontkenning) bereid zijn te doen; (vastberaden) doorgaan; niet opgeven |
| kachiki-勝ち気 | vastberadenheid |
| kankō-敢行 | zelfverzekerde [vastberaden] actie |
| kenninfubatsu-堅忍不抜 | doorzettingsvermogen; volharding; vastberadenheid |
| ketsui-決意 | besluit; (vast) voornemen; bedoeling; vastberadenheid |
| kijō-気丈 | vastberaden [eigenzinnig; standvastig; wilskrachtig] zijn |
| kitsui-きつい | wilskrachtig; vastberaden; streng |
| kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
| kizen-毅然 | resoluut [onverschrokken; standvastig; vastberaden] zijn |
| kizuyoi-気強い | wilskrachtig; vastberaden; standvastig; volhardend; zelfverzekerd; koppig |
| shinimonogurui-死に物狂い | wanhopige vastberadenheid; met de moed der wanhoop; een strijd op leven en dood |
| shitataka-強か | stug [taai; koppig; vastberaden; lastig; vasthoudend] zijn |
| shitsujitsugōken-質実剛健 | soberheid en vastberadenheid |
| shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
| shūnen-執念 | vastberadenheid; hardnekkingheid; volharding; doorzettingsvermogen |
| yohodo-余程 | vastberaden; weloverwogen |
| yoppodo-余っ程 | vastberaden; weloverwogen |
| zen-然 | (in kanji combinaties) natuurlijk; toevallig; onvoorzien; vastberaden |
| zubari-ずばり | (onomatopee) ferm; flink; vastberaden |
| zuito-ずいと | vastberaden; zonder aarzelen; doortastend |