| gohasan-御破算 | het helemaal opnieuw beginnen; beginnen met een schone lei; teruggaan naar af |
| hikigamo-引鴨 | wilde eenden die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| kigan-帰雁 | wilde ganzen die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
| mikaesu-見返す | teruggaan; terugbladeren |
| modoru-戻る | teruggaan; terugkomen; terugkeren |
| orikaesu-折り返す | teruggaan; omkeren |
| sakanoboru-遡る | dateren (uit); teruggaan naar [tot] |
| sakugen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| shirizoku-退く | achteruitgaan; teruggaan; een stap terug doen |
| shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
| sogen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| tachimodoru-立ち戻る | teruggaan (ook fig.) |
| tadoru-辿る | oorsprong hebben in; teruggaan [terugvoeren] tot |
| yū・tān-ユー・ターン | het verschijnsel dat werknemers afkomstig van het platteland die in de grote steden waren gaan werken teruggaan naar hun geboorteplaats |