| furikakaru-降りかかる | neervallen [neerkomen; uitstorten] (over; op) |
| haraimodosu-払い戻す | terugbetalen; terugstorten; vergoeden |
| hashiru-走る | zich wenden tot; een sterke neiging hebben tot; zich storten in |
| koru-凝る | opgaan in; bezeten zijn van; toegewijd zijn aan; gek zijn van, zich helemaal storten op |
| kudakeru-砕ける | verzwakken; in elkaar storten; inzakken; tenondergaan |
| kuzureru- 崩れる | in elkaar storten; afbrokkelen; uit elkaar vallen |
| nakifusu-泣き伏す | huilend neervallen [ter aarde storten; instorten] |
| nyūkin-入金 | het (geld) storten op eigen rekening |
| oboreru-溺れる | totaal bezeten zijn; zwelgen in; zich ergens op storten (fig.) |
| ochiru-落ちる | in elkaar vallen; instorten |
| taiatari-体当たり | het met het volle gewicht er tegenaan gaan; zich storten op |
| tobikakaru-飛びかかる | zich op iemand [iets] storten; aanvallen |
| tōjiru-投じる | zich toeleggen op; zich wijden aan; zich (enthousiast) ergens op storten |
| tsuirakusuru-墜落する | vallen; tuimelen; neerstorten |
| zasetsusuru-挫折する | falen; mislukken; ineenstorten; uit elkaar vallen |