hakidasu
1 overgeven; braken; spugen; uitspugen
食べたものを吐き出す
uitbraken wat je net hebt gegeten
2 uitblazen; wegblazen; uitstoten (rook, e.d.)
3 spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen
4 verspillen; in één keer uitgeven (geld)